op School

Op school zegt de juf; “Wie zichzelf dom vindt mag gaan rechtstaan.”  Iedereen blijft zitten. Plots gaat Peter staan. “Zo”, zegt de juf “Jij vindt jezelf dom, Petertje”. “Neen juffrouw, ik vond het zo zielig dat jij daar als enige stond”, antwoordt Peter .

Similar Posts

  • Goudvis

    Kleine Nancy is in de tuin een gat aan het vullen, als de buurvrouw over de 
    heg kijkt.
    Ze is zeer nieuwsgierig wat Nancy aan het doen is, en ze vraagt: “Wat ben je 
    aan het doen, Nancy”?

    “Mijn goudvis is dood gegaan”,vertelt Nancy in tranen, zonder te kijken. “En 
    ik heb hem net begraven”.

    De buurvrouw is verwondert.
    “Dat is een enorm groot gat voor jou goudvis, vindt je niet”? Nancy klopt het 
    laatste beetje grond stevig aan, en antwoord: “Dat komt omdat hij nog in de 
    maag van jou rot-kat zit”.

  • Vroeg of laat

    Iemand moet voor de rechter verschijnen en de rechter vraagt: “Wat doet u voor werk meneer?”De beklaagde antwoordt: “dit en dat.”Rechter: “Waar werkt u?”Beklaagde: “Hier en daar.”Rechter: “Wanneer werkt u?”Beklaagde: “Nu en dan.”Rechter: “Hoe is uw verhouding met uw werkgever en uw collega’s?”Beklaagde: “Zus en zo.”Rechter: “De rechtbank is van oordeel dat u naar de gevangenis gaat.”Beklaagde: “Naar de gevangenis? En wanneer kom ik weer vrij?”Rechter: “…..Vroeg of laat.”

  • In de kroeg

    De kastelein vraag aan de man aan de bar wat hij wenst te drinken. ”Geeft u mij een pilsje”, zegt de man ”en geef die man met die pet op aan het tafeltje er ook een van mij.”

    Zo gezegd, zo gedaan. Als de man aan de bar zijn pilsje leeg drinkt zegt hij tegen de kastelein: “geeft u mij nog een pilsje en die man met de pet op geeft u ook nog een van mij”. Dat tafereel speelt zich zo nog vijf keer af, waarop de vriend van de man met de pet zegt: “geef mij jouw pet eens even, dan krijg ik ook eens iets van die kerel te drinken”. ”Oké” zegt de pettenman en geeft zijn vriend zijn pet.

    Vervolgens zegt de man aan de bar tegen de kastelein: “mag ik nog een pilsje van u en geef de man tegenover die met de pet op ook eens een van mij, want die ander heeft er al genoeg van mij gehad !”

  • Telefoon

    • Om half vier ‘s nachts ging de telefoon bij Frits. Moeizaam kwam hij uit bed en vond op de tast de telefoon. “Spreek ik met meneer Van Rensburg?” vroeg een boze stem aan de andere kant van de lijn. “Ja, inderdaad,” mompelde Frits. “Met Smit van de overkant. Ik bel even om te zeggen dat het geblaf van uw hond me gek maakt. Laat hem alstublieft onmiddelijk ophouden.” De volgende nacht om drie uur ging de telefoon bij Smit. “Hallo?” mompelde hij slaperig. “Meneer Smit, met Van Rensburg van de overkant.” “Om drie uur ‘s nachts? Bent u gek geworden?” “Meneer Smit, ik bel even om te zeggen dat ik geen hond heb.
  • Controle

    Een boer wordt bezocht door de Economische Inspectie.
    Hij wordt gecontroleerd omdat hij zijn werknemers niet correct zou betalen.
    “Ik zou graag de lijst zien van jouw werknemers en hun lonen”, zegt de controleur.
    “Wel”, zegt de boer, “er is mijn meesterknecht die nu drie jaar hier werkt.
    Ik betaal hem 400.– per week plus vrije kost en inwoning.
    Dan is er de kokkin. Zij werkt hier 18 maanden en verdient 300.– per week plus vrije kost en inwoning.”
    “Dan is er nog ene die wat simpel is.
    Die werkt ongeveer 18 uur per dag en doet 90 % van het werk op de boerderij.
    Hij verdient 10.– per week, betaalt zijn eigen kost en inwoon en ik koop hem iedere zaterdagavond een fles whiskey.
    Af en toe slaapt hij bij mijn vrouw.”
    “Dat is de kerel waar ik mee wil praten,” zegt de controleur.
    “Dat doe je al…” antwoordt de boer.

    PAARD

     

  • Een pastoor

    Een pastoor, die een wandeling maakt in de vrije natuur, komt in het drijfzand terecht.

    Wanneer hij ongeveer tot over zijn enkels is weggezakt, passeert er een brandweerwagen.

    “Heeft u hulp nodig?” vragen de brandweerlieden.

    “Nee dank u, niet nodig, “de Heer zal me bijstaan!”, antwoord de pastoor.

    Wanneer hij tot zijn middel is weggezakt, passeert de brandweerwagen hem opnieuw en de brandweerlieden vragen: “Heeft u hulp nodig?”

    “Nee, nee, dank u, niet nodig, de Heer zal me bijstaan!”, antwoordt de pastoor weer.

    Wanneer alleen het hoofd van de pastoor nog boven het zand uitsteekt, passeert de brandweerwagen voor de derde maal.

    “Heeft u nog steeds geen hulp nodig?”, vragen ze.

    “Nee, nee, nee, niet nodig, de Heer zal me redden!”, antwoordt de pastoor.

    Uiteindelijk verdwijnt de Pastoor helemaal in het zand!!!!

    Aangekomen in het paradijs zegt hij tot God: “Ik ben echt wel naïef. Ik dacht werkelijk dat U me te hulp zou komen!”

    Waarop de Heer antwoordt: “Ik heb je 3x de brandweer gestuurd. Ik zie niet in wat ik nog meer kon doen……!”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *