Kibbelen

Twee blondjes lopen op straat. Plots wijst de ene naar iets en roept:

_ Kijk daar, de zon!

_ Maar nee, dat is de maan, zegt de andere.

Ze lopen kibbelend verder.

Even later zegt de eerste:

_ Weet je wat, we zullen eens ergens aanbellen en vragen wie er nu gelijk heeft.

Ze bellen aan bij het eerste huis dat ze tegenkomen en het toeval wil dat er een blondje opendoet.

De twee dames wijzen naar de lucht en vragen:

_ Mevrouw, dat ding daar in de lucht, is dat nu de zon of de maan?

_ Ik zou het niet weten. Ik woon hier nog maar pas.

Similar Posts

  • Hoe noemen we…..

    Er komt een professor bij een universiteit kijken of de studenten wel slim genoeg zijn. Hij vraagt of de slimste student even bij hem wil komen voor een paar vraagjes. Nou dus die jongen komt naar de professor toe. En de professor begint met de eerste vraag:
    “Hoe noemen we het ding om naar de sterren te kijken?”
    Waarop de student antwoordt:
    “Een telescoop.”
    “Goed,” zegt professor, “en om naar bacterien te kijken?”
    “Een microscoop.”
    “Goed. En nu een lastige: Hoe noemen we het ding om door muren te kijken?”
    Waarop de student vraagt:
    “Kan dat dan?”
    “Ja,” zegt de professor.
    “Waarmee dan?” vraagt de student.
    “Met een raam, mijn beste jongen, met een raam!”

  • Hoe laat?

    Een zakenman die op weg is huis wordt onderweg door slaap overvallen en om geen brokken te maken besluit hij zijn bolide langs de kant van de weg te zetten om even een tukje te doen. Hij vindt een rustig landweggetje en valt al na vijf minuten in een diepe slaap. Plotsklaps wordt hij opgeschrikt door getik tegen de autoruit. Hij draait het raampje open en een oud vrouwtje vraagt aan hem hoe laat het is. “Vijf voor twee,” bromt de zakenman. De vrouw bedankt hem en loopt verder. De zakenman draait zich om en gaat verder waar hij gebleven was. Lang kan hij er niet van genieten want tien minuten later wordt hij weer gewekt door getik tegen het raam. Geërgerd draait hij het autoraam open en ditmaal is het een jogger die de tijd wil weten. “Vijf over twee,” buldert de zakenman. De jogger bedankt hem en jogt verder. De zakenman beseft dat hij op zo’n manier nooit aan zijn slaap komt en pakt een stuk papier en schrijft daar met koeienletters op: IK WEET NIET HOE LAAT HET IS! en plakt dit achter zijn ruit. Tevreden over zijn eigen vindingrijkheid valt hij voor de derde maal in diepe slaap. Nauwelijks aangekomen in dromenland word zijn rust weer verstoord door getik tegen de ruit. Met een welgemeende “Godgloeiende…,” draait de zakenman zijn autoraam open en kijkt in het gezicht van een jonge scholier. Deze werpt een blik op zijn horloge en zegt: “Het is tien voor half drie meneer.”

  • Weegschaal

    Eefje gaat op de weegschaal staan.

    _ Je bent een paar kilo te zwaar, zegt haar man.

    _ Welnee, zegt zij, met mijn gewicht is er niets aan de hand, maar volgens die tabel hier had ik tien centimeter groter moeten zijn

  • Klein duimpje

    Klein Duimpje zegt tegen zijn moeder: “De burgemeester was vandaag op school.” Vraagt moeder: “En, had hij zijn ketting om?” “Nee hoor, hij liep gewoon los.”

  • Mop van de week

    Klein Jefke bezoekt samen met zijn vader een paardenveiling. Hij kijkt toe als zijn vader bij verschillende paarden zijn handen laat glijden over de benen, romp en borst van de dieren. Klein Jefke vraagt: “Papa, waarom doe je dat?” Pap antwoordt: ” Omdat, wanneer ik paarden koop, ik wil weten of de paarden gezond en in goede conditie zijn.”   
    Klein Jefke kijkt bezorgd en zegt: “Pappie, ik denk dat onze postbode mamma wil kopen….” 

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *