Telefoon

  • Om half vier ‘s nachts ging de telefoon bij Frits. Moeizaam kwam hij uit bed en vond op de tast de telefoon. “Spreek ik met meneer Van Rensburg?” vroeg een boze stem aan de andere kant van de lijn. “Ja, inderdaad,” mompelde Frits. “Met Smit van de overkant. Ik bel even om te zeggen dat het geblaf van uw hond me gek maakt. Laat hem alstublieft onmiddelijk ophouden.” De volgende nacht om drie uur ging de telefoon bij Smit. “Hallo?” mompelde hij slaperig. “Meneer Smit, met Van Rensburg van de overkant.” “Om drie uur ‘s nachts? Bent u gek geworden?” “Meneer Smit, ik bel even om te zeggen dat ik geen hond heb.

Similar Posts

  • Afvallen

    “Schat ik ben al 3 kg afgevallen, kun je dat zien”? Ik antwoord met een tegen vraag, ”Als je een bladzijde uit een telefoongids scheurt kun je dat dan zien”? Wat er daarna gebeurde weet ik niet meer.

  • Humor uit het Klooster

    Moeder Overste van het klooster is wakker geworden in een opperbeste stemming, en beslist de ronde van de kloostercellen te doen.     
    – Goeie morgen, Zuster Marie-Josephe, ik vind je deze morgen zeer knap, en wat je draagt staat je beeldig!       
    – Ook goeie morgen, Moeder Overste, maar ik heb de indruk dat je de verkeerde kant uit bed bent gestapt!           
    Het antwoord beviel haar niet erg, maar toch besliste ze haar cellenrondgang voort te zetten.        
    – Goeie morgen Zuster Maria, ik vind je zeer goed deze morgen en wat je draagt staat je uitstekend!       
    – Dank je Moeder Overste, ik vind je ook netjes, maar ik heb toch de indruk dat je de verkeerde kant uit bed bent gestapt!        
    De overste bijt zich op de lippen en vervolgt haar rondgang, maar van alle nonnen krijgt ze hetzelfde antwoord.       
    Als ze  bij de vijftiende non arriveert, staan haar zenuwen op springen en met de tanden op elkaar zegt ze:        
    Dag Zuster Noëlla, wees eens vriendelijk en …  vind jij ook dat ik deze morgen de verkeerde kant uit bed ben gestapt?        
    – Ja, Moeder Overste …  
    – En waarop baseer je je???      
    – Je draagt de sandalen van Pater Emile!! 

  • Vakantie

    Herman komt Bart tegen in een café waar hij anders nooit komt.

    Herman vraagt verwonderd “Hoe komt het dat je niet in je stamkroeg zit te drinken?”

    “Ach ja” antwoord Bart “Ik ben met vakantie”.

  • Voorlichting

    Een verhaaltje van een vader aan zijn zoontje:
    Een man wandelt in een supermarkt (A.H.) met zijn 8-jaar oude zoontje.
    Toevallig lopen ze langs een condoom uitstalling,
    en de jongen vraagt:
    ‘ Wat zijn dat, Papa?’
    Waarop de man heel kalm reageert:
    ‘Dat zijn condooms mijn jongen,
    Mannen gebruiken ze om veilig sex te hebben.’
    ‘Oh ja,zegt de jongen, ja dat heb ik gehoord in de sex klas op school.’
    Hij kijkt naar de uitstalling en pakt een pakje van 3 en vraagt:
    ‘Waarom zitten er 3 in dit pakje?’
    De vader antwoord:
    ‘Die zijn voor de jongens van de hogere school..Eén
    voor Vrijdag…Eén voor Zaterdag….en Eén voor Zondag.’
    ‘Cool. zegt de jongen’
    Dan ziet hij een pakje van 6 en vraagt:
    ‘Voor wie zijn deze dan?’
    Die zijn voor universiteits studenten, ‘antwoord de vader,
    Twee voor Vrijdag…Twee voor Zaterdag… En Twee voor Zondag’
    ‘WOW!’ zegt de jongen, ‘en voor wie zijn deze
    dan,vraagt hij, terwijl hij een pakje van 12 op pakt.!
    Met een zucht en een traan in zijn oog, de vader antwoordt:
    ‘Die zijn voor de getrouwde mannen.
    Eén voor Januari…Eén voor Februari.. Eén voor Maart….Eén voor April……………………

  • Slakken

    Een man des huizes had net een maaltje slakken op en zeurde: “Ik lust er nog wel een paar vrouw, want zoals jij ze maakt, maakt niemand ze.” “Nou jong, dan zal jij ze zelf moeten gaan halen.” “Geen punt!” Nadat hem de weg was uitgelegd, waar hij ze moest gaan halen, ging hij fluitend de deur uit. Daar aangekomen: “Ik had graag nog wat slakken.” “Ja”, zei die slakkenboer, “ik heb er zoveel verkocht dat ik geen verpakkingen meer heb.” “Dat geeft niet”, zegt de man, terwijl hij zijn trui openhield. En zo ging ook naar huis. Maar onderweg kwam hij enkele vrienden tegen die vroegen om met z’n allen wat te gaan drinken. “Néé jongens!” Na wat zeuren … nou goed ééntje dan. Het werden er enkele meer en de tijd vloog om. “Jongens ik moet naar huis,” zei hij met een dikke tong. Zo schommelde hij even later naar huis. Thuis aangekomen kreeg hij de huissleutel niet meteen in het sleutelgat. Terwijl hij gebukt stond te richten, vielen de nog levende slakken vanuit zijn trui op de grond. Net toen hij de slakken weer terug wilde doen in zijn trui, vloog plots de deur open en daar stond zijn woedende vrouw. Eer dat zij de kans kreeg om hem de les te lezen, zei hij al lallend: “…allee jongens, nóg tien centimeter …. dan zijn we thuis!”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *