JANTJE MET SCHOOL NAAR DE POLITIE

Jantje mag met de klas naar het politiebureau voor een praktijk klas. Op een bord ziet hij foto’s van de 10 meest gezochte criminelen. Een van de kinderen stopt bij een bepaalde foto en vraagt of dat werkelijk de afbeelding was van de gezochte persoon. “Ja”, zegt een agent, “we zijn erg hard naar hem aan het zoeken”. Jantje vraagt: “Waarom hield je hem dan niet vast toen je de foto maakte?”

Similar Posts

  • Naar de Dierenarts

    Een Belg gaat naar de dierenarts met zijn hond.

    Dierenarts: “Maar, jou hond heeft maar 1 poot?”

    Belg: “Ja, ik heb die zo gekregen.”

    Dierenarts: “Maar, jou hond heeft maar 1 oog?”

    Belg: “Ja, ik heb die zo gekregen.”

    Dierenarts: “Maar, jou hond heeft maar 1 oor?”

    Belg: “Ja, ik heb die zo gekregen.”

    Dierenarts: “Sorry meneer, maar we zullen jou hond moeten afmaken.”

    Belg: “tja, oké dan maar.”

    Een week later:

    De Belg telefoneert naar de dierenarts: “Is mijn Hond al af?!?”

  • Moos

    Moos gaat voor het eerst in zijn leven skiën. Les nemen vindt hij zonde van het geld, dus suist hij bij zijn eerste afdaling, niet geremd door enige kennis of vaardigheid, met een noodgang over de zwarte piste.
    Waardoor hij een bordje ‘Lawine gevaar’ niet ziet. Als Moos, na een adembenemende afdaling, dankzij een bovenmenselijke inspanning nog net voor een vreselijk diep ravijn tot stilstand weet te komen, slaakt hij een diepe zucht van verlichting.
    Dat had hij beter niet kunnen doen.
    Tien tellen later ligt hij onder drie meter sneeuw. Onmiddellijk rukken de reddingswerkers uit. Zodra Moos gelokaliseerd is, steken ze een lange pijp in de sneeuw om Moos wat lucht te verschaffen. Moos ziet de pijp vlak boven zijn hoofd door de sneeuw verschijnen. “Wie is daar?” roept hij.
    “Het Rode Kruis,” roept men van boven.
    Waarop Moos zegt: “Maar, daar heb in Amsterdam al voor  gegeven.”

  • POLITIE HOUDT EEN WEGMISBRUIKER

    De makers van Wegmisbruikers zijn getuige van de aanhouding van een hardrijdende, rood stoplicht negerende, mobiel bellende, niet gegordelde automobilist. De dienstdoende agent klopt op het raampje en spreekt de man aan op zijn rijgedrag. Het blijkt een Rus te zijn, die bovendien ook te fanatiek aan de nationale bezigheid van de Russen heeft gedaan, namelijk vodka zuipen alsof het water is. De agent pakt zijn boekje en vraagt de man naar zijn naam. De Rus geeft het volgende antwoord: Andrejev Vasilly Sergei Piotr Wladimir Poulatovichenkovitj. Hierop zegt de agent: “Nou vooruit, voor deze ene keer een waarschuwing..”

  • Dode kat gevonden

    Een kleutertje vertelde de juf dat hij een kat gevonden had.
    De juf vroeg of ze kat dood of levend was.

    “Dood” antwoordde de kleuter.

    “Hoe weet je dat?” vroeg de juf.

    “Omdat ik in haar oor heb gepist, en ze bewoog niet.” zei hij.

    “WAT heb je gedaan?!” riep de juf.

    “Je weet wel,” verduidelijkte de kleuter, “ik leunde voorover en deed ‘pssst!’ in haar oor, en ze bewoog niet.”

  • Klusjes niet gedaan.

    Erik komt naar beneden voor zijn ontbijt, zijn moeder vraagt hem of hij zijn klusjes al heeft gedaan. “Nog niet”, zegt Erik. “Dan krijg je nog geen ontbijt”, zegt zijn moeder. Dus Erik is helemaal chagrijnig. Hij gaat de kippen voeren en geeft een kip een schop! Dan gaat hij de varkens voeren en geeft een varken een schop! Dan gaat hij de koeien melken en geeft een koe een schop! Dan komt hij weer binnen. Zijn moeder geeft hem een kom droge havermout. “Waarom krijg ik nu geen eieren en spek? En waarom geen melk in mijn havermout?” vraagt Erik verontwaardigd. “Wel?, zegt moeder, ik zag je een kip schoppen, dus je krijgt geen eieren voor een week.” “En ik zag je een varken en een koe schoppen, dus krijg je ook geen spek en melk voor een week”, zegt zijn moeder streng. Erik baalt nog meer. Dan komt zijn vader binnen, hij schopt de poes opzij en gaat zitten aan het ontbijt. Erik kijkt lachend naar zijn moeder en zegt: “Vertel jij het hem of zal ik???”

     

  • DE GEK DIE DENKT DAT HIJ EEN LAMP IS

    Een gek is ontslagen uit het gekkenhuis en gaat bij zijn broer op bezoek. De broer is ook niet helemaal honderd procent. De gek is nog geen kwartier bij zijn broer of hij staat al op de tafel te roepen “Ik ben een lamp, ik ben een lamp!”. Zijn broer belt naar het gekkenhuis en klaagt “Mooie boel is dat, mijn broer is nog geen kwartier binnen en hij staat al op de tafel te roepen dat hij een lamp is”. – “Stuur hem maar weer terug” zegt de telefoniste van het gekkenhuis. De broer reageert “Ja daag, dan heb ik geen licht meer!”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *