Kibbelen

Twee blondjes lopen op straat. Plots wijst de ene naar iets en roept:

_ Kijk daar, de zon!

_ Maar nee, dat is de maan, zegt de andere.

Ze lopen kibbelend verder.

Even later zegt de eerste:

_ Weet je wat, we zullen eens ergens aanbellen en vragen wie er nu gelijk heeft.

Ze bellen aan bij het eerste huis dat ze tegenkomen en het toeval wil dat er een blondje opendoet.

De twee dames wijzen naar de lucht en vragen:

_ Mevrouw, dat ding daar in de lucht, is dat nu de zon of de maan?

_ Ik zou het niet weten. Ik woon hier nog maar pas.

Similar Posts

  • Blondine

    Voor het eerst in de geschiedenis rijdt een blondine een F1-wedstrijd. Na afloop blijkt dat ze 75 pitsstops nodig heeft gehad: drie om te tanken, vier om banden te wisselen en 68 om de weg te vragen.

  • Huissleutel

    Een alleenwonende man verloor zijn huissleutel. Hij belde zijn ouders die in een klein dorpje in het hoge noorden woonden; zij zouden de reservesleutel opsturen.
    De man trok zo lang bij een vriend in. De volgende dag liep hij de postbode tegemoet, maar deze had niets bij zich.
    De man mopperde: Ach ja, de post in dat boerengat werkt natuurlijk niet zo vlug, en ging weer voor een nacht naar zijn vriend. De volgende morgen reed hij weer naar zijn huis om de post op te vangen, maar was net iets te laat.
    De postbode kwam net de tuin uit en zei: Ik heb de brief in de bus gegooid hoor!’

  • Doofstommenavond in de kroeg

    Elke vrijdagavond ontvangt een café-eigenaar het doofstomme vrijgezellenclubje. Als hij op vrijdagochtend ziek blijkt te zijn, belt hij zijn broer op: “Zeg Jan, ik ben ziek. Maar vanavond komt dat doofstomme vrijgezellenclubje, en dat zijn goeie vaste klanten. Dus ik kan het niet maken om het café gesloten te houden. Zou jij vanavond voor mij willen invallen?” Zijn broer vindt het niet erg om in te vallen. Hij gaat van tevoren nog even langs bij Kees om instructies te krijgen. “Het is helemaal niet moeilijk,” zegt Kees, “die jongens drinken de hele avond alleen maar bier en borrels. Als ze een vinger opsteken, dan willen ze bier, en als ze twee vingers opsteken dan willen ze een borrel. Dat is alles.” Die avond gooit Jan het café open, en daar komt de doofstomme club. Jan neemt de bestellingen op: bier, borrel, bier, bier, borrel… Alles gaat goed. Maar plotseling beginnen de doofstommen allemaal met hun hoofden te draaien en hun monden te happen. Jan weet niet goed wat hij moet doen. Hij gooit 50 frikandellen in de frituur, en serveert daarna broodjes frikandel uit. De doofstommen beginnen te eten, drinken nog wat, en even later beginnen ze weer met hun hoofden te draaien en hun monden te happen. Ten einde raad belt Jan zijn broer op: “Zeg Kees, in het begin ging het goed, maar nou beginnen ze steeds met hun hoofden te draaien en hun monden te happen. Ik snap echt niet wat ze willen.” “O sorry,” zegt Kees, “dat ben ik vergeten te zeggen: dan zitten ze het clublied te zingen.”

  • Is mijn uur gekomen?

    Een vrouw van 46 krijgt een hartaanval en ligt in het ziekenhuis. Terwijl ze op de operatietafel ligt, dichtbij de dood, krijgt ze een visioen. Ze ziet God en vraagt: ‘Is mijn uur gekomen?’ God antwoordt: ‘Nee, je hebt nog 43 jaar, 2 maanden en 8 dagen tegoed’. Bij het ontwaken uit de verdoving, besluit ze een facelift en een liposuctie te laten doen, haar lippen te laten opspuiten met collageen, haar borsten te laten corrigeren… Kortom: ! ‘The Works’. Nu ze weet dat ze nog lang te leven heeft, loont het ruim de moeite. Na haar laatste operatie komt ze totaal gerenoveerd uit het ziekenhuis en wordt gegrepen door een ambulance bij het oversteken van de straat. Dood. In de hemel aangekomen vraagt ze aan God: ‘Ik dacht dat ik nog meer dan 40 jaar tegoed had ! ‘Waarom heb je me laten omver rijden door die ambulance ?’ Zegt God: ‘Meid, ik had je niet herkend !!!’

  • Een Belg op de fiets

    Er komt een man op een fiets aangereden, vanuit België, Nederland binnen. Op de bagagedrager een zak met zand. Nederlandse douanebeambte: “Heeft u iets aan te geven?” Zegt de Belg: “Nee.” Douane: “Een Belg die niets smokkelt, asjemenou, wat heeft u dan in die zak?” Zegt de Belg: “Zand.” Tijdens de controle blijkt dat het inderdaad om zand gaat. Een week lang komt de man elke dag met zijn fiets bij de grens met een zak op de bagagedrager. Op de 8e dag wordt de douanebeambte toch wantrouwend. Douane: “Wat vervoert u in die zak?” Zegt de Belg: “Zand.” Douane: “Mmmmm, even kijken.” Deze keer wordt het zand gezeefd. Uitslag: alleen maar zand. Elke dag passeert de man met zijn fiets en een zak de grens. Na twee weken wordt het de douanier toch te bont en hij stuurt het zand naar een laboratorium voor nader onderzoek. Resultaat: het is alleen maar zand! Na twee verdere maanden van zandtransport houdt de douaneman het niet meer uit en hij zweert: “Ik geef u zwart op wit dat ik u niet zal aangeven, maar ik voel aan mijn klompen dat u iets smokkelt. Wat is het?” De man antwoordt: “Zoals u ziet, ik vervoer slechts een kleine hoeveelheid zand.”. De Nederlander is gefrustreerd en woedend en laat zich overplaatsen naar een andere grensovergang, specialiseert zich in zandsoorten en smokkeltrucs en het leven gaat verder. Na vijftien jaar wordt hij gepensioneerd en de dag nadien gaat hij de fietsende Belg bezoeken. “Nou zeg, luister eens. Jij hebt m’n leven grondig vergald, ik ben nu met pensioen, jij hebt gewonnen. Wil je me nou is precies vertellen wat jij eigenlijk smokkelde?!” 

    De Belg: “Fietsen!”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *