Vakantie
Er waren eens 2 onderbroeken in de wasmand. Zegt de ene onderbroek: “ik ga binnenkort op vakantie.” Zegt de andere onderbroek: “Ik hoef al niet meer op vakantie, want ik ben al bruin genoeg!”
Er waren eens 2 onderbroeken in de wasmand. Zegt de ene onderbroek: “ik ga binnenkort op vakantie.” Zegt de andere onderbroek: “Ik hoef al niet meer op vakantie, want ik ben al bruin genoeg!”
Ergens in de gemeente Dinkelland staat een groepje gemeente medewerkers een sigaretje te roken aan een bloemenperkje waar ze onkruid moeten wieden.
Op de rugzijde van hun werkkledij staat het stadswapen van Dinkelland geborduurd.
Een man uit het westen komt voorbij en fronst de wenkbrauwen.
Enigszins geïntrigeerd door dit beeld, vraagt de westerling:
“Waarom staat het stadswapen op uw werkkleding?”
Waarop de arbeiders antwoorden : “Dat is onze sponsor.”
Een tachtigjarige vrouw werd gearresteerd voor winkeldiefstal. Toen ze voor de rechter stond, vroeg deze haar: “Wat heeft u gestolen?” De vrouw antwoordde: “Een blik perziken”. Toen de rechter haar vroeg waarom ze dat had gestolen, zei ze dat de honger had. Toen vroeg de rechter hoeveel perziken er in het blik zaten en de vrouw antwoordde: “6”. “Dan geef ik u 6 dagen gevangenisstraf”, zei de rechter.
Plotseling stond de man van de vrouw op en verzocht te mogen spreken.
De rechter stemde toe en de man zei: “Ze heeft ook een blik doperwten gestolen”.
Jefke zit op de stoep met een stok in een hondepoep te roeren.
De postbode komt voorbij en vraagt aan Jefke wat hij aan’t doen is. ‘Een postbode aan het tekenen , zegt Jefke.
Kwaad loopt de postbode door en doet zijn verhaal aan de ‘ Broeders van Liefde’, die een straat verder in hun combi zitten te mediteren.
‘Wacht’, zegt één van de politieagenten, ‘eens zien of hij dat bij ons ook durft !
‘Zij wandelen naar Jefke en vragen : ‘Awel brave jongen, gij zijt toch geen politieagent aan het tekenen hoop ik?
‘Jefke: ‘Nee nee, maak U maar geen zorgen, daar heb ik niet genoeg stront voor….’ .
De onderwijzer gaf als onderwerp voor een opstel:
“Als ik algemeen directeur van een groot bedrijf was …….”.
Alle kinderen bogen zich over hun schrift en begonnen te schrijven, allemaal op één na.
“Jantje, wanneer begin jij?” vroeg de onderwijzer.
“Mijn secretaresse is er nog niet”, antwoordde Jantje.
Er komt een man aangereden bij de benzinepomp en zegt tegen de pompbediende: “Doet u maar Euro benzine.” De bediende begint te tanken, kijkt in de auto, en ziet drie pinguins achterin zitten. “Hoe komt u aan die pinguins?”, vraagt de pompbediende. “O,” zegt de man, “Ik zag ze staan op de kruising. En omdat ik van de Dierenbescherming ben, heb ik ze maar meegenomen. Maar eerlijk gezegd weet ik niet wat ik met ze moet doen.” Zegt de pompbediende: “Neem ze mee naar Artis.” “Da’s een goed idee,” zegt de man. Een week later komt de man weer tanken. De pompbediende kijkt in de auto en ziet achterin drie pinguins zitten: zonnekleppen op, strandballen bij zich… Zegt de pompbediende: “Ik dacht dat u ze naar Artis zou brengen…?” Zegt de man: “Dat heb ik ook gedaan! Dat was een prima tip, leuke dag gehad. Maar vandaag gaan we naar Zandvoort!”