Vakantie

Er waren eens 2 onderbroeken in de wasmand. Zegt de ene onderbroek: “ik ga binnenkort op vakantie.” Zegt de andere onderbroek: “Ik hoef al niet meer op vakantie, want ik ben al bruin genoeg!”

Similar Posts

  • Duitse les

    DER, DIE, DAS. Jantje zit met zijn klasgenootjes in de Duitse les. De juffrouw heeft een oefening bedacht en legt deze uit: ‘Wie kan een zin bedenken waar de drie Duitse lidwoorden DER, DIE en DAS in voorkomen?’ Jantje denkt even na en steekt zijn vinger op. De juffrouw ziet dit en vraagt aan Jantje zijn zin op te zeggen. Jantje zegt: ‘Nou juf…, MEINE SCHWESTER HAT EIN KINDCHEN BEKOMMEN .’ De juf antwoordt: ‘Maar Jantje, daar zitten toch niet de drie lidwoorden in? ‘ Waarop Jantje zegt: ‘Maar ik was nog niet klaar.’ 

    En hij gaat verder: ‘… ABER DER DIE DAS GEMACHT HAT, IST VERSCHWUNDEN.’

  • KANGEROE OVER DE VLOER

    Een kangoeroe wandelt een café binnen, gaat aan de bar zitten en bestelt een biertje. “Dat is dan vijfentwintig euro,” zegt de barman. De kangoeroe vindt dat wel een beetje duur, maar legt toch vijfentwintig euro op de toog, krijgt een versgetapt biertje voorgezet en begint er op zijn gemak van te drinken. Na een tijdje krijgt hij in de gaten dat het hele café naar hem aan het staren is. “Tjonge,” zegt hij tegen de barman, “de hele zaak is hier naar mij aan het kijken. Wel een beetje onbeleefd, vindt u ook niet?” “Je moet dat begrijpen,” zegt de barman, “wij krijgen hier niet vaak kangoeroes over de vloer.” “Nee, dat snap ik,” zegt de kangoeroe, “als je vijfentwintig euro voor een biertje vraagt…”

  • Kleding

    Een man en een vrouw zijn 20 jaar getrouwd, en de man gaat met zijn vrouw mee om kleren te kopen voor een feest. De vrouw zoekt tussen de kleding, en de man staat maar een beetje achteraf te wachten tot z’n vrouw klaar is. Loopt de vrouw naar haar man: “Waarom doe je nou niet eens zoals vroeger? Toen hielp je me altijd met kleren uitzoeken.” Zegt de man: “Ja, wat zoek je dan?” “Gewoon,” zegt de vrouw, “iets dat past bij mijn gezicht.” “Kijk dan schat,” zegt de man, “er hangen toch plooirokken?”

  • Wandelaars

    Een parkwachter gaf instructies aan een groep wandelaars. Hij waarschuwde: “Het is niet uitgesloten dat u een grizzlybeer tegen komt. Maar grizzly’s gaan mensen meestal uit de weg, en daarom is het goed als u een aantal belletjes aan uw rugzak bevestigt. Dan horen ze u aankomen en krijgen ze de kans om te vluchten. In de kampwinkel kunt u belletjes kopen voor twee Euro per stuk. Als u uitwerpselen van een grizzlybeer op uw pad vindt, kunt u maar beter maken dat u wegkomt!” “Maar hoe weten we of het de poep van een grizzly is?” vroeg een van de wandelaars. “Oh, geen probleem. Dat ziet u meteen. Uitwerpselen van de grizzly’s zitten namelijk vol met belletjes”.

  • Artridis

    Een dronken, fel naar alcohol ruikende man zat in de metro naast een priester.
    Zijn das zat vol vlekken, zijn wangen zaten vol rode lippenstift en een halflege fles Bacardi stak deels uit de zak van zijn verkreukte vest.
    De man opende zijn krant en begon erin te lezen.
    Na een vijftal minuten richtte hij zich tot de priester en vroeg:
    “Zeg, eerwaarde, weet u de oorzaak van artritis?”
    “Ja, mijn zoon, dat komt door erg losbandig te leven, te veel alcohol te drinken, niet naar de mis te gaan, te slapen met prostituees, geen bad te nemen, enzovoort.”
    “Oh merci”, mompelde de dronken man terwijl hij weer in zijn krant dook.
    De priester, nadenkend over wat hij gezegd had en een beetje nieuwsgierig geworden vroeg aan de man: “Neem me niet kwalijk maar hoe lang heb je al artritis?”
    “Ikke? Ik heb geen artritis, eerwaarde, maar ik heb net in de krant gelezen dat de paus dat heeft.

  • Baantje

    Een rijke industrieel spreekt op een receptie een bevriend minister aan: “Beste vriend, ik moet je eens wat vragen!”
    “Vraag maar!”, antwoordt de minister
    “Mijn jongste zoon, wordt 27 dit jaar. Hij verslijt nog steeds zijn broek niet door te werken. Hij doet niet anders dan hele dagen doorbrengen in het café, bij vrienden, drinken en grappen uithalen. Hij doet verder niks! Hij is nog te lui om werk te zoeken! Heb jij geen baantje voor hem?”
    Waarop de minister zegt: “Geen probleem, ik benoem hem tot mijn adjunct met een salaris van 10.100 euro per maand!”
    Industrieel: “Nee, da’s een veel te hoog loon! Hij moet er toch wat meer inspanning voor doen!”
    Minister: “Oh, dan maak ik hem cabinet-chef, 6.000 euro per maand!”
    Industrieel: “maar nee, da’s nog altijd veel teveel. hij moet de waarde van het geld leren kennen!”
    Minister: dan maak ik hem diensthoofd op één of ander ministerie voor 4500 euro per maand!”
    Industrieel: “Maar nee, ik wil dat mijn zoon onderaan de ladder begint, hard moet werken en begint aan maximum 1200 euro per maand!”
    Minister: “spijtig, dan kan ik niks voor U doen!”
    Industrieel: “Hoe? En waarom niet?
    Minister: “voor zulke plaatsen moet je eerst een examen halen!”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *