• De man

    God schiep de ezel en zei tot hem : “Je zult een ezel zijn, die constant zal
    werken en zware lasten op zijn schouders zal dragen. Je zult gras eten en
    intelligentie ontberen. Je zult 25 jaar leven.”
    De ezel antwoordde : “Op die wijze 25 jaar leven, dat is veel te lang!
    Alstublieft, geef mij 15 jaar te leven.” En zo geschiedde …
    Daarna schiep God de hond en zei tot hem : “Je zult een hond zijn, je zult
    je baas en alles wat hem toebehoort bewaken en je zult zijn beste vriend
    zijn. Je zult het afval van zijn tafel eten en 30 jaar leven.” De hond
    antwoordde : “30 jaar leven als een hond, dat is veel te lang! Alstublieft,
    geef mij maar 15 jaar te leven.” En zo geschiedde …
    Vervolgens schiep God de aap en sprak tot hem : “Je zult een aap zijn, je
    zult als een idioot van boom tot boom springen, je zult komisch zijn en 20
    jaar leven.” De aap antwoordde : “De idioot uithangen gedurende 20 jaar, dat
    is veel te lang! Alstublieft niet langer dan 10 jaar.”
    En zo geschiedde …
    Uiteindelijk schiep God de man en sprak tot hem : “Je zult een man zijn, het
    enige levende wezen op aarde met een denkvermogen. Je zult gebruik maken van
    je intelligentie om de heerser van de aarde te zijn, je zult de aarde en
    zijn bewoners domineren en je zult 30 jaar leven.” De man antwoordde : “Máár
    30 jaar? Dat is veel te weinig om er van te profiteren! Alstublieft geef mij
    de 10 jaar die de ezel weigerde, de 15 jaar van de hond en de 10 jaar van de
    aap.”
    En zo geschiedde ….
    Dat is de reden waarom vandaag een man 30 jaar leeft zoals een man, dominant
    en gelukkig. Vervolgens trouwt hij en leeft hij 10 jaar als een ezel, hard
    werkend en een zware last op zijn schouders dragend. Daarna komen er
    kinderen en leeft de man 15 jaar als een hond, die zijn huis en zijn
    bewoners bewaakt en krijgt wat de anderen niet wilden. Uiteindelijk komt
    zijn oude dag en leeft hij nog 10 jaar als een aap, de clown uithangend om
    zijn kleinkinderen te vermaken.
    Zoals hij gevraagd had …

  • Erge dorst

    Ligt er een man in het ziekenhuis en is aan zijn mond geopereerd, en heeft hele erge dorst. Dus roept hij de zuster en zegt: “Ik heb dorst!” tussen zijn lippen door.
    Zegt de zuster terug: ”Maar je kan niet drinken je mond zit dicht” Zegt de man terug:” Giet het maar via m’n kont binnen! ” Zegt de zuster tegen de patiënt:” Oké, wat u wilt, wat wilt uw ? Koffie of thee ?
    ”Thee” antwoord de Patiënt. De zuster gaat weg om te overleggen met de andere dokters en zusters en komt terug met een trechtertje en een thee gietertje.
    Zegt ze tegen de patiënt:” Draai maar om en trek uw broek omlaag” De patiënt doet dat en ligt klaar en zegt:”Oké ik ben er klaar voor”
    De zuster zet de trechter in de kont van de patiënt en giet de thee naar binnen, en op een geven moment laat de patiënt een enorme scheet.
    Zegt de Zuster tegen de patiënt:” Wat doet u nu ? ” Zegt de patiënt tegen de Zuster: ” Je moet toch blazen als het warm is?”

  • De bovenkant zit vast

    Er staan 2 Belgen voor het viaduct met hun truck. De truck is 10 centimeter te hoog. Zegt die ene Belg: “Er komt geen politie aan, rij maar snel door.” De truck komt vast te zitten en de politie komt eraan. De politie kijkt het aan en zegt tegen de Belgen: “Als je de banden nou wat leeg laat lopen, komt die truck misschien los!”. Zegt die Belg: “Maar meneer, de truck zit van boven vast en niet van onderen!”.

  • Eerlijke advocaat

     

    Een advocaat komt solliciteren op een groot advocatenkantoor.
    De manager P.Z. vertelt hem dat zij een eerlijk bedrijf zijn en dus op zoek zijn naar eerlijke mensen.
    De manager vraagt hem: “Bent u een eerlijke advocaat?”
    “Eerlijk?”, vraagt de advocaat. Laat mij u eens iets vertellen over eerlijkheid.
    Ik ben ZO eerlijk dat ik de 45.000 gulden die mijn vader me geleend heeft om mijn studie te kunnen bekostigen, direct na mijn eerste zaak heb terugbetaald!”
    Geïmponeerd vraagt de manager: “Wat was dat voor een zaak?”
    “Een kort geding waarin mijn vader het geld terug eiste.”

     

  • De Juf voor de klas

     

    de juf staat voor de klas en vraagt aan de kinderen:
    ‘wie van jullie gaat naar de hemel?’
    iedereen steekt zijn vinger op behalve jantje.
    ‘waarom jij niet?’ vraagt de juf aan jantje.
    ‘nou, ik had beloofd dat ik na school direct naar huis zou gaan’
  • Doofstommenavond in de kroeg

    Elke vrijdagavond ontvangt een café-eigenaar het doofstomme vrijgezellenclubje. Als hij op vrijdagochtend ziek blijkt te zijn, belt hij zijn broer op: “Zeg Jan, ik ben ziek. Maar vanavond komt dat doofstomme vrijgezellenclubje, en dat zijn goeie vaste klanten. Dus ik kan het niet maken om het café gesloten te houden. Zou jij vanavond voor mij willen invallen?” Zijn broer vindt het niet erg om in te vallen. Hij gaat van tevoren nog even langs bij Kees om instructies te krijgen. “Het is helemaal niet moeilijk,” zegt Kees, “die jongens drinken de hele avond alleen maar bier en borrels. Als ze een vinger opsteken, dan willen ze bier, en als ze twee vingers opsteken dan willen ze een borrel. Dat is alles.” Die avond gooit Jan het café open, en daar komt de doofstomme club. Jan neemt de bestellingen op: bier, borrel, bier, bier, borrel… Alles gaat goed. Maar plotseling beginnen de doofstommen allemaal met hun hoofden te draaien en hun monden te happen. Jan weet niet goed wat hij moet doen. Hij gooit 50 frikandellen in de frituur, en serveert daarna broodjes frikandel uit. De doofstommen beginnen te eten, drinken nog wat, en even later beginnen ze weer met hun hoofden te draaien en hun monden te happen. Ten einde raad belt Jan zijn broer op: “Zeg Kees, in het begin ging het goed, maar nou beginnen ze steeds met hun hoofden te draaien en hun monden te happen. Ik snap echt niet wat ze willen.” “O sorry,” zegt Kees, “dat ben ik vergeten te zeggen: dan zitten ze het clublied te zingen.”

  • Het brein van een miljonair

    Een Nederlands-Canadese zakenman  gaat een bank in Toronto binnen en vraagt om een gesprek met iemand van de kredietenafdeling. De zakenman vertelt dat hij twee weken naar Nederland gaat voor zaken en dat hij een lening nodig heeft van $5,000. De bankmedewerker zegt dat dat zeker kan, maar dat de bank voor een dergelijke lening aan een nieuwe klant wel een onderpand nodig heeft. “Dat is begrijpelijk,” zegt de zakenman en hij overhandigt de sleutels van zijn gloednieuwe Lamborghini sportwagen die voor het bankgebouw geparkeerd staat. Hij geeft de bankmedewerker ook de autopapieren en na controle blijkt alles in orde te zijn. De bankmedewerker accepteert de auto als onderpand voor de lening en rijdt hem voorzichtig de beveiligde ondergrondse parkeergarage van de bank in. De zakenman krijgt zijn lening en vertrekt naar Nederland. De medewerker vertelt de bankdirecteur van het gebeurde en samen lachen ze nog even hartelijk om de stupiditeit van de zakenman, om een auto die zeker $250.000 waard is te gebruiken als onderpand voor een lening van $5.000. Twee weken later komt de zakenman terug. Hij betaalt de lening van $5,000 af plus $15,41 aan rente. De bankmedewerker zegt: “wij danken u heel hartelijk voor uw klandizie, maar zijn wel een beetje verbaasd. We hebben een en ander nagetrokken en zijn er inmiddels achter dat u de eigenaar bent van een aantal grote bedrijven, dat u multi-miljonair bent en dat u toch nauwelijks een leninkje van $5.000 nodig heeft voor een tripje naar Nederland. Of wel soms?”

    De zakenman grinnikt en zegt: “Natuurlijk niet, maar waar anders kan ik in Toronto voor $15,41 mijn auto twee weken parkeren en ook nog verwachten dat hij er heelhuids staat als ik terugkom!”