Klein duimpje
Klein Duimpje zegt tegen zijn moeder: “De burgemeester was vandaag op school.” Vraagt moeder: “En, had hij zijn ketting om?” “Nee hoor, hij liep gewoon los.”
Klein Duimpje zegt tegen zijn moeder: “De burgemeester was vandaag op school.” Vraagt moeder: “En, had hij zijn ketting om?” “Nee hoor, hij liep gewoon los.”
Een boer en een professor zitten tegenover elkaar in de trein. Zegt de professor: ‘Zullen we vragen aan elkaar stellen?’
Boer: ‘Nee, dat win jij toch.’ ‘Oké dan’, zegt de professor. ‘als jij een antwoord niet weet, krijg ik 2 euro 50 van jou en als ik het antwoord niet weet, krijg jij 5 euro van mij.’
‘Da’s goed’, antwoordt de boer, ‘maar dan begin ik. Het is groen, blauw, grijs, zwart en wit en het vliegt door de lucht.’
Na lang nadenken zegt de professor: ‘Ik weet het niet, hier heb je je 5 Euro.’
‘Dank je wel’, zegt de boer, ‘ik weet het ook niet, hier heb je 2 euro 50!’
De kastelein vraag aan de man aan de bar wat hij wenst te drinken. ”Geeft u mij een pilsje”, zegt de man ”en geef die man met die pet op aan het tafeltje er ook een van mij.”
Zo gezegd, zo gedaan. Als de man aan de bar zijn pilsje leeg drinkt zegt hij tegen de kastelein: “geeft u mij nog een pilsje en die man met de pet op geeft u ook nog een van mij”. Dat tafereel speelt zich zo nog vijf keer af, waarop de vriend van de man met de pet zegt: “geef mij jouw pet eens even, dan krijg ik ook eens iets van die kerel te drinken”. ”Oké” zegt de pettenman en geeft zijn vriend zijn pet.
Vervolgens zegt de man aan de bar tegen de kastelein: “mag ik nog een pilsje van u en geef de man tegenover die met de pet op ook eens een van mij, want die ander heeft er al genoeg van mij gehad !”
Thijs zegt tegen zijn opa: Is er wel eens een jeugddroom van u in vervulling gegaan?
Opa: – Ja een. Toen de onderwijzer me vroeger altijd aan mijn haren trok wenste ik dat ik kaal was
Twee mannen in verschillende vrachtwagens rijden achter elkaar naar de grens.
Ze zijn vlak bij de grens. Opeens komen ze erachter dat hun rijbewijs nog thuis ligt, maar ze rijden toch maar door.
De eerste komt bij de grens en zegt dat hij zijn rijbewijs is vergeten.
De grenswachter vraagt: “Wat vervoert u?” De man zegt: “Aardbeien”.
De grenswachter zegt: “Als u er tien tegelijk in u mond kan stoppen mag u door, maar alleen dan.”.
Opeens begint de man keihard te lachen. De grenswachter vraagt wat er is.
Zegt de man: “Nou, ik bedenk me net dat de man achter mij bloemkolen vervoert”.
Een vader ging met zijn slimme, goed studerende zoon op camping vakantie naar de Ardennen. In een open vlakte zetten zij hun tent op en vielen even later uitgeput van de lange wandeling in slaap. Na enkele uren maakt de vader zijn zoon wakker en zegt: “Kijk eens naar de hemel en vertel me wat je zoal ziet?” De zoon staart naar het heelal en antwoordt: “Ik zie miljoenen sterren.” “Wat maakt je dat eigenlijk duidelijk mijn zoon?” vroeg de vader vervolgens. De zoon; “Astronomisch, maakt me dat duidelijk dat er miljoenen galaxy’s en planeten in het heelal aanwezig zijn.” De vader geeft zijn zoon een klap tegen het hoofd en zegt:”Wel nee idioot, iemand heeft onze tent gestolen!”
Stijn zegt tegen Kim: “Wist jij dat ik zonder wekker of horloge precies weet hoe laat het is?” “Wat knap, hoe dan?, vraagt Kim. “Nou”, zegt Stijn, “als ik ’s nachts op mijn balkon sta en mijn musicalnummers oefen, roept mijn buurman: “Hé buurman, sssst, het is vier uur ’s nachts!”
Op de markt koopt een vrouw een tabaksplant. De marktkoopman overhandigd haar de plant en zegt: ‘En als er klachten zijn, komt u maar terug.’ Na drie weken komt de vrouw weer bij de marktkoopman en zegt: ‘U heeft me kort geleden die tabaksplant verkocht.’ ‘Kan wel’, zegt de man, ‘wat is er mee?’ ‘Kunt u me ook zeggen wanneer de sigaren eraan komen?’