DE MINNARES

Een man en vrouw dineren samen in een heel sjiek restaurant, wanneer een verblindend mooie jongedame naar hun tafeltje komt, de man een dikke zoen geeft, zegt dat ze hem straks wel zal zien en terug wegwandelt. De vrouw staart naar haar man en zegt: ‘Verdomd, wie is dat ???’ ‘Oh’, zegt de man, ‘dat is mijn minnares…’ ‘Wel’, zegt de vrouw, ‘dat doet de deur dicht, ik wil scheiden!’ ‘Ik kan dat begrijpen’, zegt de man, ‘maar denk eraan dat, wanneer wij gaan scheiden, er geen inkoopreisjes naar Parijs meer komen, geen wintervakantie meer op Barbados, geen zomerverblijf meer in Toscane, geen Ferrari of Mercedes meer in de garage en geen zeiljacht meer… Aan jou om te beslissen.’ Juist op dat ogenblik, komt er een vriend van het paar het restaurant binnen met een stoot van een babe aan de arm. ‘Wie is die vrouw bij Jim?’ vraagt de vrouw. ‘Dat is zijn minnares’, zegt haar man. Antwoordt zijn vrouw:

‘De onze is mooier hé’ !!!

Similar Posts

  • Glunderen

    Een blondje komt juichend haar stamcafé binnen. Ze bestelt een bacardi-cola en begint na elke slok te glunderen, terwijl ze tegen zichzelf hardop zegt: “Wauw…binnen 30 dagen…tis niet te geloven!!!” De barman kijkt haar vreemd aan en vraagt: “Wat bedoel je met 30 dagen?” “Nou,” zegt het blondje, “ik heb een legpuzzel binnen 30 dagen in elkaar gezet, terwijl op de doos staat ’3 tot 5 jaar’!”

  • Feestje

    Jansen kan niet slapen, omdat ze bij de buren een feestje hebben. Urenlang staat hij tevergeefs op de muur te bonken.
    De volgende middag komt hij de buurman tegen.
    Zeg, heb je me vannacht niet op de muur horen bonken?
    Ja, maar dat geeft niet hoor. We hadden toch een feestje.

  • Goudvis

    Kleine Nancy is in de tuin een gat aan het vullen, als de buurvrouw over de 
    heg kijkt.
    Ze is zeer nieuwsgierig wat Nancy aan het doen is, en ze vraagt: “Wat ben je 
    aan het doen, Nancy”?

    “Mijn goudvis is dood gegaan”,vertelt Nancy in tranen, zonder te kijken. “En 
    ik heb hem net begraven”.

    De buurvrouw is verwondert.
    “Dat is een enorm groot gat voor jou goudvis, vindt je niet”? Nancy klopt het 
    laatste beetje grond stevig aan, en antwoord: “Dat komt omdat hij nog in de 
    maag van jou rot-kat zit”.

  • Gesnurk

    Een handelsvertegenwoordiger, doodmoe, komt aan in een kleine gemeente waar er maar één hotelletje is. Tot overmaat van ramp, alle kamers zijn bezet. Hij smeekt de baas: “Leg me te slapen, eender waar, maar ik moet absoluut kunnen uitrusten.” “Wel”, zegt de hotelier, “ik heb hier een twee persoonskamer waar er maar één bed beslapen is. Als je met die man op een akkoord komt om de kamer en de prijs ervan te delen is dat voor mij goed. Maar, ik verwittig je, hij snurkt geweldig. Het is zelfs zo erg dat alle gasten ‘s morgens hun beklag erover maken.” “Maakt niks uit”, antwoordt de vertegenwoordiger, “ik ben veel te moe.” …De twee mannen komen tot een akkoord en nemen het avondmaal aan dezelfde tafel. ‘s Morgens komt de handelsvertegenwoordiger als eerste de trap af om naar het ontbijtzaal te gaan. Vrolijk fluitend en welgemutst de hotelbaas groetend. “Nou”, zegt deze, “zo welgezind? Heb je goed geslapen? Heeft hij niet gesnurkt?” “Zeker niet”, zegt de vertegenwoordiger, “geen enkel moment.” “Hoe is dat in Godsnaam mogelijk”, zegt de hotelbaas.

    “Heel eenvoudig”, zegt de vertegenwoordiger.

    “Ik kwam een beetje later dan hem de kamer binnen. Hij lag al op zijn bed. Ik heb hem een kus gegeven op zijn achterwerk en gezegd: Goedenacht, schoonheid. En die kerel heeft de hele nacht recht gezeten in zijn bed om me in de gaten te houden.”

  • Getuige voor de rechtbank

    In een rechtbank in een kleine provinciestad had de openbare klager een oude dame als getuige opgeroepen. Hij vraagt haar: “Mevrouw Heinrich, kent u mij?”

    Ze antwoordt: “Uiteraard! Ik ken u al van kleins af aan. En eerlijk gezegd, was u toen al een totale ramp. U hebt gelogen, mensen gemanipuleerd en uw vrouw bedrogen. U denkt dat u heel wat bent, maar eigenlijk bent u een complete nul. Ja, ik ken u.”

    De aanklager is sprakeloos. Uit verlegenheid wijst hij met de vinger door de zaal en vraagt: “Mevrouw Heinrich, kent u de advocaat van de verdediging?”

    Ze zegt: “Maar natuurlijk. Ik ken Meester Friedmeier al van toen hij nog een peuter was. Hij is vals, vooringenomen en heeft een alcoholprobleem. Hij kan geen normale relatie met mensen opbouwen en zijn kantoor ruikt muf. Niet te vergeten dat hij zijn vrouw driemaal bedrogen heeft. Een daarvan was overigens uw vrouw. Oh ja, ook hem ken ik.”

    De advocaat van de verdediging zakt in de grond van schaamte. De rechter roept beide heren bij zich en fluistert: “Als iemand van jullie idioten op het idee komt om te vragen of ze mij kent, kom  je hier 10 jaar niet meer binnen!

  • Bangelijk goed excuus

    Een man komt laat thuis van zijn werk. Als hij vraagt wat ze eten, zegt zijn vrouw: “Awel,  ik heb niks klaargemaakt, want we hebben niks in huis. De man zegt: “Laten we dan naar een restaurant gaan, dan gaan we lekker escargots eten.” De vrouw heeft daar weinig zin in en zegt: “Gaat jij anders maar naar de winkel om escargots te halen, dan maak ik ze hier wel klaar.” De man gaat naar de winkel en koopt escargots: twaalf in een zakje. Hij stopt ze in zijn binnenzak. Onderweg terug naar huis komt hij een vriend tegen, gaat nog naar een kroegje, komt weer een vriend tegen, blijft in een ander café nog even hangen… Uiteindelijk komt hij met een flink stuk in zijn kraag om kwart over twee ‘s nachts weer thuis. Hij is zo dronken dat hij zijn sleutel niet in het slot krijgt. De sleutelbos valt op de grond. Hij bukt zich en alle escargots vallen op de grond. Uit pure ellende belt hij dan maar aan. Zijn vrouw doet de deur open en vraagt woedend: “Awel, waar blijf je toch, ik zit hier al uren te wachten !!

    Bukt de man zich en zegt tegen de slakken op de grond:

    “Allee jongens…vooruit, nog een klein stukje…!!!”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *