Overeenkomst
Vraagt de een aan de ander: “Wat is de overeenkomst tussen een handgranaat en je vrouw”? Zegt de ander geen idee “wat is dat”? Zegt de eerste weer: “Als je van beide de ring aftrekt, dan kost het je je huis.”
Vraagt de een aan de ander: “Wat is de overeenkomst tussen een handgranaat en je vrouw”? Zegt de ander geen idee “wat is dat”? Zegt de eerste weer: “Als je van beide de ring aftrekt, dan kost het je je huis.”
Een belg komt een restaurant binnen en ziet een muntje op tafel liggen, hij loopt er naar toe en pakt hem op, maar het muntje zegt: “ik ben de geest van wafel leg me terug op tafel!” De belg gooit het muntje terug op tafel en rent het restaurant uit. Een paar seconden later komt er een Frans man binnen en ziet ook het muntje op tafel en pakt hem op en het muntje zegt meteen weer: “ik ben de geest van wafel leg me terug op tafel!” De fransman doet precies het zelfde als de belg en rent dus het restaurant uit zonder het muntje. Dan komt er een Nederlander het restaurant binnen en pakt hetzelfde muntje op en het muntje zegt : “ik ben de geest van wafel leg me terug op tafel waarop de Nederlander zegt: “ik ben de geest van akkie en doe het muntje in mijn zakkie”.
Een vent bestelt in het café het ene rondje na het andere. Voor de bar, de lui op het terras, de biljarters, zichzelf en de baas aan de tap. Een paar uur later is iedereen behoorlijk aangeslagen en de cafébaas maakt zich zorgen om zijn centjes.
De gulle gever heeft geen cent op zak en wordt door de gastheer alles behalve zachtzinnig de straat op geschopt.
Een paar dagen later is hij terug en zegt: “Geef mij een pilsje, de hele zaak een rondje, die lui op het terras ook, maar jij krijgt niks… jij wordt agressief als je gedronken hebt.”
Er komt een prostituee bij de hemelpoort.
Petrus vraagt wat ze vroeger geweest is.
De vrouw bekent dat ze prostituee is geweest.
‘Dan mag je hier niet naar binnen, ‘ zegt Petrus, ‘ga daar maar even op het bankje zitten.’
De vrouw gaat op het bankje zitten huilen.
Komt er een oud baasje bij de hemelpoort met een enorme zak op zijn rug.
Hij loopt naar het huilende vrouwtje op het bankje, en vraagt wat er aan scheelt.
Ze legt uit: ‘Ik ben vroeger prostituee geweest, en nu mag ik niet naar binnen.’
‘Is dat het ?’ , zegt de man. ‘Ik ben kleermaker geweest. Weet je wat ?
Ik heb een zak met oude kleren op mijn rug.
We gooien de kleren eruit en jij gaat in die zak zitten.
Dan smokkel ik jou de hemel in !’
Zo gezegd, zo gedaan.
De kleermaker loopt naar de hemelpoort, en Petrus vraagt de man wat hij vroeger geweest is.
‘Ik ben kleermaker geweest,’ zegt de man.
‘Dan mag je naar binnen,’ zegt Petrus.
Als de man voorbij loopt, vraagt Petrus : ‘Maar wat zit er in die zak?’
Zegt de kleermaker: ‘O, een oude naaimachine!
˜OK, loop maar door!
Een aap komt de kroeg binnen en hij maakt een salto, een man aan de bar vroeg “waar heb je dat geleerd”? De aap antwoorde “in het circus”.
Toen kwam er nog een aap binnen en maakte ook een salto en weer vroeg de man de bar waar hij dat geleerd had? “in het circus”, zei de aap terug.
Even later kwam een derde aap binnen en die maakte een flikflak salto’s en een schroevendraaier. De man aan de bar vroeg “heb je dat in het circus geleerd”? “Nee” zei de aap “ik struikelde over de deur mat”.
In een katholiek schooltje waar mijnheer pastoor nog les geeft gaat het over godsdienst. Vraagt mijnheer pastoor: “En kindjes wordt er bij jullie een gebedje opgezegd voor jullie gaan eten?”
Fransje? – Ja, mijnheer pastoor.
Louise? – Ja, mijnheer pastoor.
Jantje? – Nee nee, mijnheer pastoor, ons moeder kan nog goed koken!!!!!