Jezus kijkt naar je!

Midden in de nacht drong een inbreker een huis binnen. Hij liet zijn zaklantaarn door de huiskamer schijnen, op zoek naar kostbaarheden. Toen hoorde hij een stem in het donker, die zei: “Jezus weet dat je er bent !” De inbreker kreeg zowat een hart verzakking, knipte zijn zaklantaarn uit en bleef stokstijf staan. Toen hij na een tijdje niets meer hoorde, schudde hij zijn hoofd en ging verder met zijn “werk”. Maar nèt toen hij de dvd-speler naar zich toe trok, zodat hij de bedrading los zou kunnen maken, hoorde hij, luid en duidelijk: “Jezus kijkt naar je !” Helemaal overstuur scheen hij met zijn lantaarn om zich heen, op zoek naar de plek waar de stem vandaan kwam. Uiteindelijk kwam de lichtbundel van zijn zaklamp in een hoek van de kamer tot stilstand, gericht op een papegaai. “Was jij dat, die tegen me praatte ?”, siste de dief tegen de papegaai. “Yes”, bekende de papegaai en krijste verder: “Ik wil je alleen maar waarschuwen dat hij naar je kijkt”. De inbreker ontspande zich weer een beetje: “Me waarschuwen, hè? En wie ben jij dan wel ??” “Mozes”, antwoordde de vogel. “Mozes ?”, lachte de inbreker, “wie noemt een vogel nu Mozes ?” “Hihi”, lachte de papegaai, “mensen die een Rottweiler Jezus noemen!”.

Similar Posts

  • Annie bij de bakker

    Annie komt bij de bakker, zegt de bakker: “Hallo Annie, wat zie jij er goed uit.” “Ja,” zegt Annie, “ik heb een facelift gehad moet jij maar eens schatten hoe oud ik ben.” “Nou,” zegt de bakker, “ik schat 42 jaar.” “Nee,” zegt Annie, “53.” Even later komt Annie bij de slager die ook weer een complimentje naar Annie maakt. “Ja,” zegt Annie, “moet jij maar eens schatten hoe oud ik ben.” “Nou,” zegt de slager, “ik denk 44.” “Nee,” zegt Annie, “53.” Na het winkelen staat Annie op de bus te wachten komt een man die ook weer tegen Annie zegt dat ze er goed uitziet. “Ja,” zegt Annie, “moet jij maar eens raden hoe oud ik ben.” “Nou,” zegt die man, “dat zou ik zo niet kunnen zeggen maar als ik even in je broek mag voelen dan kan ik het je zo vertellen.” Oké, Annie laat de man met zijn hand in haar broekje graaien en na vijf minuten is de man klaar en zegt: “53 jaar.” “Zo,” zegt Annie, “dat jij dat kunt voelen aan mijn poesje?” “Nou nee,” zegt de man, “ik stond net achter je bij de bakker.”

  • Huissleutel

    Een alleenwonende man verloor zijn huissleutel. Hij belde zijn ouders die in een klein dorpje in het hoge noorden woonden; zij zouden de reservesleutel opsturen.
    De man trok zo lang bij een vriend in. De volgende dag liep hij de postbode tegemoet, maar deze had niets bij zich.
    De man mopperde: Ach ja, de post in dat boerengat werkt natuurlijk niet zo vlug, en ging weer voor een nacht naar zijn vriend. De volgende morgen reed hij weer naar zijn huis om de post op te vangen, maar was net iets te laat.
    De postbode kwam net de tuin uit en zei: Ik heb de brief in de bus gegooid hoor!’

  • Fiets op slot

    Een man fietst voortdurend langs Paleis Soestdijk. Op een gegeven moment rijdt hij de oprijlaan op en zet zijn fiets tegen het paleis neer. Meteen wordt hij op zijn nek gesprongen door twee marechaussees. “U moet die fiets daar weghalen,” zegt de een. “Waarom?”, vraagt de man. “Prins Bernhard komt zo langs,” zegt de marechaussee. “Nou en,” zegt de man, “hij staat toch op
    slot?”

  • OP DE ZESDE DAG SPRAK GOD

    Op de zesde dag sprak God tot de aartsengel Gabriel: “Vandaag ga ik een land creëren, genaamd Nederland. Het zal een land zijn van buitengewone natuurlijke schoonheid, met grote bossen, vol met herten, zwijnen en eekhoorns. Grote rivieren, gevuld met alle mogelijke soorten levende wezens. Het zal een binnenzee krijgen met enorme hoeveelheden vis en ook aan een buitenzee komen te liggen, die men van prachtige goudgele stranden kan overzien.” God ging verder: “Ik zal het land rijk maken door de landbouw en de inwoners zullen grote welvaart kennen. Sommige van hun vrouwen zullen van verblindende schoonheid zijn. Ze zullen bekend worden als Hollanders. En ze zullen het vriendelijkste volk op aarde zijn. En als slagroom op de taart maak ik van het zuiden van Nederland een lieflijk heuvellandschap waar vriendelijke mensen zullen wonen, die bekend zullen staan als Limburgers.” “Maar Heer,” zegt Gabriel, “denkt U niet dat u een beetje te genereus bent voor deze Hollanders?” “Niet echt,”, antwoordt God, “moet je eens opletten wie ze als oosterburen krijgen!”

  • Lezen

    Lees de zinnen achter elkaar hardop voor.

    ik zo kat
    ik hou kat
    ik je kat
    ik een kat
    ik sukkel kat
    ik ongeveer kat
    ik veertig kat
    ik seconde kat
    ik van kat
    ik zijn kat
    ik werk kat
    ik af kat

    dit slaat nergens op die zinnetjes.

    Lees nu van de zinnen de middelste woorden achter elkaar op.

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *