2 belgen op een brug

2 belgen staan op een brug boven een rivier in de verte te kijken. In de verte zien ze iets verschijnen op de rivier. Zegt die ene Belg: “Hé kijk, een boot”. Zegt die andere Belg: “Dat is geen boot, dat is een hovercraft.” Zegt die ene Belg weer: “Nee dat is een boot!!” Zegt die andere Belg weer: “Nee dat is een hovercraft!! Zegt die ene belg weer: Nee dat is een boot! (spellen) B-O-O-T !! Zegt die andere Belg weer: “Nee dat is een Hovercraft! (spellen) H-O-….? Ow nee je hebt gelijk, het is toch een boot!”

Similar Posts

  • Voorlichting

    Een verhaaltje van een vader aan zijn zoontje:
    Een man wandelt in een supermarkt (A.H.) met zijn 8-jaar oude zoontje.
    Toevallig lopen ze langs een condoom uitstalling,
    en de jongen vraagt:
    ‘ Wat zijn dat, Papa?’
    Waarop de man heel kalm reageert:
    ‘Dat zijn condooms mijn jongen,
    Mannen gebruiken ze om veilig sex te hebben.’
    ‘Oh ja,zegt de jongen, ja dat heb ik gehoord in de sex klas op school.’
    Hij kijkt naar de uitstalling en pakt een pakje van 3 en vraagt:
    ‘Waarom zitten er 3 in dit pakje?’
    De vader antwoord:
    ‘Die zijn voor de jongens van de hogere school..Eén
    voor Vrijdag…Eén voor Zaterdag….en Eén voor Zondag.’
    ‘Cool. zegt de jongen’
    Dan ziet hij een pakje van 6 en vraagt:
    ‘Voor wie zijn deze dan?’
    Die zijn voor universiteits studenten, ‘antwoord de vader,
    Twee voor Vrijdag…Twee voor Zaterdag… En Twee voor Zondag’
    ‘WOW!’ zegt de jongen, ‘en voor wie zijn deze
    dan,vraagt hij, terwijl hij een pakje van 12 op pakt.!
    Met een zucht en een traan in zijn oog, de vader antwoordt:
    ‘Die zijn voor de getrouwde mannen.
    Eén voor Januari…Eén voor Februari.. Eén voor Maart….Eén voor April……………………

  • Hoe oud ben ik?

    Meester is jarig. Hij vraagt aan de kinderen: “Raad eens hoe oud ik geworden ben.”
    Zegt Jantje: “58.”
    “Mis.”
    Zegt Marietje: “49.”
    “Ook mis.”
    Richie: “Meester, u bent 42 geworden.”
    “Goed zo, m’n jongen. Hoe heb je dat zo goed geraden?”
    “Nou meester, dat zit zo: mijn broer is 21 en da’s een halve idioot.”

  • Klusjes niet gedaan

    Klaasje komt naar beneden voor zijn ontbijt, zijn moeder vraagt hem of hij zijn klusjes al heeft gedaan. “Nog niet”, zegt Klaasje. “Dan krijg je nog geen ontbijt”, zegt zijn moeder. Dus Klaasje is helemaal chagrijnig. Hij gaat de kippen voeren en geeft een kip een schop! Dan gaat hij de varkens voeren en geeft een varken een schop! Dan gaat hij de koeien melken en geeft een koe een schop! Dan komt hij weer binnen. Zijn moeder geeft hem een kom droge havermout. “Waarom krijg ik nu geen eieren en spek? En waarom geen melk in mijn havermout?” vraagt Klaasje verontwaardigd. “Wel?, zegt moeder, ik zag je een kip schoppen, dus je krijgt geen eieren voor een week.” “En ik zag je een varken en een koe schoppen, dus krijg je ook geen spek en melk voor een week”, zegt zijn moeder streng. Klaasje baalt nog meer. Dan komt zijn vader binnen, hij schopt de poes opzij en gaat zitten aan het ontbijt. Klaasje kijkt lachend naar zijn moeder en zegt: “Vertel jij het hem of zal ik???”

  • Straf

    De directeur stapt de lawaaierige klas binnen.
    Hij wil nu eindelijk die herrieschoppers eens straffen.
    ‘Geert, wat heb jij uitgespookt?’
    ‘Ik heb krijt naar het bord gegooid.’
    ‘Honderd strafregels! En jij Wim?’
    ‘Ik heb een punaise op de stoel van de meester gelegd.’
    ‘Wat?! Tweehonderd strafregels. En jij, Peter?’
    ‘Ik heb snippers door het raam gegooid.’
    ‘Oh nou…, dat valt wel mee; geen strafregels!’
    Op dat ogenblik komt er een jongen binnen, vol blauwe plekken en schrammen.
    ‘En wat doe jij daar?’, vraagt de directeur boos, ‘Hoe heet jij?’
    ‘Swen Snippers, meneer.’

  • Belastingdienst

    Een man komt binnen op de belastingdienst en vraagt of hij Ali even kan spreken. De medewerker van de dienst zegt:

    – Ali? Welke Ali?

    – Ali Baba! Antwoordt de man.

    – Er werkt hier geen Ali Baba! Antwoordt de bediende nors.

    – Wel, dan zou ik graag eens met een van de andere veertig rovers spreken, zegt de man.

     

  • Weer hetzelfde

    Een Belg en een Nederlander gebruiken samen de lunch. De Nederlander kijkt wat er tussen zijn boord zit: “O nee, weer worst. Elke dag worst. Als mijn vrouw nog en keer worst op brood doet spring ik van de flat.”
    De Belg kijkt wat hij op brood heeft: “O nee, weer pindakaas. Altijd pindakaas. Ik spring ook van de flat als ik morgen weer pindakaas op brood heb.”
    De volgende ochtend komt de Nederlander op zijn werk en ziet dat hij jam op brood heeft. Gelukkig denkt hij. De Belg ziet echter weer pindakaas op zijn brood en springt van de dichtsbijzijde flat de dood tegemoed.

    Een week later komt de Nederlander op de begrafenis van de Belg. ZIjn vrouw huilt en roep: “Waarom? Waarom?”
    De Nederlander besluit het uit te leggen: “Hij had elke dag pindakaas op brood. Daar werd hij zo zat van dat hij van de flat sprong…”
    De vrouw gaat nog harder huilen: “Hij maakte elke dag zijn eigen brood klaar…!”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *