Hoe oud ben ik?

Meester is jarig. Hij vraagt aan de kinderen: “Raad eens hoe oud ik geworden ben.”
Zegt Jantje: “58.”
“Mis.”
Zegt Marietje: “49.”
“Ook mis.”
Richie: “Meester, u bent 42 geworden.”
“Goed zo, m’n jongen. Hoe heb je dat zo goed geraden?”
“Nou meester, dat zit zo: mijn broer is 21 en da’s een halve idioot.”

 

Similar Posts

  • Sneeuw

    Stefan en zijn blonde vrouw Anette luisteren tijdens het ontbijt naar de radio en horen de regionale nieuwslezer zeggen :
    “Er wordt 8 tot 10 cm sneeuw verwacht vandaag.
    Wilt u uw auto aan de kant van de straat parkeren met de oneven nummers, dan kan de sneeuwploeg er ongestoord langs rijden.”
    Anette gaat naar buiten en zet haar auto op de aangegeven plaats.
    Een week later, weer tijdens het ontbijt, meldt de nieuwslezer op de radio
    “We verwachten vandaag 10 tot 12 cm sneeuw.
    Wilt u uw auto aan de kant van de straat parkeren met de even nummers zodat de sneeuwploeg er ongestoord door kan?”
    Anette gaat naar buiten en plaatst haar auto weer op de aangegeven plaats.
     Weer een week later, weer tijdens het ontbijt zegt de nieuwslezer
    “Wij verwachten 12 tot 14 centimeter sneeuw.
    Wilt u uw auto . . .
    Op dat moment valt de stroom uit……………..
     Anette is in alle staten en met een bezorgd gezicht vraagt ze aan haar man Stefan:
    “Schat, nu weet ik niet wat ik moet doen.
    Aan welke kant van de straat moet ik nu de auto parkeren zodat de sneeuwploeg er ongestoord door kan???”
     Waarop Stefan met de liefde en begrip in zijn stem, zoals alle mannen hebben die met een blonde vrouw getrouwd zijn, antwoordt :
    “Schat, waarom laat je hem deze keer niet gewoon in de garage staan ???”
  • Aan de hemelpoort

    Er komt een prostituee bij de hemelpoort.
    Petrus vraagt wat ze vroeger geweest is.
    De vrouw bekent dat ze prostituee is geweest.
    ‘Dan mag je hier niet naar binnen, ‘ zegt Petrus, ‘ga daar maar even op het bankje zitten.’

    De vrouw gaat op het bankje zitten huilen.
    Komt er een oud baasje bij de hemelpoort met een enorme zak op zijn rug.
    Hij loopt naar het huilende vrouwtje op het bankje, en vraagt wat er aan scheelt.
    Ze legt uit: ‘Ik ben vroeger prostituee geweest, en nu mag ik niet naar binnen.’

    ‘Is dat het ?’ , zegt de man. ‘Ik ben kleermaker geweest. Weet je wat ?
    Ik heb een zak met oude kleren op mijn rug.
    We gooien de kleren eruit en jij gaat in die zak zitten.
    Dan smokkel ik jou de hemel in !’
    Zo gezegd, zo gedaan.

    De kleermaker loopt naar de hemelpoort, en Petrus vraagt de man wat hij vroeger geweest is.
    ‘Ik ben kleermaker geweest,’ zegt de man.
    ‘Dan mag je naar binnen,’ zegt Petrus.
    Als de man voorbij loopt, vraagt Petrus : ‘Maar wat zit er in die zak?’
    Zegt de kleermaker: ‘O, een oude naaimachine!

    ˜OK, loop maar door!

  • Boekhouder

    De peetvader van een maffiaclan kwam er achter dat zijn doofstomme boekhouder 10 miljoen euro verduisterd had. Hij had de doofstomme boekhouder aangenomen omdat hij toch niks kon horen.Het missende geld wou hij echter meteen terug en hij haalde Jantje erbij omdat die gebarentaal kon.De peetvader vroeg: “Vraag hem waar de 10 miljoen zijn die hij van mij verduisterd heeft!”Jantje gebaarde deze vraag naar de boekhouder. De boekhouder antwoordde in gebarentaal: “Ik weet niet waar je het over hebt.”Jantje tegen de peetvader: “Hij weet niet waar je het over hebt.”Hierop haalde de peetvader een pistool boven, plaatste de loop tegen de slaap van de boekhouder en zei: “Vraag het hem opnieuw.”Jantje gebaarde aan de boekhouder: “Hij gaat je vermoorden als je het hem niet zegt!”De boekhouder: “OK! Hij wint! Het geld zit in een bruine tas die begraven ligt in de tuin van mijn neef, Voorstraat 18 in Utrecht!”De peetvader vroeg aan Jantje: “En, wat is zijn antwoord?”Jantje: “Hij zegt dat je het lef niet hebt om te schieten.”

  • EEN KIJKJE NEMEN IN DE HEMEL

    Er loopt een man door het Springendal. Plotseling komt hij op een kale plek en ziet voor zich een touw hangen. Hij kijkt waar het touw vandaan komt, maar dat touw verdwijnt gewoon in de wolken… zo hoog. De man wordt nieuwsgierig en klimt naar boven. Hij klimt en klimt en klimt en klimt… tot hij bij de Hemelpoort komt. Petrus kijkt de man verbijsterd aan. ‘Wat doet u hier, het is nog lang uw tijd niet!’ De man legt uit hoe hij er is gekomen is en vraagt:’Goh, nu ik hier toch ben.. mag ik dan even een kijkje nemen?’ Petrus haalt zijn schouders op en zegt:’Waarom ook niet, als je maar zorgt dat je stipt om 2 uur terug bent. Dan haal ik het touw weg en is er geen weg terug.’ De man stemt in en hij verdwijnt de hemel in. En het is er prachtig! Mooi weer… mooie stranden… mooie vrouwen… gratis bier en hapjes…noem maar op! Je snapt het natuurlijk al, de man vergeet helemaal de tijd. Om 3 uur slaat de schrik hem om het hart en hij spurt terug naar de Hemelpoort en jawel hoor… het touw is weg. Petrus ziet de man en haalt zijn schouders op: ‘Sorry hoor, ik heb je gewaarschuwd! Er is geen weg meer terug. Ga maar weer de hemel in.’ De man begint te smeken of hij a.u.b. weer terug mag… zijn werk op aarde is nog niet af… vrouw en kinderen kunnen hem nog niet missen, etc…, etc…. Petrus laat zich uiteindelijk vermurwen. ‘Het enige wat ik voor je kan betekenen is je veranderen in een spin. Dan kun je zelf een draad spinnen en je naar beneden laten zakken. Eenmaal op aarde verander je vanzelf weer in een mens.’ De man stemt in, wat moet hij anders. En Petrus verandert hem in een spin. De man/spin laat zich aan zijn eigen draad zakken en jawel hoor, 30 meter boven de grond is het spinrag op. De man is wanhopig. ‘Zo kan ik toch niet blijven hangen?’, denkt hij en hij perst er nog een stuk spinrag uit… jawel… weer 5 meter verder…. ‘ ‘Nee,’ denkt die man, da’s me nog te hoog! ‘Hij haalt heel diep adem en ‘mmmmmppppppffffff,’ hij probeert er weer wat spinrag uit te persen…. Op dit moment maakt zijn vrouw hem wakker: ‘JOOP!!!!! wakker worden…. je schijt het hele bed onder!!!’

  • De bootreis

    Er zit een meisje in een café nogal sip te kijken en te zuchten. Een jongen gaat naar haar toe, en vraagt wat er aan de hand is. ‘Nou,’ zegt het meisje, ‘ik zou zo graag mijn zus eens bezoeken in Zuid-Afrika, maar de bootreis is veel te duur.’ ‘O, maar dat komt goed uit,’ zegt de jongen, ‘want ik ben matroos. Ik wil je best in mijn plunjezak het schip op smokkelen.’ ‘Dat zou geweldig zijn,’ zegt het meisje, ‘maar wat moet ik daar voor doen?’ ‘Nou,’ zegt de jongen, ‘ik kom je elke avond eten brengen. En dan zou ik het fijn vinden als ik een half uurtje bij je mag komen liggen.’ ‘Dat is wel goed,’ zegt het meisje. Dus wordt het meisje het schip op gesmokkeld. Elke avond komt de matroos haar eten brengen, en blijft dan een half uurtje bij haar. Na drie weken vindt het meisje de reis wel lang gaan duren. Ze besluit maar eens naar boven te gaan. Boven gekomen ziet ze de kapitein lopen, en aan hem vraagt ze: ‘Kapitein, duurt het nog lang voordat we in Zuid-Afrika zijn?’ ‘Nogal,’ zegt de kapitein, ‘want dit is de veerboot naar Texel.’

  • Houden

    Hoe langer je bij dezelfde vrouw bent, des te meer ze van je gaat houden:
    Als je verkering krijgt zegt ze: “Ik hou van je.”
    Tijdens de verloving zegt ze: “Ik hou heel veel van je.”
    Op je trouwdag zegt ze: “Ik hou steeds meer van je.”
    Met de scheiding zegt ze: “Ik hou alles van je.”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *