Te LAAT VOOR EEN SCHRIFTELIJK EXAMEN

Vier studenten aan de hogeschool arriveerden maar liefst twintig minuten te laat op een belangrijk schriftelijk examen. De betrokken hoogleraar, die zelf surveilleerde, deelde de studenten mee dat ze te laat waren en om die reden niet meer aan het examen konden deelnemen. De studenten probeerden de hoogleraar te vermurwen en voerden als excuus aan, dat ze gevieren met de auto waren gekomen en dat deze een lekke band had gehad. In dat geval, zo vond de hooggeleerde, verdienden de vier heren een extra kans; een schriftelijk examen bij hem thuis, de week daarop, op hetzelfde tijdstip. Vanzelfsprekend was het viertal die dag stipt op tijd. Elke student kreeg een aparte kamer toegewezen met een stoel en tafel, waarop een gesloten omslag lag met de examenvragen. Het gevreesde examen bestond uit slechts één vraag: ”Welke band was lek?”

Similar Posts

  • Condooms

    Ook de apotheker stelt vast dat de kinderen steeds mondiger worden.
    Een luide jonge stem bij de apotheker:
    “Drie dozen condooms in verschillende maten!’
    Iedereen staat aan de grond genageld. De apotheker reageert het vlugst:
    ‘TEN EERSTE’ zegt hij, “roept men niet zo!’
    TEN TWEEDE is dit niets voor kleine kinderen’, en
    TEN DERDE stuur je je vader maar’
    Maar Jantje laat zich niet ontmoedigen:
    “TEN EERSTE’, antwoordt hij, ‘heb ik in de school geleerd, dat men luid en duidelijk moet spreken.!’
    “TEN TWEEDE is dat niets VOOR kleine kinderen maar wel TEGEN kleine kinderen’ en,
    “TEN DERDE gaat dit mijn vader niets aan, ze zijn namelijk voor mijn moeder die morgen voor een week alleen naar Mallorca vliegt!’.

  • Vakantie

    Er waren eens 2 onderbroeken in de wasmand. Zegt de ene onderbroek: “ik ga binnenkort op vakantie.” Zegt de andere onderbroek: “Ik hoef al niet meer op vakantie, want ik ben al bruin genoeg!”

  • Kibbelen

    Twee blondjes lopen op straat. Plots wijst de ene naar iets en roept:

    _ Kijk daar, de zon!

    _ Maar nee, dat is de maan, zegt de andere.

    Ze lopen kibbelend verder.

    Even later zegt de eerste:

    _ Weet je wat, we zullen eens ergens aanbellen en vragen wie er nu gelijk heeft.

    Ze bellen aan bij het eerste huis dat ze tegenkomen en het toeval wil dat er een blondje opendoet.

    De twee dames wijzen naar de lucht en vragen:

    _ Mevrouw, dat ding daar in de lucht, is dat nu de zon of de maan?

    _ Ik zou het niet weten. Ik woon hier nog maar pas.

  • Kleine Bennie

    Kleine Bennie zit in de slaapkamerkast van zijn ouders met zijn pluchen beer te spelen. Zijn moeder komt met een vreemde man de slaapkamer binnen, ook om te spelen. Onverwachts komt Bennie’s vader thuis, de vreemde man wordt halsoverkop in de kast verstopt.
    Bennie fluistert: “Ik heb een pluchen beer en als je hem niet voor tien gulden van me koopt, ga ik huilen.” De man betaalt en een paar minuten later zegt Bennie: “Geef mijn beer terug, of ik ga huilen.”
    De beer verwisselt opnieuw van eigenaar. Even later begint Bennie van voren af aan: “Ik heb een pluche beer en als je hem niet voor tien gulden van me koopt, ga ik huilen.”
    Het spel herhaalt zich. Geruime tijd later is de kust vrij, de vreemde man verlaat de kast, 120 gulden armer en zonder beer. De volgende dag vertelt Bennie zijn moeder wat zich in de kast afgespeeld heeft. Zijn moeder stuurt Bennie onmiddellijk ter biecht. In de biechtstoel steekt Bennie van wal: “Ik heb een pluchen beer… “
    Van achter het gordijn: “Grote God! Begin je nu alweer!!!”

  • Gedronken?

    Ik werd laatst met mijn auto aangehouden op de Almelosestraat. Vraagt die agent: “Meneer, heeft u gedronken?” Ik zeg: “Wat zegt u, ober?” Foutje natuurlijk, dus die agent vraagt nogmaals of ik gedronken heb. “Een biertje of dertig, een paar whisky’s en een paar glazen wijn.” Zegt die agent: “Dan moet u toch even blazen.” Ik zeg: “Hoezo? Geloof je me niet?”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *