• Waar ben ik mee bezig?

    Een man heeft een nieuwe Porsche gekocht en gaat op een mooie zomeravond even lekker een stuk rijden. Het dak eraf, de wind glijdt door zijn haar en hij besluit eens te kijken hoe hard zijn wagen nou eigenlijk kan. Net als de kilometerteller een respectabele 180 km/u aangeeft, ziet hij in zijn spiegel twee blauwe zwaailichten.

    “Met geen mogelijkheid dat ze een Porsche kunnen bijhouden,” denkt hij nog en trapt de bolide nog harder op zijn staart. Pijlsnel vliegt hij over de weg : 190, 200, 230 zelfs, maar de politie zit nog steeds vlak achter hem.

     “Waar ben ik godsnaam mee bezig?” denkt hij en hij gaat naar de kant van de weg. De agent loopt naar hem toe, pakt zijn rijbewijs zonder ook maar iets te zeggen, bekijkt zijn rijbewijs en auto aandachtig.

    Ineens zegt hij: “Ik heb een lange zware dag achter de rug en jij bent echt de laatste die ik aan de kant zet vandaag. Ik heb geen zin in nog méér papierwerk dus als je me een heel goed excuus kan geven, ééntje die ik ook nog nooit eerder heb gehoord, waarom je zo hard reed, dan kom je eraf met een waarschuwing!”

    “Afgelopen week is mijn vrouw ervandoor gegaan met een politieagent,” zegt de man, “en ik was bang dat je haar terug wilde geven!” Waarop de agent zegt: “Een prettige avond nog”

  • Niet vaak gezien

    Een muntstukje van 20 cent sterft en gaat naar de hemel. Daar aangekomen verbaast ze zich over de feestelijke ontvangst die haar te beurt valt. Alle engelen en Sint-Pieter begroeten haar met een hartelijke handdruk en drie dikke kussen en ze krijgt de beste plaats op de mooiste VIP-wolk. Ze krijgt daarbovenop ook nog eens twee persoonlijke butlers die haar bedienen als een koningin, en haar op haar wenken bedienen. Weinig later sterft een biljet van 500 euro en komt ook aan in de hemel. Maar het onthaal is duidelijk veel minder warm. Een van de engelen kijkt even op van zijn schrijfwerk en wijst dan het biljet van 500 koeltjes een plaats op een klein oncomfortabel grijs wolkje. Iedereen laat hem links liggen en niemand spreekt tegen hem. En dat terwijl iedereen zich de benen van onder het lijf loopt voor het muntje van 20 cent. Na een tijdje stelt het 500 euro-biljet toch de vraag aan Sint-Pieter: “Sint-Pieter, hoe komt het dat het stuk van 20 cent een vorstelijke behandeling krijgt en ik, het biljet van 500 euro, zo stiefmoederlijk behandeld word?” Sint-Pieter antwoordt droogjes :”Tja… we hebben U ook niet vaak gezien tijdens de mis.”

  • Allemaal bezig

    • Belt een verzekeringsman op naar zijn cliënt. Neemt een klein meisje de telefoon op, waarop de man vraagt of hij haar vader mag spreken. Antwoordt het meisje fluisterend: “Dat gaat niet, die is bezig.” Dus de verzekeringsman vraagt haar naar haar moeder. Antwoord het meisje weer fluisterend: “Die is ook bezig.” “Nou, misschien is dan je oudere broer of zus thuis?” Zegt het meisje weer fluisterend door de telefoon: “Die zijn ook allebei bezig.” Nou die verzekeringsman denkt ook bij zichzelf; wat voor een huishouden heb ik nu weer aan de lijn. Dus hij vraagt het meisje maar wat ze eigenlijk aan het doen zijn. Waarop het meisje weer fluisterend antwoord: “Ze zijn mij aan het zoeken.”
  • Mijnen

    Door het bos lopen twee soldaten. Op een gegeven moment vinden ze drie mijnen en ze besluiten die mee te nemen naar de sergeant. Onderweg terug zegt de een tegen de ander: “Wat doen we nu als er eentje afgaat?”
    Antwoordt de ander: “Dan zeggen gewoon dat we er maar twee gevonden hebben!”

  • Chauffeur

    Twee bowling teams, de ene allemaal blondjes en de andere brunettes, charteren samen een dubbeldekkerbus om mee te doen aan een toernooi. Het team van de brunettes zat in het onderste gedeelte van de bus, de blondjes boven. Beneden in de bus, bij de brunettes, ging het er heel plezant aan toe. Zingen, moppen tappen; de ambiance zat er goed in. Tot het een van de brunettes op viel dat het boven bij de blondjes wel heel stil was. Ze besloot poolshoogte te gaan nemen en ging naar het bovenste gedeelte van de bus. Wanneer ze boven kwam zag ze alle blondjes heel angstig in de stoelen zitten, allemaal met opengesperde ogen rechtdoor starend, de leuning van de zetel voor hun zo hard vastklampend dat hun knokkels er wit van zagen. De brunette vroeg : ”Wat is hier allemaal aan de hand. Bij ons beneden zit de ambiance er goed in…!”. Een van de blondjes keek verschrikt op, slikte hard en fluisterde : ”Ja, maar jullie hebben tenminste een chauffeur!”

  • Boerenkool

    Een man heeft pech en brengt de avond door bij een boer en zijn vrouw. Ze eten stamppot boerenkool en aan het einde van de avond gaan ze slapen. Als de boer slaapt komt zijn vrouw bij de man en zegt: “Als je het wil moet je het nu doen.”
    De man springt op, rent naar de keuken en eet de rest van de boerenkool op.

  • Gedonder

    Een man besteld in een kroeg: “Drie bier voordat het gedonder begint….”
    De barman schrikt en geeft snel drie bier.
    Even later: “Drie bier voordat het gedonder begint…”
    Weer geeft de barman het bier aan de man.
    Na een paar keer is de barman minder bang en vraagt. “Welk gedonder?”
    “Dat merk je straks wel. Eerst drie bier voordat het gedonder begint.”
    Weer krijgt de man drie bier. Op een gegeven moment vraagt de barman: “Zeg, wanneer ga je eigenlijk betalen?”
    “Daar heb je het gedonder al.”

  • Hoe oud ben ik?

    Meester is jarig. Hij vraagt aan de kinderen: “Raad eens hoe oud ik geworden ben.”
    Zegt Jantje: “58.”
    “Mis.”
    Zegt Marietje: “49.”
    “Ook mis.”
    Richie: “Meester, u bent 42 geworden.”
    “Goed zo, m’n jongen. Hoe heb je dat zo goed geraden?”
    “Nou meester, dat zit zo: mijn broer is 21 en da’s een halve idioot.”

     

  • Kopiëren

    De nieuwe inspecteur staat wat hulpeloos bij de papierversnipperaar. ‘Kan ik helpen?’ vraagt een secretaresse. ‘Ja,’ zegt hij. ‘Hoe werkt dat ding?’ ‘Heel simpel,’ zei ze, pakte het dikke dossier en stopte hem in de versnipperaar.
    ‘Bedankt, maar waar komen de kopieën er nu uit?’

  • Fiets op slot

    Een man fietst voortdurend langs Paleis Soestdijk. Op een gegeven moment rijdt hij de oprijlaan op en zet zijn fiets tegen het paleis neer. Meteen wordt hij op zijn nek gesprongen door twee marechaussees. “U moet die fiets daar weghalen,” zegt de een. “Waarom?”, vraagt de man. “Prins Bernhard komt zo langs,” zegt de marechaussee. “Nou en,” zegt de man, “hij staat toch op
    slot?”