PAS OP!!!!

Een vrouw is eieren aan het bakken als haar man thuis komt. Hij wandelt de keuken in en begint onmiddellijk te roepen :

PASOP ! PASOP ! MEER BOTER!

DRAAI ZE OM ! DRAAI ZE OM!

BOTER , MEER BOTER, ZIE JE DAT NIET?

ZE GAAN AANBRANDEN ! PAS TOCH OP!

DRAAI ZE, DRAAI ZE !

SCHIET OP, HAAST JE, DRAAI ZE NU OM! NU!

PAS OP, TE VEEL BOTER, HET GAAT SPATTEN !

PAS OP! JE GAAT JE VERBRANDEN!

HOLA, HOLA, TE VEEL BOTER!

EN TE WEINIG ZOUT,

TE WEINIG ZOUT!………….

De vrouw is compleet uit haar lood geslagen en gilt: “Waarom schreeuw jij zo ? Wat is er met jou aan de hand ? ”

De man draait zich om en zegt heel kalm terwijl hij de keuken verlaat: “Gewoon, om je duidelijk te maken hoe het aanvoelt als jij naast me zit als ik met de auto aan het rijden ben”.

Similar Posts

  • Beleefd Plezier

    In een klein dorpje ging een huisje van plezier
    zich vestigen naast de pastorie.

    De pastoor was daarmee helemaal niet blij mee
    en stopte een briefje in de brievenbus met als tekst :
    “Wees een dame, en maak geen reclame”

    De dame van het huisje van plezier keek raar op
    bij het lezen van het briefje, en schreef er eentje
    terug met als tekst :
    “Wees een heer en kom ook ‘n keer.”

  • Schoonmoeder

    Een pasgetrouwde boer en zijn vrouw werden gebeld door de moeder van de bruid. Deze wilde meteen de boerderij komen bekijken. De boer probeerde oprecht vriendelijk te zijn tegenover zijn schoonmoeder, hopende dat hij een vriendschappelijke relatie met haar zou kunnen krijgen.

    Maar bij elke gelegenheid die zich voordeed zat zijn schoonmoeder zonder doel te zeuren, veranderingen aan te bevelen, ongevraagde adviezen te geven en maakte zo het leven van de boer en zijn bruid ondraaglijk.

    Terwijl ze door de schuur liepen, sprong de ezel van de boer plotseling naar voren en stootte de schoonmoeder voor haar hoofd, waardoor deze ongelukkig viel, en op slag dood was.

    Op de begrafenis, een paar dagen later, stond de boer naast de kist en begroette de mensen die langsliepen. De pastoor zag dat, wanneer er een vrouw langsliep die iets tegen de boer fluisterde, hij ja schudde met zijn hoofd, en iets terugzei. Wanneer er een man langsliep die iets tegen de boer fluisterde, schudde hij nee en mompelde hij iets terug. De pastoor, die dit toch wel een beetje merkwaardig vond, vroeg na afloop van de begrafenis waarom hij toch telkens ja en nee schudde. De boer antwoordde:
    “De vrouwen zeggen, wat een verschrikkelijk drama, en ik knik, ja en zeg, dat was het zeker.
    De mannen vragen, kan ik jouw ezel lenen? en ik schud nee en zeg, dat kan niet, hij is al voor een heel jaar volgeboekt.”

  • Dikke en Dunne

    Er loopt een dikke man over straat met naast ‘m zijn hele dunne vriend. De dikke man zegt tegen de dunne:

    “Als ik jou zie, dan denk ik altijd dat er in Nederland hongersnood heerst.”

    Waarop zijn dunne vriend antwoordt:

    “En als ik jou zie, dan denk ik dat jij daar de oorzaak van bent!”

  • Te LAAT VOOR EEN SCHRIFTELIJK EXAMEN

    Vier studenten aan de hogeschool arriveerden maar liefst twintig minuten te laat op een belangrijk schriftelijk examen. De betrokken hoogleraar, die zelf surveilleerde, deelde de studenten mee dat ze te laat waren en om die reden niet meer aan het examen konden deelnemen. De studenten probeerden de hoogleraar te vermurwen en voerden als excuus aan, dat ze gevieren met de auto waren gekomen en dat deze een lekke band had gehad. In dat geval, zo vond de hooggeleerde, verdienden de vier heren een extra kans; een schriftelijk examen bij hem thuis, de week daarop, op hetzelfde tijdstip. Vanzelfsprekend was het viertal die dag stipt op tijd. Elke student kreeg een aparte kamer toegewezen met een stoel en tafel, waarop een gesloten omslag lag met de examenvragen. Het gevreesde examen bestond uit slechts één vraag: ”Welke band was lek?”

  • Brandweer

    Een brandweerman staat buiten bij de brandweerkazerne te sleutelen aan de motor van een pomp. Opeens hoort hij achter zich een lief stemmetje dat zegt:
    “Dag meneer de brandweer.”
    Hij draait zich om en ziet een klein meisje van een jaar of zes, dat in een bolderwagen zit. De bolderwagen is omgebouwd tot een brandweerwagen, compleet met ladder en brandslangen. De wagen wordt getrokken door een hond en een kat. Complimentjes makend over wat hij ziet loopt hij rondom de bolderbrandweerwagen. De hond is met een riem aan zijn halsband voor de kar gespannen. De kat, het blijkt een kater, zit vast aan de kar via een touwtje om zijn testikels. Een beetje verbaasd zegt de brandweerman tegen het lieve wicht:
    “Ik wil me er niet mee bemoeien, maar volgens mij trekt die kater de kar beter als je hem ook aan een halsband vastmaakt.”
    “Dat weet ik”, zegt het meisje, “maar dan heb ik geen sirene!”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *