Feestje
Jansen kan niet slapen, omdat ze bij de buren een feestje hebben. Urenlang staat hij tevergeefs op de muur te bonken.
De volgende middag komt hij de buurman tegen.
Zeg, heb je me vannacht niet op de muur horen bonken?
Ja, maar dat geeft niet hoor. We hadden toch een feestje.