Overeenkomst
Vraagt de een aan de ander: “Wat is de overeenkomst tussen een handgranaat en je vrouw”? Zegt de ander geen idee “wat is dat”? Zegt de eerste weer: “Als je van beide de ring aftrekt, dan kost het je je huis.”
Vraagt de een aan de ander: “Wat is de overeenkomst tussen een handgranaat en je vrouw”? Zegt de ander geen idee “wat is dat”? Zegt de eerste weer: “Als je van beide de ring aftrekt, dan kost het je je huis.”
De pastoor komt Marieke tegen op straat. Wat is er Marieke? Je kijkt zo triestig. “Och meneer pastoor” zegt Marieke, “je weet dat mijn Stef drinkt, maar nu krijg ik de laatste tijd ook nog slaag.” “Dat is wel erg” zegt meneer pastoor, maar probeer hem toch te vergeven!”
“Dat heb ik al drie keer geprobeerd meneer pastoor, maar hij heeft een maag van beton!”
Om 7 uur ‘s ochtends zit ik lekker te vissen langs het Amsterdam Rijnkanaal. De damp staat nog op het water. Ik zit net, komt er een man achter mij staan kijken. Het wordt acht uur, negen uur, tien uur, twaalf uur. Ik neem ’n boterhammetje en koffie en nog steeds staat die kerel achter mij naar m’n dobber te staren. Om 2 uur ‘s middags staat hij er nòg. Als ik om 7 uur ‘s avonds mijn spullen inpak, staat die vent nòg achter me. Ik zeg: “Meneer, u heeft nu 12 uur lang achter mij staan kijken. Waarom koopt u geen hengel? Kunt u zelf gaan vissen.” Zegt die man: “Sorry hoor, maar daar heb ik echt geen geduld voor . . . ”
Jefke zit op de stoep met een stok in een hondepoep te roeren.
De postbode komt voorbij en vraagt aan Jefke wat hij aan’t doen is. ‘Een postbode aan het tekenen , zegt Jefke.
Kwaad loopt de postbode door en doet zijn verhaal aan de ‘ Broeders van Liefde’, die een straat verder in hun combi zitten te mediteren.
‘Wacht’, zegt één van de politieagenten, ‘eens zien of hij dat bij ons ook durft !
‘Zij wandelen naar Jefke en vragen : ‘Awel brave jongen, gij zijt toch geen politieagent aan het tekenen hoop ik?
‘Jefke: ‘Nee nee, maak U maar geen zorgen, daar heb ik niet genoeg stront voor….’ .
Een heer vergezeld van een bloedmooie vrouw stapt in Brussel Nieuwstraat een juwelierszaak in. Ze kiezen een juweel van 50.000€ Op het moment dat er moet betaald worden haalt de man zijn chequeboekje te voorschijn en begint te schrijven. De verkoper trekt een beetje een vervelend gezicht omdat hij de man nog nooit voorheen heeft gezien en er niet gerust in is of de cheque wel gedekt zal zijn.
De man merkt dit gelaatstrekje bij de verkoper en zegt:
“Je bent er precies niet echt gerust in of er wel voldoende geld op mijn rekening staat”.
De verkoper: “Wel, euh”.
De man: ” Kijk, geen probleem, we spreken het volgende af. Omdat het nu zaterdagnamiddag is en mijn bank gesloten is, laat ik de cheque en het juweel hier tot maandag. Pas nadat je het geld geïnd hebt bij de bank laat je het juweel bezorgen bij deze lieve dame. Akkoord”?
De verkoper, zelfverzekerd, geeft zonder twijfel zijn goedkeuring aan deze oplossing en de man vertrekt met zijn beeldmooie vrouw. De maandagochtend gaat de verkoper naar de bank. En wat raadt U? Jawel, de cheque blijkt ongedekt te zijn.
De bankrekening van de man beschikt niet over voldoende provisie. De verkoper belt de man op en legt beleefd uit wat er bij de bank gebeurd is, waarop de man antwoordt:
“Ja maar dat is niet erg. Het juweel is nog altijd in uw bezit, dus het heeft U niets gekost. En ondertussen heb ik een heerlijk weekend gehad! Bedankt voor uw medewerking en tot nog eens”
Aan het eind van de mis vraagt de priester:
“Hoeveel van jullie hebben hun vijanden vergiffenis geschonken ?”
80 % steekt zijn hand op.
De priester herhaalt zijn vraag met aandrang :
“Hoeveel van jullie hebben hun vijanden vergiffenis geschonken ?”
Iedereen steekt zijn hand op behalve 1 oud mannetje op de eerste rij.
De priester vraagt aan het mannetje waarom hij zijn vijanden niet vergeeft.
Waarop het kranige kereltje antwoordt : “Ik heb geen vijanden”.
De priester gelooft zijn oren niet en vraagt hou oud de man eigenlijk is.
“Ik ben 99 jaar en 11 maand”.
Alle kerkgangers klappen in hun handen en prevelen “Proficiat”.
Maar de priester zet door en spreekt de man aan :
“Dat kan toch niet waar zijn, zo oud en echt GEEN vijanden ?”
Waarop de grijsaard met een glimlach om de mond antwoordt :
“Ze zijn allemaal dood !”
Een alleenwonende man verloor zijn huissleutel. Hij belde zijn ouders die in een klein dorpje in het hoge noorden woonden; zij zouden de reservesleutel opsturen.
De man trok zo lang bij een vriend in. De volgende dag liep hij de postbode tegemoet, maar deze had niets bij zich.
De man mopperde: Ach ja, de post in dat boerengat werkt natuurlijk niet zo vlug, en ging weer voor een nacht naar zijn vriend. De volgende morgen reed hij weer naar zijn huis om de post op te vangen, maar was net iets te laat.
De postbode kwam net de tuin uit en zei: Ik heb de brief in de bus gegooid hoor!’