• Konijnen en Egels

    Een egel zegt tegen de andere egel: vind jij het ook zo gek dat wij meer worden over gereden dan de konijnen. Die ander zegt: “Ja, kom we gaan vragen hoe ze dat doen. Dus ze vragen het. De konijntjes zeggen: “Al zie je nou 2 lichtjes aankomen dan ga je daar precies tussen in zitten en dan word je niet geraakt.” Dus die egels zien ineens 2 lichtjes aankomen en gaan daar tussen in zitten.” Maar ze worden toch overgereden. Dus die konijntjes achter de boom zeggen: “Zie je ook niet vaak meer die driewielers.”

  • OP DE ZESDE DAG SPRAK GOD

    Op de zesde dag sprak God tot de aartsengel Gabriel: “Vandaag ga ik een land creëren, genaamd Nederland. Het zal een land zijn van buitengewone natuurlijke schoonheid, met grote bossen, vol met herten, zwijnen en eekhoorns. Grote rivieren, gevuld met alle mogelijke soorten levende wezens. Het zal een binnenzee krijgen met enorme hoeveelheden vis en ook aan een buitenzee komen te liggen, die men van prachtige goudgele stranden kan overzien.” God ging verder: “Ik zal het land rijk maken door de landbouw en de inwoners zullen grote welvaart kennen. Sommige van hun vrouwen zullen van verblindende schoonheid zijn. Ze zullen bekend worden als Hollanders. En ze zullen het vriendelijkste volk op aarde zijn. En als slagroom op de taart maak ik van het zuiden van Nederland een lieflijk heuvellandschap waar vriendelijke mensen zullen wonen, die bekend zullen staan als Limburgers.” “Maar Heer,” zegt Gabriel, “denkt U niet dat u een beetje te genereus bent voor deze Hollanders?” “Niet echt,”, antwoordt God, “moet je eens opletten wie ze als oosterburen krijgen!”

  • Ik heb het allemaal gehad….

    Deze morgen zat ik op een bank in het park naast een vreemde zwerver.
    “Vorige week had ik nog alles.” zei hij.
    Een kok maakte mijn eten klaar,
    mijn kamer werd gepoetst,
    mijn kleren werden gewassen
    en ik had een dak boven het hoofd.
    Ik had toegang tot het internet,
    beschikte over een fitnessruimte
    en kon regelmatig een stapje in de wereld zetten.
    Als ik eens een dagje lekker wilde niksen deed ik dat gewoon.”
    “Maar wat is er dan eigenlijk gebeurd?”, vroeg ik,
    “Drugs? Gokken? Een vrouw?”
    “Neen”, antwoordde hij,
    “Ik werd ontslagen uit een Nederlandse gevangenis.”

  • MONTEUR EN CARDIOLOOG

    Een monteur demonteerde een cilinderkop van een Harley Davidson toen hij een bekende cardioloog in zijn winkel ontwaarde. De cardioloog stond te wachten totdat de monteur tijd had om even naar zijn motorfiets te kijken. De monteur riep naar de cardioloog dat hij moest komen kijken naar de interne delen van de motor. De cardioloog liep een beetje verbaasd naar de monteur toe. De monteur ging staan, veegde zijn handen aan een doek af zei tegen de cardioloog: “Kijk dokter, ik opende het hart van deze machine, haalde de kleppen er uit, ik heb de schade hersteld en dan zet ik hem weer in elkaar. Als ik dan klaar ben, werkt hij weer als een nieuwe. Hoe komt het dan dat ik per jaar € 39.500,= euro verdien en U € 1.600.000,== terwijl wij in feite hetzelfde werk doen”? De cardioloog wachtte even met antwoorden en begon te glimlachen. Toen zei hij tegen de monteur: “Probeer die reparatie eens uit te voeren met een draaiende motor”

  • Nederlandse les

    Nederlandse les en de juf vraagt: Wie kan er een zin vormen met de woorden ‘waarschijnlijk’ en ‘want’ ?’ Peter steekt zijn vinger in de lucht en zegt: WAARSCHIJNLIJK gaan wij naar Disneyland, WANT mijn vader heeft kaarten gekocht. Zeer goed ! zegt de juf, ‘Wie kan dat ook?’ Pietje steekt ook zijn vinger in de lucht ! Juffrouw slaat haar ogen ten hemel en denkt al: ‘Wat nu weer ?! Ja Pietje, probeer maar’, zegt ze bemoedigend. En Pietje zegt; ‘Mijn moeder ging met de krant naar ‘t toilet…’ Maar Pietje toch ! Dat heeft er helemaal niets mee te maken !’ Wacht, wacht ik ben nog niet klaar!’ roept Pietje. ……WAARSCHIJNLIJK moest ze poepen, WANT lezen kan ze niet.’

  • Jezus kijkt naar je!

    Midden in de nacht drong een inbreker een huis binnen. Hij liet zijn zaklantaarn door de huiskamer schijnen, op zoek naar kostbaarheden. Toen hoorde hij een stem in het donker, die zei: “Jezus weet dat je er bent !” De inbreker kreeg zowat een hart verzakking, knipte zijn zaklantaarn uit en bleef stokstijf staan. Toen hij na een tijdje niets meer hoorde, schudde hij zijn hoofd en ging verder met zijn “werk”. Maar nèt toen hij de dvd-speler naar zich toe trok, zodat hij de bedrading los zou kunnen maken, hoorde hij, luid en duidelijk: “Jezus kijkt naar je !” Helemaal overstuur scheen hij met zijn lantaarn om zich heen, op zoek naar de plek waar de stem vandaan kwam. Uiteindelijk kwam de lichtbundel van zijn zaklamp in een hoek van de kamer tot stilstand, gericht op een papegaai. “Was jij dat, die tegen me praatte ?”, siste de dief tegen de papegaai. “Yes”, bekende de papegaai en krijste verder: “Ik wil je alleen maar waarschuwen dat hij naar je kijkt”. De inbreker ontspande zich weer een beetje: “Me waarschuwen, hè? En wie ben jij dan wel ??” “Mozes”, antwoordde de vogel. “Mozes ?”, lachte de inbreker, “wie noemt een vogel nu Mozes ?” “Hihi”, lachte de papegaai, “mensen die een Rottweiler Jezus noemen!”.

  • Straf

    De directeur stapt de lawaaierige klas binnen.
    Hij wil nu eindelijk die herrieschoppers eens straffen.
    ‘Geert, wat heb jij uitgespookt?’
    ‘Ik heb krijt naar het bord gegooid.’
    ‘Honderd strafregels! En jij Wim?’
    ‘Ik heb een punaise op de stoel van de meester gelegd.’
    ‘Wat?! Tweehonderd strafregels. En jij, Peter?’
    ‘Ik heb snippers door het raam gegooid.’
    ‘Oh nou…, dat valt wel mee; geen strafregels!’
    Op dat ogenblik komt er een jongen binnen, vol blauwe plekken en schrammen.
    ‘En wat doe jij daar?’, vraagt de directeur boos, ‘Hoe heet jij?’
    ‘Swen Snippers, meneer.’

  • Een vrije dag

    Twee medewerkers van een bedrijf zitten te zuchten en kreunen op het werk. Ze zouden zo graag een dagje verlof nemen, maar de baas heeft alle verlof opgeschort omdat er teveel werk is. Plots springt een van de twee op. “Ik weet een manier om enkele dagen verlof te krijgen!” roept hij. “Hoe dan?” vraagt de ander. De man kijkt snel rond – niets te zien van de baas. Hij klimt op zijn buro, neemt enkele tegels van het valse plafond uit, klimt in het plafond. Dan slaat hij zijn benen over een metalen pijp, laat zich zakken en hangt zo met zijn kop naar beneden. Binnen enkele seconden staat de baas er. “Wat is dat hier allemaal?”. “Ik ben een lamp,” zegt de man. “Ik denk dat jij een beetje overspannen bent. Maakt dat je wegkomt, en dat is een bevel! Ik wil je hier minstens twee dagen niet zien!” “Ja meneer de baas,” antwoordt de man heel gedienstig. Hij springt naar beneden en verdwijnt door de deur. De tweede man staat op en loopt ook snel naar de deur. “Hela, waar ga jij naartoe?” vraagt de baas. “Naar huis. Ik kan niet werken in het donker…”

  • twee toeristen

    Twee toeristen bezoeken het plaatsje Natchitoches in Louisiana (VS). Ze discussiëren over hoe je nou eigenlijk de naam van dit plaatsje uitspreekt. Omdat ze er maar niet uitkomen, besluiten ze ergens in het dorp even een hapje te gaan eten. De ene toerist vraagt aan de blonde serveerster: “Mevrouwtje, kunt u eens, lángzaam en duidelijk uitspreken, voor twee simpele toeristen, hoe de plaats heet waar wij ons op dit moment bevinden?” De serveerster buigt zich over de tafel en zegt: “Buuuuuurrrrrrr-geeerrrrrr-kiiiiiiingggggggg…”

  • Vraag aan de chauffeur

    De passagier zit al een tijdje achterin de taxi wil de chauffeur wat vragen, dus tikt hij de man even op z’n schouder om zijn aandacht te trekken. De taxichauffeur geeft een geweldige schreeuw en verliest de macht over het stuur. Het voertuig mist op een haartje na de tram, ramt bijna de voorpui van een monumentaal bordeel, alvorens op het trottoir tussen tientallen driftig fotograferende Japanners tot stilstand te komen. Het is even stil in de taxi. Dan zegt de chauffeur: “Meneer, wilt u dat nóóit meer doen. Ik ben me dood geschrokken.” De passagier zegt dat hij niet had geweten dat de chauffeur zo zou schrikken van een klein tikje op z’n schouder. Waarop de bestuurder zegt: “Het is uw schuld niet hoor. Maar vandaag is mijn eerste dag als taxichauffeur. Hiervoor heb ik 25 jaar lijkwagens gereden.”