Appelpitjes

Een Hollander en een Belg zitten tegenover elkaar in de trein. De Hollander haalt een plastic zakje uit zijn jaszak, gevuld met appelpitjes. Hij neemt er een paar uit en eet ze op, en even later doet hij dat nogmaals. De Belg vraagt: ”Waarom eet jij appelpitjes?” De Hollander antwoord: “Daar wordt je slim van.” “Kan ik een paar pitjes van je kopen?” vraagt de Belg. “Natuurlijk” zegt hij “ze kosten € 3,– per stuk”. “Geef mij er dan maar vijf” zegt de Belg en betaald € 15,– . Apetrots eet de Belg er een paar en terwijl het eet zegt hij, “zoveel geld voor een paar pitjes”. Ik vindt dat duur want als ik een kilo appels koop heb ik de pitjes er gratis bij. Zegt de Hollander tegen de Belg:

“Zie je, het begint al te werken”.

Similar Posts

  • Juiste gereedschap

    Op een morgen komt een man terug van een vistochtje van verschillende uren en besluit om een dutje te doen; ondanks het feit dat ze niet vertrouwd is met het meer, besluit de vrouw toch om de boot van haar man eens te gebruiken. Ze vaart een eindje het meer op, gooit het anker uit, en leest een spannendboek. Plots komt er een man, de terreinbeheerder, langs gevaren met zijn boot. Hij legt naast de boot van de vrouw aan en zegt: ‘Goede morgen mevrouw. Wat bent u aan het doen ?’ ‘Een boek aan het lezen’ antwoordt ze, (meteen denkend: ‘Is dat niet duidelijk ?’) ‘U bent in een Verboden Te Vissen zone’, zo informeert hij haar. ‘Sorry vriend, maar ik ben niet aan het vissen , ik ben aan het lezen’ ‘Ja, maar u hebt al het gereedschap en voor zover ik weet, kunt u er op elk ogenblik mee beginnen; ik moet u een bekeuring geven en uw materiaal in beslag nemen’. ‘Als u dat doet, zal ik u moeten aangeven voor seksuele intimidatie’ zegt de vrouw. ‘Maar ik heb u zelfs nog niet aangeraakt’ zegt de man. ‘Dat is waar, maar u hebt al het gereedschap ervoor bij u en v oor zover ik weet, kunt u er op elk ogenblik mee beginnen ‘, zegt de vrouw. ‘Nog een prettige dag verder mevrouw’, en de terreinbeheerder vertrekt.

  • Een Held

    Een Belg komt bij Petrus aan de hemelpoort. Petrus vraagt hem of hij tijdens zijn leven op aarde ooit een goede daad gedaan heeft, waardoor hij zonder twijfel in de hemel thuishoort.
    “Ik kan mij wel zoiets herinneren”, zegt de Belg. “Ik passeerde een parkeerplaats langs de autosnelweg waar een groep Hell’s Angels bezig waren een paar vrouwen lastig te vallen. Ik riep dus dat ze daarmee moesten ophouden, maar dat hielp niet echt. Toen ben ik op de grootste Hell’s Angel toegestapt, heb hem van zijn motor gesleurd, hem op de grond gesmeten, een slag op zijn neus verkocht en zijn neuspiercing uitgetrokken. Ik heb zijn helm afgetrokken, vol geplast, terug op zijn kop gezet en gezegd dat hij een grote zeiker was. Toen heb ik zijn motor omvergeduwd en ben erop beginnen springen tot die helemaal ingedeukt was en naar de andere Hell’s Angels geroepen: ‘En nu oprotten jullie!'”
    Petrus was onder de indruk en vroeg: “Wanneer was dat precies?”
    Antwoordt de Belg: “Een paar minuten geleden, denk ik.”

  • Brief aan God

    Een arm vrouwtje schreef een brief aan God, adres “Hemel”, waarin ze 2000 euro vraagt om om haar huurschuld af te betalen. De sorteerders van de Post weten geen raad met het adres en maken de brief open.. Ze zijn zo ontroerd door het lot van het arme vrouwtje, dat ze met de pet rondgaan. Zo halen ze 1800 euro op. Dit bedrag doen ze in een envelop met een briefje van “God” erbij en sturen het terug aan het oude dametje. Een week later ontvangt de Post weer een brief gericht aan God, adres : “Hemel”. Ze maken de brief weer open en lezen: “Lieve God, bedankt voor het geld. Als u nog iets kunt missen, stuur het dan niet meer via de Post, want die rotzakken hebben er 200 Euro uit gepikt…”

  • Goochelaar

    Een goochelaar zat op een cruiseschip en deed allerlei trucjes. Jante keek toe met arendsogen en doorzag iedere truc van de goochelaar, hij zei dan ook steeds hoe de truc in elkaar stak, het ging ongeveer zo: “De kaart zit in je broekzak!” of “Dat konijn kwam uit die doos!” … Die goochelaar was het na een tijdje helemaal zat dat Jantje de hele tijd zei hoe zijn trucs in elkaar zaten, dus stopte hij maar mee.  De dag erop verging het schip en alleen de goochelaar en Jantje konden zich redden door te dobberen op een stuk drijvend hout.  Na een uur of 3 uur zei Jantje: “Ok, ik geef het op, waar heb je het schip gelaten?”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *