Bij de grens

Er komt een man op een fiets aangereden met een zak op de bagagedrager.

Douanebeambte: “Heeft u iets aan te geven?”
Man: “Nee”.
Douane: “Wat heeft u dan in die zak?”
Man: “Zand”.
Tijdens de controle blijkt dat het inderdaad om zand gaat.
Een week lang komt de man elke dag met zijn fiets bij de grens met een zak op de bagagedrager.

Op de 8e dag wordt de douanebeambte toch wantrouwend.
Douane: “Wat vervoert u in die zak?”
Man: “Zand”.
Douane: “Mmmmm, even kijken”.
Deze keer wordt het zand gezeefd. Uitslag: alleen maar zand.
Elke dag passeert de man met zijn fiets en een zak de grens.

Na twee weken wordt het de douanier toch te bont en hij stuurt het zand naar een laboratorium voor nader onderzoek.

Resultaat: het is alleen maar zand!
Na twee verdere maanden van zandtransport houdt de douaneman het niet meer uit en hij zweert:

“Ik geef u zwart op wit dat ik u niet zal aangeven, maar ik voel aan mijn klompen dat u iets smokkelt. Wat is het?”
De man antwoordt: “Fietsen”.

Similar Posts

  • Een Rondje

    Een islamiet komt een café binnen en bekijkt een man met een keppeltje op zijn hoofd aan het eind van de toog.

    Hij roept heel luid: “Rondje voor iedereen, behalve voor die Jood daar! ”

    Als iedereen zijn drank gekregen heeft bekijkt de Jood hem met een grote glimlach en zegt “dank u wel.”

    Die reactie irriteert de Arabier en nog luider dan de eerste keer roept hij: “Geef iedereen wat te drinken, maar die Jood daar krijgt niks! ”

    Iedereen wordt bediend en de Jood bedankt hem nog vriendelijker dan eerst.

    De Arabier leunt naar voren en vraagt de vrouw achter de bar: “Is die Jood soms achterlijk dat hij mij bedankt?”

    “Nee”, zegt ze, “‘t is de baas van ’t café.”

  • Blond?

    Een klein, blond meisje komt op een avond thuis van school. Ze loopt naar haar moeder en zegt: “Mama, vandaag hebben we leren tellen op school. Alle andere meisjes konden maar tot 5 tellen, maar luister eens naar mij: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 !

    Dat is toch heel goed hé, niet?” “Jazeker lieverd, heel flink.” “Is dat omdat ik blond ben, mama?” “Jazeker lieverd, dat is omdat je blond bent.”

    De volgende dag komt ze opnieuw van school en zegt tegen haar moeder: “Mama, vandaag hebben we het alfabet geleerd op school. Alle andere kinderen raakten maar tot aan de D, maar luister eens naar mij: A, B, C, D, E, F, G, H, I, J, K !

    Da’s toch goed van mij hé?” “Jazeker lieverd, heel flink.” “Is dat omdat ik blond ben, mama?” “Jazeker lieverd, dat is omdat je blond bent.”

    De volgende dag komt ze huilend terug van school: “Mama, vandaag zijn we gaan zwemmen. Geen van de andere kinderen heeft borsten, maar kijk eens naar mij!” Ze opent haar blouse en toont haar indrukwekkende D-cups aan haar moeder.

    “Is dat ook omdat ik blond ben, mama?” “Neen lieverd, dat is omdat je 25 bent.”

  • Belg naar de bioscoop

    Er komt een Belg bij de bioscoop en vraagt aan de mevrouw 1 kaartje voor de film.
    “Dat word dan 7,50″, zegt de mevrouw.
    De Belg betaalt, neemt het kaartje aan en gaat naar de filmzaal.
    Even later loopt de Belg terug naar de vrouw en vraagt nog een kaartje. De vrouw begrijpt het niet maar vraagt er niet naar. De man loopt weer naar de bioscoopzaal. Even later loopt de Belg weer terug naar de vrouw en vraagt weer een kaartje. Dit doet de man zo nog 6 keer.
    “Waarom ga je niet naar de film meneer?” Vraagt de mevrouw.
    “Bij de ingang van de bioscoopzaal scheurt iemand heel de tijd mijn kaartje kapot”, antwoordt de Belg treurig.

  • Telefoon

    • Om half vier ‘s nachts ging de telefoon bij Frits. Moeizaam kwam hij uit bed en vond op de tast de telefoon. “Spreek ik met meneer Van Rensburg?” vroeg een boze stem aan de andere kant van de lijn. “Ja, inderdaad,” mompelde Frits. “Met Smit van de overkant. Ik bel even om te zeggen dat het geblaf van uw hond me gek maakt. Laat hem alstublieft onmiddelijk ophouden.” De volgende nacht om drie uur ging de telefoon bij Smit. “Hallo?” mompelde hij slaperig. “Meneer Smit, met Van Rensburg van de overkant.” “Om drie uur ‘s nachts? Bent u gek geworden?” “Meneer Smit, ik bel even om te zeggen dat ik geen hond heb.
  • Pas gekochte hond

    Een kerel gaat met zijn pas gekochte hond naar de dierenarts. Eindelijk is hij aan de beurt en komt met zijn hond de behandelkamer binnen. “En?”, vraagt de dierenarts, “wat is het probleem?”. “Nou”, zegt de eigenaar van het beest, “ik heb hem gekocht om te waken, maar elke keer als de bel gaat, dan gaat mijn hond in de hoek zitten”. De dierenarts wrijft eens vakkundig over zijn kin en zegt tenslotte: “ja…dat doen boxers”.

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *