DE MINNARES

Een man en vrouw dineren samen in een heel sjiek restaurant, wanneer een verblindend mooie jongedame naar hun tafeltje komt, de man een dikke zoen geeft, zegt dat ze hem straks wel zal zien en terug wegwandelt. De vrouw staart naar haar man en zegt: ‘Verdomd, wie is dat ???’ ‘Oh’, zegt de man, ‘dat is mijn minnares…’ ‘Wel’, zegt de vrouw, ‘dat doet de deur dicht, ik wil scheiden!’ ‘Ik kan dat begrijpen’, zegt de man, ‘maar denk eraan dat, wanneer wij gaan scheiden, er geen inkoopreisjes naar Parijs meer komen, geen wintervakantie meer op Barbados, geen zomerverblijf meer in Toscane, geen Ferrari of Mercedes meer in de garage en geen zeiljacht meer… Aan jou om te beslissen.’ Juist op dat ogenblik, komt er een vriend van het paar het restaurant binnen met een stoot van een babe aan de arm. ‘Wie is die vrouw bij Jim?’ vraagt de vrouw. ‘Dat is zijn minnares’, zegt haar man. Antwoordt zijn vrouw:

‘De onze is mooier hé’ !!!

Similar Posts

  • Gesnurk

    Een handelsvertegenwoordiger, doodmoe, komt aan in een kleine gemeente waar er maar één hotelletje is. Tot overmaat van ramp, alle kamers zijn bezet. Hij smeekt de baas: “Leg me te slapen, eender waar, maar ik moet absoluut kunnen uitrusten.” “Wel”, zegt de hotelier, “ik heb hier een twee persoonskamer waar er maar één bed beslapen is. Als je met die man op een akkoord komt om de kamer en de prijs ervan te delen is dat voor mij goed. Maar, ik verwittig je, hij snurkt geweldig. Het is zelfs zo erg dat alle gasten ‘s morgens hun beklag erover maken.” “Maakt niks uit”, antwoordt de vertegenwoordiger, “ik ben veel te moe.” …De twee mannen komen tot een akkoord en nemen het avondmaal aan dezelfde tafel. ‘s Morgens komt de handelsvertegenwoordiger als eerste de trap af om naar het ontbijtzaal te gaan. Vrolijk fluitend en welgemutst de hotelbaas groetend. “Nou”, zegt deze, “zo welgezind? Heb je goed geslapen? Heeft hij niet gesnurkt?” “Zeker niet”, zegt de vertegenwoordiger, “geen enkel moment.” “Hoe is dat in Godsnaam mogelijk”, zegt de hotelbaas.

    “Heel eenvoudig”, zegt de vertegenwoordiger.

    “Ik kwam een beetje later dan hem de kamer binnen. Hij lag al op zijn bed. Ik heb hem een kus gegeven op zijn achterwerk en gezegd: Goedenacht, schoonheid. En die kerel heeft de hele nacht recht gezeten in zijn bed om me in de gaten te houden.”

  • De bootreis

    Er zit een meisje in een café nogal sip te kijken en te zuchten. Een jongen gaat naar haar toe, en vraagt wat er aan de hand is. ‘Nou,’ zegt het meisje, ‘ik zou zo graag mijn zus eens bezoeken in Zuid-Afrika, maar de bootreis is veel te duur.’ ‘O, maar dat komt goed uit,’ zegt de jongen, ‘want ik ben matroos. Ik wil je best in mijn plunjezak het schip op smokkelen.’ ‘Dat zou geweldig zijn,’ zegt het meisje, ‘maar wat moet ik daar voor doen?’ ‘Nou,’ zegt de jongen, ‘ik kom je elke avond eten brengen. En dan zou ik het fijn vinden als ik een half uurtje bij je mag komen liggen.’ ‘Dat is wel goed,’ zegt het meisje. Dus wordt het meisje het schip op gesmokkeld. Elke avond komt de matroos haar eten brengen, en blijft dan een half uurtje bij haar. Na drie weken vindt het meisje de reis wel lang gaan duren. Ze besluit maar eens naar boven te gaan. Boven gekomen ziet ze de kapitein lopen, en aan hem vraagt ze: ‘Kapitein, duurt het nog lang voordat we in Zuid-Afrika zijn?’ ‘Nogal,’ zegt de kapitein, ‘want dit is de veerboot naar Texel.’

  • Doofstommenavond in de kroeg

    Elke vrijdagavond ontvangt een café-eigenaar het doofstomme vrijgezellenclubje. Als hij op vrijdagochtend ziek blijkt te zijn, belt hij zijn broer op: “Zeg Jan, ik ben ziek. Maar vanavond komt dat doofstomme vrijgezellenclubje, en dat zijn goeie vaste klanten. Dus ik kan het niet maken om het café gesloten te houden. Zou jij vanavond voor mij willen invallen?” Zijn broer vindt het niet erg om in te vallen. Hij gaat van tevoren nog even langs bij Kees om instructies te krijgen. “Het is helemaal niet moeilijk,” zegt Kees, “die jongens drinken de hele avond alleen maar bier en borrels. Als ze een vinger opsteken, dan willen ze bier, en als ze twee vingers opsteken dan willen ze een borrel. Dat is alles.” Die avond gooit Jan het café open, en daar komt de doofstomme club. Jan neemt de bestellingen op: bier, borrel, bier, bier, borrel… Alles gaat goed. Maar plotseling beginnen de doofstommen allemaal met hun hoofden te draaien en hun monden te happen. Jan weet niet goed wat hij moet doen. Hij gooit 50 frikandellen in de frituur, en serveert daarna broodjes frikandel uit. De doofstommen beginnen te eten, drinken nog wat, en even later beginnen ze weer met hun hoofden te draaien en hun monden te happen. Ten einde raad belt Jan zijn broer op: “Zeg Kees, in het begin ging het goed, maar nou beginnen ze steeds met hun hoofden te draaien en hun monden te happen. Ik snap echt niet wat ze willen.” “O sorry,” zegt Kees, “dat ben ik vergeten te zeggen: dan zitten ze het clublied te zingen.”

  • Horloge

    Er zitten 2 man in een trein en de jongeman vraagt aan de andere man. Kun je mij vertellen hoe laat het is? De man geeft geen antwoord. Weer een poosje later vroeg hij het weer. De man gaf weer geen antwoord. De jongeman zegt tegen de man. Meneer nu heb ik je 2 keer gevraagd hoe laat het is waarom zeg je niks. Dat zal ik je vertellen zei de man. Je vraagt mij hoe laat het is. Dan moet ik mijn mooie horloge pakken. Dan zeg jij dat is een mooie horloge. Dan zeg ik ja dat is ook een mooie horloge. Dan vraag jij aan mij hoe ik zo’n horloge kan betalen. Dan moet ik zeggen dat ik goeie zaken doe. Dan vraag je mij of ik dochters heb. Dan moet ik zeggen ja ik heb mooie dochters. En jij wilt langs komen en komt daarna nog eens lang. En naderhand wil je met een van mijn dochters trouwen. Dus zeg nou zelf. Wat moet ik met een schoonzoon die geen horloge kan betalen

  • Het brein van een miljonair

    Een Nederlands-Canadese zakenman  gaat een bank in Toronto binnen en vraagt om een gesprek met iemand van de kredietenafdeling. De zakenman vertelt dat hij twee weken naar Nederland gaat voor zaken en dat hij een lening nodig heeft van $5,000. De bankmedewerker zegt dat dat zeker kan, maar dat de bank voor een dergelijke lening aan een nieuwe klant wel een onderpand nodig heeft. “Dat is begrijpelijk,” zegt de zakenman en hij overhandigt de sleutels van zijn gloednieuwe Lamborghini sportwagen die voor het bankgebouw geparkeerd staat. Hij geeft de bankmedewerker ook de autopapieren en na controle blijkt alles in orde te zijn. De bankmedewerker accepteert de auto als onderpand voor de lening en rijdt hem voorzichtig de beveiligde ondergrondse parkeergarage van de bank in. De zakenman krijgt zijn lening en vertrekt naar Nederland. De medewerker vertelt de bankdirecteur van het gebeurde en samen lachen ze nog even hartelijk om de stupiditeit van de zakenman, om een auto die zeker $250.000 waard is te gebruiken als onderpand voor een lening van $5.000. Twee weken later komt de zakenman terug. Hij betaalt de lening van $5,000 af plus $15,41 aan rente. De bankmedewerker zegt: “wij danken u heel hartelijk voor uw klandizie, maar zijn wel een beetje verbaasd. We hebben een en ander nagetrokken en zijn er inmiddels achter dat u de eigenaar bent van een aantal grote bedrijven, dat u multi-miljonair bent en dat u toch nauwelijks een leninkje van $5.000 nodig heeft voor een tripje naar Nederland. Of wel soms?”

    De zakenman grinnikt en zegt: “Natuurlijk niet, maar waar anders kan ik in Toronto voor $15,41 mijn auto twee weken parkeren en ook nog verwachten dat hij er heelhuids staat als ik terugkom!”

  • Op scheppen

    Drie jongens zitten aan tafel op te scheppen over hun vaders.
    “Mijn vader is rechter en iedereen moet hem aanspreken met Uwe Excellentie.”
    “Dat is nog niets, mijn vader is koning en iedereen moet hem aanspreken
    met Uwe Majesteit.”

    “Mijn vader weegt 150 kilo en als de mensen mijn vader zien, zeggen ze:
    Oh Grote God.”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *