Oorzaken artrose …  

Een dronken, fel naar alcohol geurende man zat in de trein naast een priester.

Zijn das zat vol vlekken, zijn wangen vol rode lippenstift en een halflege fles Bacardi stak deels uit de zak van zijn gekreukte vest. De man opende zijn krant en begon erin te lezen.

Na een vijftal minuten richtte hij zich tot de priester en vroeg: “Zeg, eerwaarde, weet u de oorzaak van artrose?” “Ja, mijn zoon, dat komt door erg losbandig te leven, te veel alcohol te drinken, niet naar de mis te gaan, te slapen met prostituees, geen bad te nemen, kortom losbandig te leven in zonde.” “Oké bedankt”, mompelde de dronken man terwijl hij terug zijn krant indook. De priester, nadenkend over wat hij gezegd had en een beetje nieuwsgierig: “Neem me niet kwalijk maar hoe lang heb je al last van artrose?” “Ikke eerwaarde ? Ik heb geen artrose maar ik lees net in de krant dat de Paus er last van heeft!.”

Similar Posts

  • Een Belg

    Een Belgische dokter vraagt aan zijn stagiair om hem een voormiddag te vervangen. Toen hij terug kwam vroeg hij natuurlijk of alles goed verlopen was. ‘Ik denk het wel’ was het antwoord.

    ‘De eerste patiënt kwam binnen met verschrikkelijke hoofdpijn’. ‘En wat hebt ge gedaan’ vroeg de dokter? ‘Dafalgan voorgeschreven’ was het antwoord. ‘Uitstekend’ zei de dokter.

     ‘De tweede patiënt had last van maagzuur’. ‘En…?’ vroeg de dokter. ‘Ik heb Maalox voorgeschreven’. ‘Weer uitstekend’ zei de dokter.

    ‘Mijn derde patiënt was een hele mooie vrouw, zij kwam nogal hysterisch binnengelopen, kleedde zich volledig uit, ging op de tafel liggen’ en riep: ‘Help mij aub, dokter, het is al vijf maanden geleden dat ik nog een man heb gezien.’

    Waarop de arts vroeg:’en wat hebt ge daar mee gedaan’?

    ‘Oogdruppels voorgeschreven..’

  • De Heer zal me bijstaan

    Een priester, die een wandeling maakt in de vrije natuur, sukkelt in het drijfzand. Wanneer hij ongeveer is weggezakt tot over zijn enkels, passeert er een brandweerwagen. – ‘Heeft u hulp nodig ?’, vragen de brandweerlieden. – ‘Nee, dank U, niet nodig, de Heer zal me bijstaan !’, antwoordt de priester. Wanneer hij tot zijn middel is weggezakt, passeert de brandweerwagen opnieuw en de brandweerlieden vragen : – ‘Heeft u hulp nodig ?’, – ‘Nee, nee, dank U, niet nodig, de Heer zal me bijstaan !’, antwoordt de priester weer. Wanneer enkel nog het hoofd van de priester boven het zand uitsteekt, passeert de brandweer een derde maal. – ‘Heeft U nog steeds geen hulp nodig ?’, vragen ze. – ‘Nee, nee, nee, niet nodig, de Heer zal me redden !’, antwoordt de priester. Uiteindelijk verdwijnt de priester helemaal onder het zand… Aangekomen in het paradijs zegt hij tot God : – ‘Ik ben echt wel naïef. Ik dacht werkelijk dat U me ter hulp zou zijn gekomen !’ En de Heer antwoordt : – ‘Ik heb je 3x de brandweer gestuurd. Ik zie niet in wat Ik nog meer kon doen…!

  • Appelpitjes

    Een Hollander en een Belg zitten tegenover elkaar in de trein. De Hollander haalt een plastic zakje uit zijn jaszak, gevuld met appelpitjes. Hij neemt er een paar uit en eet ze op, en even later doet hij dat nogmaals. De Belg vraagt: ”Waarom eet jij appelpitjes?” De Hollander antwoord: “Daar wordt je slim van.” “Kan ik een paar pitjes van je kopen?” vraagt de Belg. “Natuurlijk” zegt hij “ze kosten € 3,– per stuk”. “Geef mij er dan maar vijf” zegt de Belg en betaald € 15,– . Apetrots eet de Belg er een paar en terwijl het eet zegt hij, “zoveel geld voor een paar pitjes”. Ik vindt dat duur want als ik een kilo appels koop heb ik de pitjes er gratis bij. Zegt de Hollander tegen de Belg:

    “Zie je, het begint al te werken”.

  • Blaascontrole

    Bij een blaascontrole vraagt de agent aan een zatte bestuurder: “Hoeveel pilsjes heeft u op?” De bestuurder: “Heb maar 2 glaasjes gehad” Agent: “Nou volgens mij zijn het er wel meer, u mag nu even blazen.” Na het blazen slaat het apparaat optilt. Agent: “Nou wat voor glaasjes heeft u op meneer?” Bestuurder: Kreeg na een aantal flesjes pas een nieuw schoon glas.

  • Achternaam

    Een mevrouw komt met haar 14 kinderen bij de pastoor. De kleinste van 2 jaar oud komt bij de pastoor: de pastoor: “en jongen hoe heet jij?” Jongetje: “Jantje ” De volgende komt binnen. Pastoor: “en jongen hoe heet jij? ” Jongetje: “Jantje ” Pastoor: “Ah heet jij ook jantje? ” De oudste komt binnen(14 jaar). Pastoor: “En hoe heet jij jongen?” Jongen: “Jantje” Pastoor tegen moeder: Pastoor: “Heten al jouw zoontjes misschien Jantje.” Moeder: “Ja, dat is heel gemakkelijk: als ik roep:’Jantje opstaan’ staan ze allemaal op, als ik roep’ Jantje eten’ komen ze allemaal eten, als ik roep:’ Jantje slapen’ dan gaan ze allemaal slapen.” Pastoor: “En als je maar 1 iemand nodig hebt, hoe doe je dat?” Moeder: “Dan roep ik hun achternaam.”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *