Verhuizen

Een wat ouder stel verhuist naar het platteland en ze besluiten om een varkentje te kopen. Ze bouwen een stal en graven een poel. Het varkentje heeft een prachtig leven. Op een dag komt de buurman langs en vraagt of ze het bij dit ene varkentje houden. Ze willen er wel meer maar weten niet wat te doen. De buurman zegt dat hij een kennis heeft die varkens houdt. Daar moeten ze heen om hun varkentje te laten bevruchten. Het is niet ver dus zet de man het varkentje in de kruiwagen en gaat op pad. Bij de boer ‍aangekomen doet de beer zijn werk. De man vraagt hoe hij kan zien of de beer zijn werk goed gedaan heeft. De boer ‍antwoordt: “Als jouw varken morgenvroeg in de poel ligt, is het geslaagd. Staat ze op het droge, dan moet je nog ‘n keer langskomen.” De man gaat naar huis en kijkt de volgende ochtend ️nieuwsgierig uit het raam. Het varkentje staat op het droge….. Hij zet haar weer in de kruiwagen en gaat opnieuw naar de boer. De volgende morgen vraagt de man of zijn vrouw even naar buiten wil kijken. Ze doet de deur open en begint heel hard te lachen. ”Ligt ze in de poel?” vraagt de man blij. “Nee”, zegt de vrouw:

“Ze zit al in de kruiwagen!” 

Similar Posts

  • Moos

    Moos gaat voor het eerst in zijn leven skiën. Les nemen vindt hij zonde van het geld, dus suist hij bij zijn eerste afdaling, niet geremd door enige kennis of vaardigheid, met een noodgang over de zwarte piste.
    Waardoor hij een bordje ‘Lawine gevaar’ niet ziet. Als Moos, na een adembenemende afdaling, dankzij een bovenmenselijke inspanning nog net voor een vreselijk diep ravijn tot stilstand weet te komen, slaakt hij een diepe zucht van verlichting.
    Dat had hij beter niet kunnen doen.
    Tien tellen later ligt hij onder drie meter sneeuw. Onmiddellijk rukken de reddingswerkers uit. Zodra Moos gelokaliseerd is, steken ze een lange pijp in de sneeuw om Moos wat lucht te verschaffen. Moos ziet de pijp vlak boven zijn hoofd door de sneeuw verschijnen. “Wie is daar?” roept hij.
    “Het Rode Kruis,” roept men van boven.
    Waarop Moos zegt: “Maar, daar heb in Amsterdam al voor  gegeven.”

  • Oudste Beroep

    Een timmerman, metselaar en een elektricien zitten tegen elkaar op te snijden over wie het oudste beroep heeft. De timmerman: “Weet je nog: Jezus. Die lag in een stalletje, en dat stalletje is gebouwd door, jawel, een timmerman.” Zegt de metselaar: “Nou en, de piramiden stonden er toen al eeuwen en die zijn toch gemetseld.” Zegt die elektricien: “Jullie moeten niet zo ruziën want wij hebben toch het oudste beroep.” “Op de eerste dag zei god: ‘er was licht!’ en toen hadden wij de leidingen al liggen.”

  • Zoeken

    Peter werkte tijdelijk in een kledingwinkel. Een klant wilde weten of de zaak ook goede camouflagepakken verkocht.

    “Ja” bevestigde Peter, “Maar, ik kan ze momenteel niet vinden!”

  • Zaag nodig

    De directeur van Heineken komt bij de Paus op bezoek en zegt: “Ik geef u 1 miljoen euro als u in uw gebed in plaats van: “geef ons heden ons dagelijks brood” eens zegt: “geef ons heden ons dagelijks bier”. “Onmogelijk” wimpelt de Paus zijn voorstel af. Een jaar later komt de directeur opnieuw naar de Paus en biedt hem nu 5 miljoen euro. Weer weigert de Paus. Als de bierdirecteur voor de derde keer de Paus komt smeken of hij nu “geef ons heden ons dagelijks bier” wil zeggen, nu voor 20 miljoen euro, aarzelt de Paus en belt zijn secretaresse:”Wanneer loopt dat contract met die bakker af?”

  • Kibbelen

    Twee blondjes lopen op straat. Plots wijst de ene naar iets en roept:

    _ Kijk daar, de zon!

    _ Maar nee, dat is de maan, zegt de andere.

    Ze lopen kibbelend verder.

    Even later zegt de eerste:

    _ Weet je wat, we zullen eens ergens aanbellen en vragen wie er nu gelijk heeft.

    Ze bellen aan bij het eerste huis dat ze tegenkomen en het toeval wil dat er een blondje opendoet.

    De twee dames wijzen naar de lucht en vragen:

    _ Mevrouw, dat ding daar in de lucht, is dat nu de zon of de maan?

    _ Ik zou het niet weten. Ik woon hier nog maar pas.

  • Supplies

    Een Amerikaan, een Hollander en een Japanner spoelen aan op een onbewoond eiland. De Amerikaan begint meteen de baas te spelen en zegt: ‘I take care of the food.’ Tegen de Hollander zegt hij: ‘You take care of the wood.’ En tegen de Japanner zegt hij: ‘You take care of the supplies.’

    Ze gaan alle drie weg. Tegen de avond komen de Amerikaan en Nederlander elkaar weer tegen op de afgesproken plaats, maar nog geen spoor van de Japanner. Ze besluiten om te wachten. En ze wachten…. en wachten… en wachten….. Maar de Japanner komt niet opdagen. ‘Zo, dan beginnen wij alvast te eten,’ zegt de Hollander tegen de Amerikaan. ‘Okay,’ zegt de Amerikaan. Opeens komt de Japanner uit de boom gesprongen, terwijl hij roept: ‘Supplies!’ .

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *