• Een aap in een café

    In een geheel leeg café stapt een aap naar binnen en gaat aan de bar zitten en besteld een biertje. De barkeeper denkt, “ik kan wel wat verdienen aan die aap”, het café liep toch al slecht. Hij brengt het biertje en zegt: “Da’s dan 25 gulden.” De aap trekt ergens uit z’n vacht een briefje van 25. Vervolgens besteld de aap nog een pilsje en de barkeeper zegt: “Da’s weer 25 gulden.” Zo gaat dat een tijdje door tot de aap 5 biertjes heeft gedronken. De barkeeper wil nu toch wel eens een praatje met de aap maken. Hij stapt op hem toe en zegt: “Dat gebeurt niet vaak, dat een aap in dit café komt”. “Nee” zegt de aap, “vind je het gek als je 25 gulden voor een biertje moet betalen.”

  • Doodzwijgen

    Een man en zijn vrouw hadden wat probleempjes en besloten elkaar dood te zwijgen. 
    Plotseling realiseerde de man dat hij zijn vrouw de volgende dag nodig had om hem om 5.00 uur wakker te maken voor een vroege zakenvlucht. Hij wilde echter niet de eerste zijn die de stilte zou doorbreken (en dus zou verliezen). Hij schreef daarom op een stukje papier: “Maak me alsjeblieft om 5.00 uur wakker”. Hij legde het papiertje op een plek waarvan hij zeker wist dat zijn vrouw het zou vinden. De volgende ochtend werd de man wakker en kwam tot de ontdekking dat het al 9.00 uur was en dat hij dus zijn vlucht gemist had. Hij was woedend en stond op het punt om op zoek te gaan naar zijn vrouw om er achter te komen waarom ze hem niet had gewekt. Ineens zag hij een papiertje bij het bed liggen.
    Daarop stond: “Het is 5.00 uur. Wakker worden.”

  • Gedronken?

    Ik werd laatst met mijn auto aangehouden op de Almelosestraat. Vraagt die agent: “Meneer, heeft u gedronken?” Ik zeg: “Wat zegt u, ober?” Foutje natuurlijk, dus die agent vraagt nogmaals of ik gedronken heb. “Een biertje of dertig, een paar whisky’s en een paar glazen wijn.” Zegt die agent: “Dan moet u toch even blazen.” Ik zeg: “Hoezo? Geloof je me niet?”

  • Tegenslag

    Zit een man aan de bar met een pilsje, komt opeens een grote gespierde gast binnen en drinkt t pilsje van de de man op.
    Begint de man te huilen… Zegt die brede gast kom op, tis maar n pilsje… 
    Zegt de man, ik kwam vanochtend op mn werk, werd ik ontslagen.. Ik naar huis, mn vrouw weg, meubels alles weg… Ik naar de bank, al mn geld weg…
    Ik dacht, ik pleeg zelfmoord…
    Ik naar de treinovergang, wachten, heeft de trein vertraging…. Ik naar huis, dacht hang mezelf op, knapt het touw…
    Dan maar naar de kroeg, bestel ik me een pilsje, gooi t vol met vergif en drink jij t op…!!!

  • Goudvis

    Kleine Nancy is in de tuin een gat aan het vullen, als de buurvrouw over de 
    heg kijkt.
    Ze is zeer nieuwsgierig wat Nancy aan het doen is, en ze vraagt: “Wat ben je 
    aan het doen, Nancy”?

    “Mijn goudvis is dood gegaan”,vertelt Nancy in tranen, zonder te kijken. “En 
    ik heb hem net begraven”.

    De buurvrouw is verwondert.
    “Dat is een enorm groot gat voor jou goudvis, vindt je niet”? Nancy klopt het 
    laatste beetje grond stevig aan, en antwoord: “Dat komt omdat hij nog in de 
    maag van jou rot-kat zit”.

  • Moppen tappen

    Jantje zit bij opa op schoot in de kantine van het bejaardentehuis. En opeens roept er een bejaarde in de zaal:
    “12!”
    De hele zaal lacht zich kapot. Roept er een andere bejaarde:
    “34!”
    En weer ligt de zaal in een deuk.
    “Waarom lachen jullie?” vraagt Jantje aan opa.
    “Nou,” zegt opa, “We hebben alle moppen genummerd.”
    “O,” zegt Jantje tegen opa, “Dat kan ik ook” en roept:
    “86!”
    De hele zaal blijft doodstil.
    “Waarom lachen jullie niet?” vraagt Jantje verbijsterd aan opa.
    Zegt opa:
    “Die kenden we nog niet”.

  • Frans

    Pietje vraagt aan Sandra: ken jij Frans??

    Sandra: ja dat is mijn oom.

    Pietje: nee ik bedoel spreek jij Frans??

    Sandra: ja hij komt zondag bij ons.

    Pietje: versta jij Frans ??

    Sandra: ja als hij Nederlands spreekt wel.

  • Bejaarden

    Er zitten twee mannen in een bejaardenhuis.
    Zegt de één tegen de ander:
    Ik voel me weer zo jong;
    ik heb wel 50 rondjes om het huis gelopen.”
    Zegt de ander:
    “Ik voel me ook weer zo jong;
    ik heb weer in m’n broek geplast!

  • Veertien Kinderen

    Een vrouw komt met haar veertien kinderen bij de pastoor op bezoek. De kleinste van twee jaar oud loopt naar de pastoor.
    De pastoor: En jongen hoe heet jij?” Jongetje: “Jantje.”
    De volgende komt binnen.
    Pastoor: “En jongen hoe heet jij?” Jongetje: “Jantje.”
    Pastoor: “Ah, heet jij ook jantje?”
    De oudste komt binnen (14 jaar). 
    Pastoor: “En hoe heet jij jongen?” Jongen: “Jantje.”
    Pastoor tegen moeder: “Heten al jouw zoontjes misschien Jantje?”
    Moeder: “Ja, dat is heel gemakkelijk, als ik roep: ‘Jantje opstaan’ staan ze allemaal op, 
    als ik roep: ‘Jantje eten,’ komen ze allemaal eten, 
    als ik roep: ‘Jantje slapen,’ dan gaan ze allemaal slapen.”
    Pastoor: “En als je maar één iemand nodig hebt, hoe doe je dat dan?”
    Moeder: “Dan roep ik gewoon hun familienaam.”

  • Kleine Bennie

    Kleine Bennie zit in de slaapkamerkast van zijn ouders met zijn pluchen beer te spelen. Zijn moeder komt met een vreemde man de slaapkamer binnen, ook om te spelen. Onverwachts komt Bennie’s vader thuis, de vreemde man wordt halsoverkop in de kast verstopt.
    Bennie fluistert: “Ik heb een pluchen beer en als je hem niet voor tien gulden van me koopt, ga ik huilen.” De man betaalt en een paar minuten later zegt Bennie: “Geef mijn beer terug, of ik ga huilen.”
    De beer verwisselt opnieuw van eigenaar. Even later begint Bennie van voren af aan: “Ik heb een pluche beer en als je hem niet voor tien gulden van me koopt, ga ik huilen.”
    Het spel herhaalt zich. Geruime tijd later is de kust vrij, de vreemde man verlaat de kast, 120 gulden armer en zonder beer. De volgende dag vertelt Bennie zijn moeder wat zich in de kast afgespeeld heeft. Zijn moeder stuurt Bennie onmiddellijk ter biecht. In de biechtstoel steekt Bennie van wal: “Ik heb een pluchen beer… “
    Van achter het gordijn: “Grote God! Begin je nu alweer!!!”