Hoe laat?

Een zakenman die op weg is huis wordt onderweg door slaap overvallen en om geen brokken te maken besluit hij zijn bolide langs de kant van de weg te zetten om even een tukje te doen. Hij vindt een rustig landweggetje en valt al na vijf minuten in een diepe slaap. Plotsklaps wordt hij opgeschrikt door getik tegen de autoruit. Hij draait het raampje open en een oud vrouwtje vraagt aan hem hoe laat het is. “Vijf voor twee,” bromt de zakenman. De vrouw bedankt hem en loopt verder. De zakenman draait zich om en gaat verder waar hij gebleven was. Lang kan hij er niet van genieten want tien minuten later wordt hij weer gewekt door getik tegen het raam. Geërgerd draait hij het autoraam open en ditmaal is het een jogger die de tijd wil weten. “Vijf over twee,” buldert de zakenman. De jogger bedankt hem en jogt verder. De zakenman beseft dat hij op zo’n manier nooit aan zijn slaap komt en pakt een stuk papier en schrijft daar met koeienletters op: IK WEET NIET HOE LAAT HET IS! en plakt dit achter zijn ruit. Tevreden over zijn eigen vindingrijkheid valt hij voor de derde maal in diepe slaap. Nauwelijks aangekomen in dromenland word zijn rust weer verstoord door getik tegen de ruit. Met een welgemeende “Godgloeiende…,” draait de zakenman zijn autoraam open en kijkt in het gezicht van een jonge scholier. Deze werpt een blik op zijn horloge en zegt: “Het is tien voor half drie meneer.”

Similar Posts

  • Vlaamse Vissen

    Een Vlaming ging op een dag vissen in Wallonië en ving drie karpers.
    Toen hij naar huis reed werd hij tegengehouden door een Waalse opzichter die het niet zo op Vlamingen begrepen had. Hij moest zijn visvergunning tonen en de visser haalde een geldige Waalse vergunning boven. De wachter pakte dan een van de karpers, rook aan het achterste en zei: “Dit is geen Waalse vis, dit is een Noorse vis? Heb jij hiervoor een vergunning?” De Vlaming haalde een Noorse vergunning boven. De wachter keurde ze en greep een andere vis en rook weer aan het achterste. “Dit is geen Waalse vis, dit is een Nederlandse vis. Heb jij een Nederlandse vergunning?” De Vlaming ging in zijn zakken en toonde een Nederlands papier. De wachter nam de derde vis en rook aan het achterste. “Dit is een Duitse vis, heb jij hiervoor een vergunning?” En weer ging de jager in zijn zakken en toonde een Duitse vergunning. De wildwachter raakte nu enorm gefrustreerd en schreeuwde naar de Vlaming: “Waar ben jij, verdorie, toch wel van afkomstig?” De Vlaming draait zich om, laat zijn broek zakken, bukt voorover en zegt: “Ruik jij het maar, jij bent de expert.”

  • Huissleutel

    Een alleenwonende man verloor zijn huissleutel. Hij belde zijn ouders die in een klein dorpje in het hoge noorden woonden; zij zouden de reservesleutel opsturen.
    De man trok zo lang bij een vriend in. De volgende dag liep hij de postbode tegemoet, maar deze had niets bij zich.
    De man mopperde: Ach ja, de post in dat boerengat werkt natuurlijk niet zo vlug, en ging weer voor een nacht naar zijn vriend. De volgende morgen reed hij weer naar zijn huis om de post op te vangen, maar was net iets te laat.
    De postbode kwam net de tuin uit en zei: Ik heb de brief in de bus gegooid hoor!’

  • Duitse les

    DER, DIE, DAS. Jantje zit met zijn klasgenootjes in de Duitse les. De juffrouw heeft een oefening bedacht en legt deze uit: ‘Wie kan een zin bedenken waar de drie Duitse lidwoorden DER, DIE en DAS in voorkomen?’ Jantje denkt even na en steekt zijn vinger op. De juffrouw ziet dit en vraagt aan Jantje zijn zin op te zeggen. Jantje zegt: ‘Nou juf…, MEINE SCHWESTER HAT EIN KINDCHEN BEKOMMEN .’ De juf antwoordt: ‘Maar Jantje, daar zitten toch niet de drie lidwoorden in? ‘ Waarop Jantje zegt: ‘Maar ik was nog niet klaar.’ 

    En hij gaat verder: ‘… ABER DER DIE DAS GEMACHT HAT, IST VERSCHWUNDEN.’

  • Zwarte Piet

    Zwarte Piet was na een natte koude nacht op het dak verkouden geworden. Hij ging naar de apotheek en vroeg aan de verkoper: “heeft u iets tegen hoesten?”. Antwoord die verkoper: “Nee hoor, ga gerust uw gang.”

  • Doof

    Twee zestigers praten met elkaar over ouder worden. Zegt Jan: “Het probleem bij vrouwen is dat ze weigeren te aanvaarden dat ze ouder worden. Ze gebruiken allerlei trucjes om het te verbergen.” “Jij hebt het bij het rechte eind” zegt Piet. “Ik ken een middel om hen te ontmaskeren. Als je wilt weten of je vrouw hardhorig wordt ga dan op tien meter van haar vandaan zitten en stel een vraag. Als ze niet antwoordt ga je op vijf meter afstand zitten en stel de vraag opnieuw, dan op twee meter en tenslotte op 1 meter.” Jan vindt het een schitterend idee en thuis gekomen neemt hij meteen de proef op de som. Terwijl vrouw lief in de tuin de was ophangt gaat hij op een tiental meter van haar vandaan zitten en vraagt: “Schat, wat eten we deze middag?” Er komt geen antwoord. Hij verkleint de afstand met ongeveer de helft en stelt de vraag opnieuw: “Schat, wat eten we deze middag?” Er komt geen antwoord. Hij komt nog dichterbij zitten en vraagt: “Schat, wat eten we deze middag?” Opnieuw geen antwoord. Hij begrijpt er helemaal niets van, gaat naast haar staan en vraagt luid en klaar: Schat, wat eten we deze middag?” De vrouw draait zich om, kijkt hem geërgerd aan en antwoordt: “Voor de vierde keer, kip met frieten!”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *