Tellen

Een notaris zoekt een nieuwe medewerker om zijn akten af te stempelen.
En omdat op sommige formulieren wel 10 stempels nodig zijn, moet de nieuwe medewerker natuurlijk tot 10 kunnen tellen.

De eerste sollicitant meldt zich, gaat zitten en de notaris vraagt of hij tot 10 kan tellen.
“Ja, natuurlijk”, antwoordt de man, “10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2, 1, 0”
“Ja goed”, zegt de notaris, “maar kun je dat ook vooruit?”
“Nee”, is het antwoord, “ik heb hiervoor bij de NASA gewerkt en daar telden we altijd zo.”
“Niet geschikt. Ik wens u nog een prettige dag verder en stuurt u a.u.b. even de volgende naar binnen.”

De volgende sollicitant, als hij gevraagd wordt of hij tot 10 kan tellen zegt hij:
“Jazeker, 1, 3, 5, 7, 9, 10, 8, 6, 4, 2.”
“Ja, maar kunt u niet van 1 tot 10 tellen in de normale volgorde?”
“Nee”, zegt de man, “ik ben postbode geweest en zo heb ik altijd geteld als ik de huisnummers naliep.”
“Bedankt en tot ziens, de volgende a.u.b.!”

De notaris weer:
“Kunt u tot 10 tellen?”
De derde kandidaat:
“Zeker, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10.”
“Dat is geweldig, waar hebt u hiervoor gewerkt?”
“Nou, bij de gemeente.”
“Bij de gemeente? Daar sta ik van te kijken. Zeg eens, niet dat het nodig is, maar kunt u ook verder tellen dan 10?” vroeg de notaris.
“Maar natuurlijk. Boer, vrouw, koning, aas.”

Similar Posts

  • Een goede daad

    Er komt een man bij Sint-Petrus aan de hemelpoort. Sint-Petrus  vraagt hem of hij tijdens zijn leven op Aarde ooit een goede daad gedaan heeft, waardoor hij zonder twijfel in de hemel thuishoort.

    “Ik kan mij wel zoiets herinneren”, zegt de man.
    “Ik kwam langs een parkeerplaats op de A2 en daar was een groep motorrijders een paar vrouwen aan ‘t lastigvallen.

    Ik riep dus dat ze daar moesten mee ophouden, maar dat hielp niet echt. Toen ben ik op de grootste toe gestapt, heb hem van zijn motor gesleurd, hem op de grond gesmeten, een flinke stomp op zijn neus verkocht en zijn neuspiercing eruit getrokken. Daarna heb ik naar die andere leernichten geroepen: ‘En nu oprotten jullie, of ik leg jullie er allemaal naast!'”

    Petrus  was onder de indruk en vroeg: “Wanneer was dat precies?”Antwoordt de man: “Een half uur gelden volgens mij.”            

  • Oudste Beroep

    Een timmerman, metselaar en een elektricien zitten tegen elkaar op te snijden over wie het oudste beroep heeft. De timmerman: “Weet je nog: Jezus. Die lag in een stalletje, en dat stalletje is gebouwd door, jawel, een timmerman.” Zegt de metselaar: “Nou en, de piramiden stonden er toen al eeuwen en die zijn toch gemetseld.” Zegt die elektricien: “Jullie moeten niet zo ruziën want wij hebben toch het oudste beroep.” “Op de eerste dag zei god: ‘er was licht!’ en toen hadden wij de leidingen al liggen.”

  • In de kroeg

    De kastelein vraag aan de man aan de bar wat hij wenst te drinken. ”Geeft u mij een pilsje”, zegt de man ”en geef die man met die pet op aan het tafeltje er ook een van mij.”

    Zo gezegd, zo gedaan. Als de man aan de bar zijn pilsje leeg drinkt zegt hij tegen de kastelein: “geeft u mij nog een pilsje en die man met de pet op geeft u ook nog een van mij”. Dat tafereel speelt zich zo nog vijf keer af, waarop de vriend van de man met de pet zegt: “geef mij jouw pet eens even, dan krijg ik ook eens iets van die kerel te drinken”. ”Oké” zegt de pettenman en geeft zijn vriend zijn pet.

    Vervolgens zegt de man aan de bar tegen de kastelein: “mag ik nog een pilsje van u en geef de man tegenover die met de pet op ook eens een van mij, want die ander heeft er al genoeg van mij gehad !”

  • Liefde op het eerste gezicht

    Een man en een vrouw zitten rechtover tegen elkaar in de trein, de vrouw zegt tegen de man telkens als je me aankijkt en naar mij glimlacht heb ik de neiging om je bij mij thuis uit te nodigen, wauwww zegt de man is het liefde op het eerste gezicht, nee zegt de vrouw ik ben tandarts.

  • Raadsel

    In de klas is het tijd voor het kringgesprek. De juf zegt: Vandaag gaan we raadsels aan elkaar vertellen.  Jantje begin jij maar. O.K zegt Jantje. Het gaat er droog in, het gaat er nat uit, dan hangt er een druppeltje aan. Rara wat is dat?  Ga jij maar even in de gang staan, zegt juf boos. Op de gang komt Jantje de directeur tegen. De directeur vraagt Jantje, waarom sta jij hier op de gang? Nou, zegt Jantje we gingen raadsels vertellen en ik ben er uitgestuurd. Wat was je raadsel dan? Vraagt de directeur. Het gaat er droog in, het gaat er nat uit, dan hangt er een druppeltje aan. Ga jij maar naar huis Jantje zegt de directeur. Bij thuiskomst vraagt moeder aan Jantje waarom ben jij zo vroeg? Wij gingen raadsels vertellen en ik ben er uit gestuurd. Wat was je raadsel dan? Vraagt moeder. Het gaat er droog in, het gaat er nat uit, dan hangt er een druppeltje aan.  Ga jij maar naar je kamer commandeert moeder.

    Als Jantje op zijn bed zit mompelt hij beteuterd in zichzelf:  Al die ellende om een theezakje

  • Doen of we getrouwd zijn

    Een man gaat met de nachttrein naar de wintersport.
    In de slaapcoupe komt hij tot de ontdekking dat hij de ruimte moet delen met een vrouw.
    Ze stellen zich aan elkaar voor. De vrouw gaat boven slapen, de man onder.
    Ze gaan in bed liggen, maar na een kwartier roept de vrouw:
    ‘Buurman, slaapt u al?’
    ‘Nee’, zegt de man. ‘Ik heb het nogal koud’, zegt de vrouw, ‘wilt u
    misschien het raampje dicht doen?’;
    ‘Natuurlijk’, zegt de man. Hij stapt uit bed, doet het raampje dicht en gaat weer liggen.
    Na een kwartier roept de vrouw: ‘Buurman, slaapt u al?’;
    ‘Nee’, zegt de man.
    ‘Het wordt nogal benauwd’, zegt de vrouw, ‘wilt u misschien het raampje weer open doen?’;
    ‘Oke’, zegt de man. Hij stapt uit bed, doet het raampje open en
    gaat weer liggen.
    Na een kwartier roept de vrouw: ‘Buurman, slaapt u al?’;
    ‘Nee’, zegt de man.
    ‘Het begint nu toch weer koud te worden’, zegt de vrouw, maar ik heb gezien dat daar in het kastje nog een deken ligt. Wilt u die misschien voor mij pakken?’;
    ‘We zouden natuurlijk ook kunnen doen of we getrouwd zijn’, zegt de man.’;
    ‘O, zou u dat willen?’, vraagt de vrouw.
    ‘Tuurlijk !’, zegt de man.
    ‘Ah, dat lijkt me ook wel fijn’, zegt de vrouw.
    ‘Mooi’ zegt de man, ‘Kom uit uwe nest, pak zelf dat deken, kruip weer in uwe nest ,houd uwe snater en laat me slapen !!!!!’

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *