Vissen

Vier getrouwde mannen gaan vissen. Ze zitten gezellig in de boot, en klagen erover dat het toch zo moeilijk is om van hun vrouw te mogen gaan vissen. De eerste man zegt: “Ach, het is elke keer moeilijker. Deze keer moest ik mijn vrouw beloven dat ik volgend weekend maar liefst alle kamers in het huis zal schilderen. De tweede man zegt: “Dat is nog niets, ik moest mijn vrouw beloven dat ik de put zou graven voor de aanleg van een zwembad…” De derde man zegt: “Jullie zijn er echt nog alle twee goedkoop vanaf gekomen! Ik moest mijn vrouw beloven dat ik een keuken zou maken voor haar vol met speciale kasten, op maat gemaakt..” De mannen gaan verder met vissen, tot hun frank valt: De vierde man heeft nog niets gezegd. “Wat heb jij dan moeten doen om vandaag met ons te mogen komen vissen?” De vierde man antwoordt: “Jullie zijn toch niet echt snugger hoor. Ik heb niets moeten beloven. Gewoon slim zijn…” “Hoe dat zo?” willen de andere 3 weten. “Wel, ik heb gewoon de wekker gezet op 04.30 uur. Toen die afliep, drukte ik het alarm uit, ik gaf mijn vrouw een knuffel en zei: “Vissen, of sex?” en zij zei:

“Doe een warme trui aan..”

Similar Posts

  • Pas getrouwd

    Nadat een pas getrouwd bruidspaar de bruidssuite van het hotel
    heeft betreden, doet de bruidegom zijn broek uit en geeft het aan zijn
    kersverse bruidje met de woorden ‘Trek deze broek van mij eens aan’.
    Met een ietwat verbaasd gezicht doet ze wat hij zegt en merkt even later op:
    ‘Zie je nou wel, die broek past mij toch niet!!!’
    De bruidegom ziet dat tafereel geamuseerd aan en zegt dan heel doordringend: ‘Heel goed, onthoud dus dat
    IK de broek draag en niet jij.’
    Even later geeft het bruidje haar slipje aan haar bruidegom en zegt:
    ‘Dan wil ik nu graag, dat jij ook even mijn slipje past’.
    Hij gaat argeloos op haar verzoek in.
    Het komt echter niet verder dan zijn rechter bovenbeen en moet dan wel
    opmerken: ‘Ik kom helemaal niet in je slipje.”Juist.’, zegt het bruidje , ‘en als jouw houding niet verandert, dan blijft dat ook zo!’

  • Hond

    Om half twee ‘s nachts ging eergisteren de telefoon bij ons . Moeizaam kwam ik uit bed en vond op de tast de telefoon. “Spreek ik met meneer Osselaer?” vroeg een boze stem aan de andere kant van de lijn.

    “Ja, inderdaad,” mompelde ik .

    “Met Van Snick van de overkant. Ik bel even om te zeggen dat het geblaf van uw hond me gek maakt. Laat hem alstublieft onmiddellijk ophouden.”

    De volgende nacht om twee uur belde ik naar Van Snick. “Hallo?” mompelde hij slaperig.

    “Meneer Van Snick, met Osselaer van de overkant” riep ik door de telefoon!

    “Om twee uur ‘s nachts? Bent u gek geworden?”

    “Meneer Van Snick, ik bel even om te zeggen dat ik geen hond heb”.

     

  • Aan de hemelpoort

    Er komt een prostituee bij de hemelpoort.
    Petrus vraagt wat ze vroeger geweest is.
    De vrouw bekent dat ze prostituee is geweest.
    ‘Dan mag je hier niet naar binnen, ‘ zegt Petrus, ‘ga daar maar even op het bankje zitten.’

    De vrouw gaat op het bankje zitten huilen.
    Komt er een oud baasje bij de hemelpoort met een enorme zak op zijn rug.
    Hij loopt naar het huilende vrouwtje op het bankje, en vraagt wat er aan scheelt.
    Ze legt uit: ‘Ik ben vroeger prostituee geweest, en nu mag ik niet naar binnen.’

    ‘Is dat het ?’ , zegt de man. ‘Ik ben kleermaker geweest. Weet je wat ?
    Ik heb een zak met oude kleren op mijn rug.
    We gooien de kleren eruit en jij gaat in die zak zitten.
    Dan smokkel ik jou de hemel in !’
    Zo gezegd, zo gedaan.

    De kleermaker loopt naar de hemelpoort, en Petrus vraagt de man wat hij vroeger geweest is.
    ‘Ik ben kleermaker geweest,’ zegt de man.
    ‘Dan mag je naar binnen,’ zegt Petrus.
    Als de man voorbij loopt, vraagt Petrus : ‘Maar wat zit er in die zak?’
    Zegt de kleermaker: ‘O, een oude naaimachine!

    ˜OK, loop maar door!

  • GEZONDHEIDSTOESTAND NAVRAGEN

    Een telefoontje ! Met Gasthuisberg, Leuven.

    Ik zou graag met iemand spreken die me kan inlichten over de toestand van een patiënt die bij u verpleegd wordt. Hoe is de naam van de patiënt ? Louis Peters. Een ogenblik a.u.b., ik verbind u door met de verpleging. Met de wachtdienst, wat kan ik voor u doen ? Ik zou graag weten hoe het gesteld is met de gezondheidstoestand van Louis Peters in kamer 302 ? Een ogenblikje, ik verbind u door met de dokter van wacht Met de dokter van wacht. Dag dokter, ik had graag geweten hoe het gaat met mijnheer Louis Peters die al drie weken bij u verpleegd wordt in kamer 302 ? Een ogenblikje, ik zal zijn dossier even raadplegen. Hier heb ik het . Hij heeft vandaag goed gegeten, zijn bloeddruk en hartslag zijn normaal, hij reageert goed op de voorgeschreven medicatie en morgen nemen we de hartmonitor weg. Als alles zo nog 48 uur gunstig verder evolueert zal zijn behandelende arts hem waarschijnlijk uit het ziekenhuis ontslaan voor het volgende weekend. Dat is fantastisch nieuws, ik ben ongelooflijk opgelucht. Bedankt dokter, van harte bedankt. Zo te horen bent u wel erg begaan met de patiënt, bent u familie? Nee, nee dokter, ik ben Louis Peters zelf. Ik bel u vanuit kamer 302. Iedereen loopt hier mijn kamer in en uit maar niemand zegt verdomme iets. Ik wou zelf ook eens weten hoe het met mij gesteld is…..

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *