Similar Posts
Muizenplaag
Een pastoor had erg veel last van muizen in de kerk.
Die beesten renden zelfs tijdens de mis door de kerk.
De pastoor strooide gif, zette klemmen, liet een paar katten los in de kerk, maar het hielp niets.
Altijd liepen er wel weer muizen.
Op een zondag, voordat hij met de preek zou beginnen, vroeg hij hulp van de beminde gelovigen, wie van hen een oplossing had tegen de muizenplaag.
Een wat oudere vrouw staat op en zegt: “Pastoor u moet die muizen dopen”.
“Dopen? mijn dochter.
Hoe zo helpt dat dan?” vroeg de pastoor.
“Jawel, meneer pastoor. Ik heb 11 kinderen, allemaal gedoopt en er komt er geen een meer in de kerk”.
Bezem
Chris was tijdelijk kassier in een supermarkt. Hij zag een vrouw die ongeduldig aan het eind van een lange rij mensen stond aan te schuiven. Ze stond hoorbaar te zuchten over de traagheid waarmee Chris z’n werk deed aan de kassa. Toen het haar beurt was en Chris er plots iemand moest bij roepen om de kassarol te vervangen, riep de vrouw: “Ik mag van geluk spreken als ik tegen zondag weer thuis ben met m’n boodschappen!” “Geen probleem mevrouwtje” antwoordde Chris.
“Er Is veel wind, en met die nieuwe bezem die je net gekocht hebt, ben je in een paar seconden weer thuis”
Ik ben een jongetje
Twee baby’s (een meisje en een jongetje) liggen in hun bedje. Zegt het jongetje: “Ik ben een jongetje!” Daarop reageert het meisje: “Hoe weet je dat?” “Nou, als onze moeders weg zijn, zal ik het je laten zien.” Als even later de moeders de slaapkamer hebben verlaten vraagt het meisje: “Laat je me nou zien, dat je een jongetje bent?” “Natuurlijk!” Het jongetje doet de dekentjes opzij…….. “Kijk maar, blauwe sokjes!”
Geel, rood, blauw mannetje
Een trucker ziet langs de weg een geel mannetje staan dat weent. Hij stopt, gaat ernaar toe en vraagt wat er scheelt. Het mannetje antwoordt: ‘Ik ben geel, kom van Venus, ben homofiel en heb honger’. ‘Tja’ zegt de chauffeur ‘ik kan je een sandwich geven maar verder kan ik je spijtig genoeg niet helpen’. Hij geeft de sandwich en zet de rit verder.
Even later ziet hij langs de weg een rood mannetje staan wenen. Weer stopt hij en vraagt wat er scheelt. Het mannetje antwoordt: ‘Ik ben rood, kom van Mars, ben homofiel en heb dorst ‘. De trucker zegt: ‘Ik kan je een blikje cola geven maar verder kan ik je niet helpen’. Hij geeft een cola en zet zijn weg verder.
Even verder ziet hij een blauw mannetje staan. De trucker is deze spelletjes moe, stopt, gaat boos naar het blauwe mannetje toe en zegt: ‘Jij zult ook wel homo zijn en van wat voor een achterlijke planeet kom jij en wat moet jij nu weer hebben?’. Waarop het mannetje antwoordt: ‘Uw identiteitskaart en uw rijbewijs.’
Wat een pech
Farid rijdt met zijn VW-busje en gezinnetje (Fatima en negen schattige kinderen) voor het eerst naar de noordzeekust. In Scheveningen aangekomen bemerkt hij een plaatje met de tekst: ‘Duinenweg’.
‘Gloeiende, gloeiende!’ klaagt Farid ‘Duinen zijn weg!’
Even later merkt hij een plaatje met ‘Strandweg’ en daarna met ‘Zeeweg’.
‘Alles weg!’ klaagt hij nogmaals. ‘Wij dan maar beter teruggaan naar huis.’
Het begint al te schemeren als een politiepatrouille Farid staande houdt.
‘Uw rechter voorlicht brandt niet,’ meldt de agent. ‘Lamp en licht ook weg!’ klaagt de radeloze man. ‘Geen nood,’ zegt de agent. ‘Drie kilometer verderop bevindt zich een benzinestation. Daar kunt u een nieuwe lamp kopen.’
Farid is opgelucht dat hij geen boete heeft gekregen en rijdt verder. Even later arriveert hij bij het benzinestation en bemerkt een bordje met de tekst:
‘Halogeenlampen’…




