Een tijdje geleden hebben we een 12,5 jarige bruiloft verzorgd bij Kothman in Oldenzaal. Wij als Helena’s deden dat graag en het werd een fantastisch feest waar iedereen die van dansen hield zijn of haar hart konden ophalen. Ook was er veel jeugd die houden van de Piraten muziek en ook die werden tijdens dit feest op de wenken bediend. Onderstaande foto’s werden dat feest gemaakt door een zeer actieve fotograaf waarvan wij achteraf diverse actie foto’s kregen. Omdat op de bovenste foto’s de drummer niet te zien is, hebben we een 2 de foto geplaatst waar hij goed herkenbaar, en in actie, opstaat.
Mieke, artiestennaam van Mieke Gijs (Turnhout, 8 mei 1957),
is een Belgische schlagerzangeres.
Jaren 70
Mieke begon al op
jonge leeftijd met zingen. Toen ze elf jaar oud was, deed ze in Arendonk mee
aan haar eerste zangwedstrijd, die ze ook won met een vertolking van Mama van Heintje.
In de jaren hierna was ze veelvuldig actief bij diverse andere zangwedstrijden.
In 1971, op dertienjarige leeftijd, bracht ze op het platenlabel RCA haar
eerste single uit: Susa Nina. Het nummer werd echter geen hit, net
zomin als de volgende singles Tien rode rozen en Fijn
dat jij er bent.
In 1973 werd Mieke in
contact gebracht met Pierre Kartner, alias Vader Abraham, die na zijn
successen met het kindsterretje Wilma op zoek was naar een nieuwe
jonge zangeres. Samen namen zij het duet Wat een prachtige dag op,
een vertaling van de hit What a wonderful world van Louis
Armstrong. De single bereikte de tipparade van de Nederlandse
Top 40. Een jaar later beleefde Mieke haar doorbraak met het door Kartner
geschreven lied Een kind zonder moeder, dat zowel in Vlaanderen als
in Nederland een hit werd. Ook het gelijknamige album werd een succes.
Gedurende het midden
van de jaren zeventig scoorde Mieke nog een aantal hits, zoals Zomertijd, M’n
beste vriendin en Het leger van werkelozen. Dit laatste
nummer was wederom een duet met Pierre Kartner, in samenwerking met het Weesper
Mannenkoor en De Kermisklanten. Met Kartner bleef ze intensief
samenwerken; hij schreef de meeste van haar liedjes en was tevens haar
producer.
In 1976 verscheen het
album Zo tussen dromen en ontwaken. De singles die hiervan werden
uitgebracht hadden echter weinig succes. In 1978 scoorde Mieke wel een hit met
het nummer Charlie Chaplin, afkomstig van haar album Horen
zien en zingen. In 1979 trad Mieke in het huwelijk met BRT-regisseur
Hugo Dewaersegger.
Jaren 80
Toen Pierre Kartner
zich steeds meer ging concentreren op zijn eigen carrière, werkte Mieke korte
tijd samen met Cees de Wit. Begin jaren tachtig werd Dries Holten haar
nieuwe producer. Met hem maakte ze onder andere de singles Dromenland en Als
ik jou niet had, beide van oorsprong Duitse schlagers die geschreven waren
door Ralph Siegel. In dezelfde periode bracht Mieke in Duitsland enkele
Duitstalige singles uit. Dat was niet voor het eerst, want in 1976 had ze ook
al eens een Duitse single gemaakt: Liebe Mutter.
In 1982 werd de
samenwerking met Holten stopgezet en kwam Mieke opnieuw onder begeleiding van
Pierre Kartner te staan. Er volgden enkele jaren zonder grote successen en
midden jaren tachtig werd de rol van Kartner overgenomen door producer Ad
Kraamer. In 1985 bereikte Mieke opnieuw de hitparades met de single Zaterdagavond,
een duet met Dennie Christian. Dit nummer, een cover van Ich komm’
bald wieder van Cindy & Bert, stond zes weken genoteerd in de
Nederlandse Top 40. Gedurende de rest van de jaren tachtig nam Mieke nog
verschillende andere platen op met Christian, later aangevuld met Micha
Marah en/of Freddy Breck. Samen traden zij veelvuldig
op tijdens het Schlagerfestival.
In 1988 bracht Mieke
de single Kom weer terug bij mij uit, een vertaling van het
lied Ne partez pas sans moi, waarmee Céline Dion dat jaar
het Eurovisiesongfestival gewonnen had. Het nummer presteerde echter
matig en ook de volgende singles flopten.
Jaren 90
Onder de hoede
van Roger Baeten, die Ad Kraamer als producer verving, nam Mieke in 1990
de single Vlinders in je buik op, een cover van Chanson
populaire van Claude François. Het nummer werd een hitje in
Vlaanderen en leidde tot een optreden in het televisieprogramma Tien om te
zien. Hierna volgden singles als Vrij als ‘n vogel en Om
je hart te voelen slaan (een cover van Pour un flirt van Michel
Delpech), maar deze haalden de hitlijsten niet.
In 1993 nam Mieke
deel aan Eurosong, de Vlaamse voorronde voor het Eurovisiesongfestival.
Met het nummer Waarom zou er vrede zijn eindigde ze hierbij op
de zevende plaats. Een jaar later bracht ze met weinig succes de singles Soms
is liefde… (een duet met Jo Vally) en Laat me alleen (een
cover van Rita Hovink) uit. Haar album Voor jou verscheen
in 1995. In 1996 ondernam Mieke een tweede poging om voor België naar het
Eurovisiesongfestival te gaan. Tijdens de selectieshow De Gouden
Zeemeermin werd ze met haar nummer Op dit moment echter
uitgeschakeld.
Na het overlijden van
haar man zette Mieke haar carrière tijdelijk op een laag pitje. In 1998 bracht
ze nog wel een album uit met naar het Nederlands vertaald repertoire van Dolly
Parton.
Jaren 00 tot heden
Hoewel grote hits
uitbleven, bleef Mieke na de millenniumwisseling regelmatig nieuwe singles uitbrengen.
Zo verscheen in 2001 Zoiets als liefde, een cover van een nummer
van Michelle. In 2002 nam zij, op aandringen van Pierre Kartner, weer een
duet op met Dennie Christian, getiteld Ik ben verliefd, jij bent
verliefd. Zowel Christian als zijzelf vonden de tekst van het lied
eigenlijk te puberaal, maar de single werd desondanks toch uitgebracht, met een
flop als gevolg.
In 2004 vierde Mieke
haar dertigjarig artiestenjubileum. Ter gelegenheid hiervan werd een album
uitgebracht: Dertig jaar Mieke, het complete hitoverzicht. Behalve
vier nieuwe nummers bevatte dit album ook een dvd. Twee jaar later, in 2006,
dook ze met de single Boom bang-a-bang (origineel gezongen
door Lulu) voor het eerst sinds 1989 weer op in de Nederlandse hitparade.
Dit nummer, waarvoor zij zelf de Nederlandstalige tekst schreef, was afkomstig
van haar album Vliegen als een vogel. Ook Pierre Kartner en Salim
Seghers schreven aan dit album mee.
Samen met Dennie Christian, Christoff en Lindsay bracht Mieke in 2009 een nieuwe versie uit van het nummer Zaterdagavond. Net als in 1985 werd het opnieuw een hit; in de Vlaamse Ultratop bereikte de single de vijfde plaats. In de periode hierna nam Mieke ook materiaal op met andere artiesten, zoals Liliane Saint-Pierre, Bart Kaëll en vooral Luc Van Meeuwen. Met Van Meeuwen nam ze vanaf 2013 verschillende singles op, die in 2016 verschenen op een album. In 2017 volgde de cd Parels, waarvan enkele nummers al eerder op single waren uitgebracht. Dit album bevat ook drie duetten met Bandit.
Wilhelmus Jacobus (Willem) Duyn (Haarlem, 31 maart 1937 – Emmen, 4 december 2004) was een Nederlandse zanger die furore maakte als Big Mouth van het duo Mouth & MacNeal. Hij viel op door zijn forse bouw en forse beharing (hoofdhaar en baard).
In de jaren zestig was hij o.a. zanger bij de “Whiskers” en maakte hij deel uit van de tweede bezetting van de Jay-Jays, met o.a. Cees Kranenburg jr.. (drums), Hans Jansen (orgel) en Kees Vennick(sax). Zij waren de opvolgers van de Shadowband en The Jumping Jewels, de begeleidingsband van Johnny Lion. Willem Duyn was daarna ook een bekende diskjockey in een discotheek in Den Helder.
In 1971 vormde de voormalige constructiebankwerker een popduo met Maggie MacNeal. In 1972 scoorden zij een internationale hit met het door producer Hans van Hemert geschreven How do you do Het liedje bereikte in de zomer van 1972 zelfs de top 10 van de Amerikaanse hitparade. In 1974 vertegenwoordigden ze Nederland op het Eurovisiesongfestival met het lied Ik zie een ster, waarmee ze de derde plaats behaalden. In eigen land hadden ze hiermee eveneens succes en stonden ze veertien weken in de hitparade.
In datzelfde jaar werd het duo ontbonden en trad Duyn verder op met Little Eve (Ingrid Kup), met wie hij ook trouwde. Vanaf 1978 trad hij solo op als Big Mouth, later onder zijn eigen naam. In 1979 behaalde hij een hit met het autobiografische lied Willem, een cover van Darling. Willem kreeg in 1982 een vervolg met het eveneens autobiografische lied Wat een rare man. Duyn nam in 1992 tijdelijk de plaats in van Bennie Jolink, zanger van de band Normaal, toen deze zwaargewond raakte. In september van dat jaar scoorde hij met Normaal nog een bescheiden hit met “Woenderbar”. Hoewel Duyn nog vele (solo)singles uitbracht, bereikte hij nooit meer het succes dat hij boekte met Mouth & MacNeal.
Duyn was jarenlang woonachtig in Almelo en Wierden, en woonde later in het Drentse plaatsje Roswinkel. Hij kreeg op 67-jarige leeftijd thuis een hartstilstand en overleed onderweg naar een ziekenhuis. Duyn is twee keer getrouwd geweest en had zes kinderen,
Op 21 maart 2012 verscheen over Mouth & MacNeal de biografie “Duo tegen wil en dank”, geschreven door de voormalige fanclubvoorzitter Roel Smit.
The Evening Stars uit Lichtenvoorde deze week in de schijnwerpers. In de Zelfde tijd was er ook een Band in Enschede met dezelfde naam en die hebben hun naam veranderd in “de Merano’s”
Vorige week ontvingen wij onderstaande foto uit 1962 van Herman Vennegoor uit Almelo met daarop 2 leden van “The Bleu Specials”. De dames waren de eerste fans van de band. De mannen op de foto zijn: links Bennie Weijerink (gitarist) en rechts Herman Vennegoor (drummer). Helaas staat de Sjef Mulder, die op dat moment nog accordeonist was niet op de foto. De accordeon werd kort daarna ingeruild voor een elektrisch orgel. Kort nadat deze foto gemaakt is, is Herman Vennegoor gestopt en is Karel Postma als drummer/zanger voor hem in de plaats gekomen. Ook is toe de naam veranderd in Trio Lovely Dust. Toen wij Herman vroegen welke plaat, uit die tijd, we bij deze foto moesten draaien liet hij direct weten dat moet La Bamba van Richie Valens zijn want dat konden wij goed spelen,
Een foto van de band Les Scalas in de rubriek “Herkent u deze nog”. Helaas weten wij helemaal niks van deze band, dus mocht u iets weten dan horen we dat graag.
The Classics is een Nederlandse band, opgericht in 1967 in Stramproy (Limburg) en van oorsprong een showorkest. The Classics scoorden vooral in de jaren zeventig hits. De grootste successen waren “My lady of Spain” en “Yellow sun of Ecuador”.
Begin jaren 60 ontstond de groep the Classics uit de groep the Strangers (Harrie en Hub Broens; Ber Kwaspen en Renée (Broer) Janssen. Toen the Strangers stopten gingen Harrie Broens, Ber Kwaspen, Jan Dirkx en Pierre Hoeken verder onder de naam the Classics. In 1964 moest Pierre Hoeken in militaire dienst en begin 1965 Jan Dirkx. Daarmee kwam tijdelijk een einde aan the Classics.
In 1966 besloot Jan Dirkx om opnieuw te beginnen, samen met zijn neef Ber Kwaspen en Harrie Broens, aangevuld met broer Ton Dirkx en René Munnecom. Het eerste optreden vond plaats 27 mei 1967. De leden van de groep begonnen met eigen liedjes te schrijven. De band bestond op dat moment uit Jan en Ton Dirkx, Ber Kwaspen, Harrie Broens en Renee Munnecom. In 1971 werd Ton Dirkx opgevolgd door Joep Beurskens (ex-Teddybears). In 1974 werd Rene Munnecom opgevolgd door Peter Gerits.
In mei 1977 besloot Jan Dirkx te stoppen als muzikant. Hij bleef alleen nog als manager van de groep actief. Hij werd vervangen door Huub Dijckmans. Deze vertrok na enkele jaren, waarop Jan Dirkx in de groep terugkeerde. In oktober 1980 verlieten Jan Dirkx en Joep Beurskens – wegens gezondheidsreden – de groep. Daarna zijn verschillende muzikanten ten tonele verschenen: Hans Metten, Dominique Picerno, Bart Drossaers en Gerard Opdebeeck. Het eerder behaalde succes van de groep werd niet meer bereikt. Ter gelegenheid van het 25-jarige bestaan van de groep werd in 1992 een eindconcert gegeven door de oude leden.
In het begin trad de groep voornamelijk op in de regio en nam deel aan talentenjachten. Tijdens een van de optredens werd de band ontdekt door platenbaas Johnny Hoes. Hij bood de jongens een platencontract aan. De eerste single I only want to be with you werd een regionaal succes. De groep bestond op dat moment uit vijf personen met de in die tijd gebruikelijke bezetting: twee gitaren, basgitaar, toetsen en drums. Het repertoire van de groep bestond voornamelijk uit nummers van The Shadows, Cliff Richard, The Cats en andere hitparadeartiesten uit die periode.
De groep ontwikkelde al snel een eigen sound. Deze sound kenmerkte zich met name door de fijne samenzang en werd door Joost den Draaier de ‘vlaaiensound’ genoemd. Aanleiding daartoe waren de Limburgse vlaaien die Jan Dirkx vaak bij zich had bij zijn wekelijks bezoek aan de Hilversumse studio’s. De vlaaiensound kan worden gezien als een tegenhanger van de palingsound uit Volendam.
In 1969 gingen The Classics opnieuw de studio in, deze keer voor het opnemen van Try it again, een eigen compositie; dit nummer werd later omgedoopt tot My Lady of Spain. Later zou blijken dat dit de basis was voor hun internationale successen. Toch duurde het nog tot 1972 voordat de plaat werd uitgebracht. Binnen enkele maanden werden meer dan 500.000 exemplaren verkocht. Er volgden tv-optredens in binnen- en buitenland. In de jaren hieropvolgend verschenen hits als: Yellow sun of Ecuador, Papa Peppone, My Russian lady, In Yucatan, Sunshine baby, Wings of an eagle en Gimme that horse.
The Classics verzamelden in de loop der jaren een grote groep fans om zich heen. Er ontstond een fanclub, geleid door Peter Aquarius. De club bracht een eigen blad uit, Skripto genaamd, waarin o.a. de agenda van The Classics werd gepubliceerd, nieuws over de groep werd geschreven en fanmail werd behandeld. Op het hoogtepunt had de fanclub meer dan 1000 betalende leden.
In 2001 richtten enkele leden de Classics Revival Band op. De bezetting was: Harrie Broens: gitaar/zang, zijn zoon Rolph Broens: gitaar/toetsen/zang, Ber Kwaspen: drums/zang, Jo Hoofwijk: bas/zang.
Oud-zanger/gitarist Joep Beurskens overleed op 6 april 2005, drummer Ber Kwaspen op 21 januari 2007 en basgitarist René Munnecom op 16 december 2011.
Sinds 2010 is er weer een nieuwe bezetting van The Classics Revival Band: