Kibbelen

Twee blondjes lopen op straat. Plots wijst de ene naar iets en roept:

_ Kijk daar, de zon!

_ Maar nee, dat is de maan, zegt de andere.

Ze lopen kibbelend verder.

Even later zegt de eerste:

_ Weet je wat, we zullen eens ergens aanbellen en vragen wie er nu gelijk heeft.

Ze bellen aan bij het eerste huis dat ze tegenkomen en het toeval wil dat er een blondje opendoet.

De twee dames wijzen naar de lucht en vragen:

_ Mevrouw, dat ding daar in de lucht, is dat nu de zon of de maan?

_ Ik zou het niet weten. Ik woon hier nog maar pas.

Similar Posts

  • Macaroni

    Een man komt een wegrestaurant binnen en gaat zitten. Hij ziet dat de dagschotel macaroni is waar hij erg veel zin in heeft. Als de serveerster aan zijn tafel komt zegt hij: “Ik heb zin in macaroni, dus doe mij maar een groot bord.” “Sorry,” zegt de serveerster, “de man naast u heeft zojuist het laatste bord besteld.” “Doe mij dan maar een koffie,” zegt de man. Na een tijdje ziet hij dat de man naast hem die het laatste bord macaroni had gekregen een grote biefstuk zit te eten en dat het bord met macaroni onaangeroerd naast hem staat. Hij vraagt: “Gaat u die macaroni nog opeten?” “Nee,” is het antwoord. “Kan ik het dan van u kopen,” is de vraag. “Ik zal je wat anders vertellen, je mag het zo hebben.” Dus de man pakt het bord macaroni en begint te eten. Als hij halverwege is ziet hij plotseling een dode muis in de macaroni zitten en spuugt de macaroni terug in het bord. Zegt die andere man sympathiek: “Zover was ik ook al gekomen!”

  • Telefoon

    • Om half vier ‘s nachts ging de telefoon bij Frits. Moeizaam kwam hij uit bed en vond op de tast de telefoon. “Spreek ik met meneer Van Rensburg?” vroeg een boze stem aan de andere kant van de lijn. “Ja, inderdaad,” mompelde Frits. “Met Smit van de overkant. Ik bel even om te zeggen dat het geblaf van uw hond me gek maakt. Laat hem alstublieft onmiddelijk ophouden.” De volgende nacht om drie uur ging de telefoon bij Smit. “Hallo?” mompelde hij slaperig. “Meneer Smit, met Van Rensburg van de overkant.” “Om drie uur ‘s nachts? Bent u gek geworden?” “Meneer Smit, ik bel even om te zeggen dat ik geen hond heb.
  • Brandweer

    Een brandweerman staat buiten bij de brandweerkazerne te sleutelen aan de motor van een pomp. Opeens hoort hij achter zich een lief stemmetje dat zegt:
    “Dag meneer de brandweer.”
    Hij draait zich om en ziet een klein meisje van een jaar of zes, dat in een bolderwagen zit. De bolderwagen is omgebouwd tot een brandweerwagen, compleet met ladder en brandslangen. De wagen wordt getrokken door een hond en een kat. Complimentjes makend over wat hij ziet loopt hij rondom de bolderbrandweerwagen. De hond is met een riem aan zijn halsband voor de kar gespannen. De kat, het blijkt een kater, zit vast aan de kar via een touwtje om zijn testikels. Een beetje verbaasd zegt de brandweerman tegen het lieve wicht:
    “Ik wil me er niet mee bemoeien, maar volgens mij trekt die kater de kar beter als je hem ook aan een halsband vastmaakt.”
    “Dat weet ik”, zegt het meisje, “maar dan heb ik geen sirene!”

  • Een Spiegel

    Een boer werkt op zijn land en opeens ziet hij op de grond wat glinsteren. Hij stapt van zijn tractor, loopt naar het glinsterende object af en pakt het op. Het is een stuk spiegel. De boer had nog nooit eerder zoiets gezien en kijkt in het stuk spiegel. De boer zegt: “Hè, hij lijkt sprekend op mijn vader.” Tijdens het eten kijkt de boer nog een keer naar de spiegel. “Sprekend mijn vader”, zegt hij. Zijn vrouw vraagt: “Wat is dat, schat?” “O, niks hoor”, zegt de boer. Voor het slapen kijkt hij nog een keer in de spiegel. En weer sprekend zijn vader. Hij trekt zijn broek uit en stopt zijn spiegel in zijn zak. Zijn vrouw vertrouwd het niet en midden in de nacht wanneer haar man slaapt, kijkt ze in de zak van de boer. Ze haalt het stuk spiegel er uit en kijkt er goed in. Zegt de Vrouw: “Ik wist het wel, hij heeft een ander. En nog een lelijke ook!…”

  • Een rondje voor het hele café

    Een vent bestelt in het café het ene rondje na het andere. Voor de bar, de lui op het terras, de biljarters, zichzelf en de baas aan de tap. Een paar uur later is iedereen behoorlijk aangeslagen en de cafébaas maakt zich zorgen om zijn centjes.
    De gulle gever heeft geen cent op zak en wordt door de gastheer alles behalve zachtzinnig de straat op geschopt.
    Een paar dagen later is hij terug en zegt: “Geef mij een pilsje, de hele zaak een rondje, die lui op het terras ook, maar jij krijgt niks… jij wordt agressief als je gedronken hebt.”

  • Domme Blondjes

    Een dom blondje is aan het wandelen en loopt voorbij een elektrozaak. Ze stapt binnen en vraagt aan de winkelier: “Hoeveel kost zo’n tv”?  “Wij verkopen geen tv’s aan domme blondjes,” antwoordt hij.

    Ze gaat naar huis en verkleed zichzelf. Weer gaat ze terug naar die man die tv’s verkoopt en vraagt opnieuw: “Hoeveel kost zo’n tv?”  Weer zegt de man: “Wij verkopen geen tv’s aan domme blondjes.”

    Zo probeert ze het tien keer na elkaar, maar telkens krijgt ze als antwoord dat de man geen tv’s verkoopt aan domme blondjes… Ten einde raad vraagt ze aan die man: “Hoe komt het eigenlijk dat je weet dat ik het ben?”  “Wel,” antwoordt de man, “omdat dit geen tv’s maar magnetrons zijn.”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *