Casino bezoeker

Johan, een frequent bezoeker van het casino, kon geen parkeerplaats voor zijn auto vinden. Hij raakt in paniek, want hij was al te laat voor zijn afspraak met vrienden die hij in het casino zou ontmoeten. Er stond heel wat op het spel. Hij keek naar boven en smeekte: “Heer, heb medelijden met mij. Als U een parkeerplaats voor mij vindt, dan zal ik de rest van van leven elke zondag naar de kerk gaan en stop ik met gokken!” Wonderlijk genoeg was er plotseling een lege parkeerplek. Johan keek weer naar boven en zei: “Laat maar zitten hoor, ik heb er al één gevonden.”

Similar Posts

  • Achternaam

    Een mevrouw komt met haar 14 kinderen bij de pastoor. De kleinste van 2 jaar oud komt bij de pastoor: de pastoor: “en jongen hoe heet jij?” Jongetje: “Jantje ” De volgende komt binnen. Pastoor: “en jongen hoe heet jij? ” Jongetje: “Jantje ” Pastoor: “Ah heet jij ook jantje? ” De oudste komt binnen(14 jaar). Pastoor: “En hoe heet jij jongen?” Jongen: “Jantje” Pastoor tegen moeder: Pastoor: “Heten al jouw zoontjes misschien Jantje.” Moeder: “Ja, dat is heel gemakkelijk: als ik roep:’Jantje opstaan’ staan ze allemaal op, als ik roep’ Jantje eten’ komen ze allemaal eten, als ik roep:’ Jantje slapen’ dan gaan ze allemaal slapen.” Pastoor: “En als je maar 1 iemand nodig hebt, hoe doe je dat?” Moeder: “Dan roep ik hun achternaam.”

  • Huissleutel

    Een alleenwonende man verloor zijn huissleutel. Hij belde zijn ouders die in een klein dorpje in het hoge noorden woonden; zij zouden de reservesleutel opsturen.
    De man trok zo lang bij een vriend in. De volgende dag liep hij de postbode tegemoet, maar deze had niets bij zich.
    De man mopperde: Ach ja, de post in dat boerengat werkt natuurlijk niet zo vlug, en ging weer voor een nacht naar zijn vriend. De volgende morgen reed hij weer naar zijn huis om de post op te vangen, maar was net iets te laat.
    De postbode kwam net de tuin uit en zei: Ik heb de brief in de bus gegooid hoor!’

  • Aangehouden

    Een stoere man rijdt in zijn net nieuw gekochte ferrari over de snelweg met
    zo’n 250 km per uur. Opeens komt er van achter een politieauto aangereden.
    De politieman geeft hem het stopsein en de ferrari stopt met rijden.
    Eenmaal gestopt vraagt de politieman de man om uit te stappen.
    De man stapt uit, en de politieman zegt: “Ik moet u bekeuren voor het te hard rijden, en maar liefst 250 km per uur waar u maar 120 km per uur mag rijden. Mag ik uw rijvewijs even zien?” Waarop de man antwoordt: “Heb ik niet bij me.” Toen zei de politieman:
    “Mag ik dan even uw kentekenbewijs hebben of uw paspoort?”
    Waarop de man zei: “Nee dat pak ik niet want als ik het pak ziet u meteen dat ik een pistool in mijn laatje heb.” Toen zei de politieman: “Dan moet ik helaas uw auto in beslag nemen!”
    Waarop de man zei: “Nee dat kan niet, want dan ziet u dat ik een lijk achter in mijn auto heb.”

    De politieman acht nu de situatie zo erg dat hij zijn baas belt en vraagt direct te komen. Hij zegt tegen zijn baas: “ja, ik heb hier een man die zijn rijbewijs is vergeten en weigert zijn paspoort of kentekenbewijs te laten zien, hij heeft bovendien een pistool en een lijk bij zich?”

    De baas rijdt meteen naar het punt van gebeuren.
    Hij vraagt de man als hij is aangekomen:
    “Meneer mag ik uw rijbewijs even?”
    “Ja natuurlijk”, antwoordt de man, en geeft hem zijn rijbewijs.
    “Mag ik ook even uw auto controleren?”
    “Ja natuurlijk”, antwoordt de man, en laat hem zijn auto zien.
    Waarop de politiebaas aan zijn medewerker vraagt:
    “Verzin jij dit nu allemaal?”
    “Nee, natuurlijk niet, die man weigerde net alles!”, zei de politieman.

    “Zie je nou”, zegt de aangehoude man, “die zelfde politie agent die mij vals beschuldigd van een moordwapen en een moord, die zelfde man bekeurt mij ook nog eens voor te hard rijden!”

  • Brandweer

    Een brandweerman staat buiten bij de brandweerkazerne te sleutelen aan de motor van een pomp. Opeens hoort hij achter zich een lief stemmetje dat zegt:
    “Dag meneer de brandweer.”
    Hij draait zich om en ziet een klein meisje van een jaar of zes, dat in een bolderwagen zit. De bolderwagen is omgebouwd tot een brandweerwagen, compleet met ladder en brandslangen. De wagen wordt getrokken door een hond en een kat. Complimentjes makend over wat hij ziet loopt hij rondom de bolderbrandweerwagen. De hond is met een riem aan zijn halsband voor de kar gespannen. De kat, het blijkt een kater, zit vast aan de kar via een touwtje om zijn testikels. Een beetje verbaasd zegt de brandweerman tegen het lieve wicht:
    “Ik wil me er niet mee bemoeien, maar volgens mij trekt die kater de kar beter als je hem ook aan een halsband vastmaakt.”
    “Dat weet ik”, zegt het meisje, “maar dan heb ik geen sirene!”

  • Boekhouder

    De peetvader van een maffiaclan kwam er achter dat zijn doofstomme boekhouder 10 miljoen euro verduisterd had. Hij had de doofstomme boekhouder aangenomen omdat hij toch niks kon horen.Het missende geld wou hij echter meteen terug en hij haalde Jantje erbij omdat die gebarentaal kon.De peetvader vroeg: “Vraag hem waar de 10 miljoen zijn die hij van mij verduisterd heeft!”Jantje gebaarde deze vraag naar de boekhouder. De boekhouder antwoordde in gebarentaal: “Ik weet niet waar je het over hebt.”Jantje tegen de peetvader: “Hij weet niet waar je het over hebt.”Hierop haalde de peetvader een pistool boven, plaatste de loop tegen de slaap van de boekhouder en zei: “Vraag het hem opnieuw.”Jantje gebaarde aan de boekhouder: “Hij gaat je vermoorden als je het hem niet zegt!”De boekhouder: “OK! Hij wint! Het geld zit in een bruine tas die begraven ligt in de tuin van mijn neef, Voorstraat 18 in Utrecht!”De peetvader vroeg aan Jantje: “En, wat is zijn antwoord?”Jantje: “Hij zegt dat je het lef niet hebt om te schieten.”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *