Vrouwen praten te veel.

Een agent stopt een auto op  de A16 .
Goedemiddag meneer, wij registreerden net een snelheid van 140 kilometers’ zegt de agent.
De bestuurder antwoordt ‘Maar dat kan niet, ik had de cruise-control aan op 110, misschien is uw radar niet accuraat’
Zijn vrouw ernaast kijkt niet eens op van haar breiwerk terwijl ze zegt: ‘doe niet zo mal  lieverd, je weet best dat deze auto geen cruise-control heeft …’  
Terwijl de bekeuring wordt uitgeschreven zegt de man tussen zijn tanden ‘kun jij niet gewoon eens een keertje je mond houden?’  
De vrouw glimlacht minzaam en zegt: ‘Wees blij dat je radarverklikker op tijd afging.’
Terwijl de agent een  tweede bekeuring schrijft voor de illegale detector, kijkt de man zijn  vrouw aan en gromt ‘Verdomme mens, hou asjeblieft je kop dicht !’  
De agent fronst zijn wenkbrauwen en merkt op dat de bestuurder zijn veiligheidsgordel niet om heeft.
De bestuurder legt uit dat hij deze heeft losgemaakt op het moment dat hij aangehouden werd, zodat hij zijn rijbewijs uit zijn kontzak kon pakken.
Zijn vrouw zegt onverstoorbaar: ‘Maar schat, je weet best dat je je gordel niet om had. Je doet hem toch nooit om als je rijdt?’
Terwijl de agent de derde bekeuring uitschrijft,  kijkt de man verwilderd zijn vrouw aan en schreeuwt : ‘Wil je dan nu GODVERDEGODVER alsjeblieft eens een keer JE MUIL HOUDEN !!!??’  
De agent kijkt de vrouw aan en vraagt: ‘Praat uw man altijd zo tegen u mevrouw?’

‘Ach welnee agent, alleen als ‘ie gedronken heeft ……’

Similar Posts

  • Mijn schoonzoon de chirurg

    Een oudere man ligt op de operatietafel, net voor de ingreep. Hij had erop aangedrongen geopereerd te worden door zijn schoonzoon, een uitstekend chirurg. Vlak voor hij in slaap zou gedaan worden, zegt hij tot zijn schoonzoon:
    “Wees niet nerveus en doe je best. Denk eraan dat, als er iets misloopt, je schoonmoeder bij je in huis komt inwonen!”

  • Telefoon

    Een mobiele telefoon gaat af en een van hen begint een gesprek
    Iedereen in de club luistert natuurlijk mee.
    MAN: “Hallo”
    VROUW: “Schat, ik ben het. Ben je op de club?”
    MAN: “Ja”
    VROUW: “Ik ben aan het winkelen en ik heb een onwijs mooi lerenjasje gezien. Het kost maar 1000 euro. Mag ik het kopen?”
    MAN: “Natuurlijk, … als je het mooi vindt moet je het kopen.”
    VROUW: “Ik ben ook nog even langs de Mercedes garage gegaan. Ik heb de nieuwe 2004 modellen gezien. Er was er eentje zo mooi.”
    MAN: “Hoeveel kost ie?”
    VROUW: “80,000 euro”
    MAN: “OK, maar voor die prijs wil ik wel alle accessoires erbijkrijgen.”
    VROUW: “Geweldig! Oh, ja nog een ding …. het huis dat we vorig jaar zo graag wilden kopen, staat weer te koop. Ze vragen 950.000 euro.”
    MAN: “Nou, breng maar een bod uit. Bied maar 900,000 euro.”
    VROUW: “OK. Ik zie je later vanavond. Ik hou van je!”
    MAN: “Doei, ik hou ook van jou.”
    De man hangt op. …….. De andere mannen in de club kijken vol verbazing naar hem.

    Dan vraagt hij: “Weet iemand van wie deze g.s.m. is?”

  • Controle van een Priester

    Een oudere priester heeft een jongere collega op bezoek. Tijdens het avondeten bemerkt de jonge priester het bevallige figuur van de huishoudster. Hij weet niet wat hij zich bij de relatie van de oudere priester met diens huishoudster moet voorstellen. De oude priester bemerkt de blik in de ogen van de jonge priester en verzekert hem dat er niets gaande is tussen hem en zijn huishoudster.

    Een week later merkt de huishoudster op dat er al een week een sauslepel ontbreekt. De oudere priester schrijft hierop een brief naar zijn jonge collega: “Ik zeg niet dat je de sauslepel hebt meegenomen, maar ik zeg ook niet dat je hem niet hebt meegenomen; een feit is wel dat hij nu al een week ontbreekt.”

    Enkele dagen later ontvangt de oudere priester een antwoord: “Ik zeg niet dat je met je huishoudster slaapt en ik zeg ook niet dat je niet met haar slaapt, maar feit is wel dat als je in je eigen bed sliep, je hem nu al wel gevonden zou hebben.”

  • Een Haas

    Een Nederlander en een Duitser zijn aan het jagen in een groot bos. Ze zien allebei een haas en schieten direct. Als ze bij de haas zijn zegt die Duitser: “Das ist mein haas, habe ich geschossen.” “Nou nee, ik dacht het van niet” zegt de Nederlander, “Jij hebt ‘m in zijn poot geraakt, en dat schot door zijn kop is van mij”. “Nein!” zegt die Duitser.“Echt wel!” zegt de Nederlander weer.

    Ze komen er niet uit op deze manier. Dan zegt de Nederlander: “Ik stel voor dat we dit als mannen onder elkaar oplossen.” “Ok,” zegt de Duitser, “einverstanden. Wie dan?”

     “Nou, kijk dan doen we zo, we gaan allebei een keer met de benen gespreid staan, en geven om de beurt de ander een enorme schop tussen de benen, wie het hardst schopt heeft gewonnen en die krijgt de haas. “Ok” “Ok, machen wir,”

    “Ik begin”, zegt de Hollander. Dus de Duitser gaat wijdbeens staan en krijgt me toch een schop … Huilend en rollend gaat ‘ie door het gras, na een kwartier staat ‘ie weer op, nog een beetje krom maar het ging wel weer.

    “So.” zegt ie “und jetzt ist mein beurt.” “Nou”, zegt de Hollander, “neem jij die haas maar…”

  • Hoesten

    Jans werkte tijdelijk in een apotheek, doch slaagde er nooit in het geschikte drankje mee te geven.

    Z’n baas waarschuwde Jans dat hij hem zou moeten ontslaan als hij weer verkeerde medicijn zou verkopen.

    Toen een klant een middel tegen een hardnekkige hoest wilde, gaf Jans de man echter een laxeermiddel.

    Hij gaf hem zelfs de raad: “Neem maar direct een grote slok!”

    Buitengekomen begint het drankje al te werken en de man houdt zich vast aan een lantaarnpaal.

    De apotheker zegt kwaad tegen Jans “Ge weet toch wel dat een laxeermiddel de man z’n hoest niet zal stoppen!”

    “Toch wel” repliceert Jans “Kijk maar, hij is gewoon erg bang om nog te hoesten!”

  • Duitse les

    DER, DIE, DAS. Jantje zit met zijn klasgenootjes in de Duitse les. De juffrouw heeft een oefening bedacht en legt deze uit: ‘Wie kan een zin bedenken waar de drie Duitse lidwoorden DER, DIE en DAS in voorkomen?’ Jantje denkt even na en steekt zijn vinger op. De juffrouw ziet dit en vraagt aan Jantje zijn zin op te zeggen. Jantje zegt: ‘Nou juf…, MEINE SCHWESTER HAT EIN KINDCHEN BEKOMMEN .’ De juf antwoordt: ‘Maar Jantje, daar zitten toch niet de drie lidwoorden in? ‘ Waarop Jantje zegt: ‘Maar ik was nog niet klaar.’ 

    En hij gaat verder: ‘… ABER DER DIE DAS GEMACHT HAT, IST VERSCHWUNDEN.’

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *