Vakantie
Er waren eens 2 onderbroeken in de wasmand. Zegt de ene onderbroek: “ik ga binnenkort op vakantie.” Zegt de andere onderbroek: “Ik hoef al niet meer op vakantie, want ik ben al bruin genoeg!”
Er waren eens 2 onderbroeken in de wasmand. Zegt de ene onderbroek: “ik ga binnenkort op vakantie.” Zegt de andere onderbroek: “Ik hoef al niet meer op vakantie, want ik ben al bruin genoeg!”
“Deze trein is erg traag”, merkt de Chinese toerist op. “In China zijn treinen erg snel. De taxichauffeur negeert hem nog steeds. Als ze in Parijs aankomen, zien ze mensen rondlopen. “Deze mensen lopen heel langzaam”, merkt de Chinese toerist op. “In China lopen mensen heel snel.” De taxichauffeur negeert hem nog steeds. Uiteindelijk komen ze aan bij het toeristenhotel. “Wat is de meterstand ?”, vraagt de toerist. “200 euro”, antwoordt de taxichauffeur. “Het is gek”, antwoordt de Chinese toerist. “In Frankrijk rijden bussen langzaam, treinen langzaam en mensen lopen langzaam. Hoe komt het dat de meter het enige is dat hier zo snel werkt ? De taxichauffeur haalt zijn schouders op en antwoordt:
“Deze meter is uiteraard wel in China gemaakt.”
“Wie heeft tegen u gezegd!!,” raast de chef tegen zijn secretaresse, “dat u hier de hele dag kunt luieren, alleen omdat ik u een paar keer gekust heb!?”
Lachend reageert de secretaresse: “Mijn advocaat!”
Blondjes solliciteren voor de laatste beschikbare plaats bij de Politie. De inspecteur die de selectieprocedure leidde keek naar de drie blondjes voor hem en vroeg: ‘Zo, jullie willen allemaal politie-detective worden hé?’ De blondjes knikten alle drie heftig. ‘Goed’ zei de agent. Hij stond op, haalde een ordner uit de kast en nam er een dossier uit. Toen hij weet zat opende hij deze, nam er een foto uit en zei: ‘Om detective te kunnen worden, moet je kunnen DETECTEREN. Je moet in staat zijn om in een oogopslag kleine maar belangrijke details te zien zoals littekens, vlekken, haarkleur enz.’ Hij hield plots de foto vlak voor het gezicht van de eerste blondine en trok deze terug na twee seconden. ‘En’ zei hij, ‘ heb jij iets bijzonders opgemerkt aan deze man?’ Het blondje zei direct, ‘Ja natuurlijk. Hij heeft maar één oog!’ De agent schudde zijn hoofd en zei: ‘Natuurlijk heeft hij maar één oog op deze foto! Het is een profielfoto, een zijaanzicht! Jij bent afgewezen!’ Het blondje liet haar hoofd tussen de schouders zakken en schuifelde naar buiten. De agent draaide zich naar het tweede blondje, hield opnieuw de foto twee seconden voor haar gezicht, trok deze weg en vroeg: ‘En jij? Heb jij iets bijzonders aan deze man gezien?’ ‘Jazeker, hij heeft maar één oor!!’ De man sloeg met zijn hand tegen zijn hoofd en riep: ‘Heb je dan niet gehoord wat ik tegen die andere dame zei?’ Dit is een PROFIEL van die man zijn gezicht. Natuurlijk kan je maar één oor zien! Jij bent ook afgewezen, verdwijn maar!’ Schaapachtig vertrok ook het tweede blondje. De agent draaide zich naar het derde en laatste blondje en mompelde: ‘Dit is waarschijnlijk tijdverlies, maar alla….’ Hij hield ook bij haar de foto enkele seconden voor haar gezicht, trok deze weg en zei: ‘OK, viel jou iets bijzonders op aan deze man?’ Het blondje antwoordde: ‘Het viel mij direct op dat deze man contactlenzen draagt.’ De agent fronste de wenkbrauwen, keek nog eens naar de foto en begon toen tussen de documenten van het dossier te zoeken. Hij keek naar het blondje met een stomverbaasde uitdrukking op zijn gezicht en zei: ‘Je hebt het absoluut goed!’ Zijn daderprofiel zegt inderdaad dat hij contactlenzen draagt! ‘Hoe kon jij dat in godsnaam zien op deze foto?’
Het blondje zuchtte, rolde met haar ogen om zoveel onbegrip en zei: ‘Pfoeh! Met maar één oog en één oor kan hij geen bril dragen…!!’
De meester zegt tegen Pietje: ‘Je bent veel te laat op school! Hoe komt dat?’ Antwoordt Pietje: ‘Maar gisteren zei u nog dat het nooit te laat is om te leren!’
Gert zegt tegen John “De mijne is de stem kwijt. Geen ene pil die helpt! Ze heeft al 2 dagen niks tegen me gezegd! Ik weet niet wat we nog kunnen doen!”
“Simpel” zegt John “Probeer vannacht heel laat thuis te komen, dan gaat ze direct weer praten!”
Om half twee ‘s nachts ging eergisteren de telefoon bij ons . Moeizaam kwam ik uit bed en vond op de tast de telefoon. “Spreek ik met meneer Osselaer?” vroeg een boze stem aan de andere kant van de lijn.
“Ja, inderdaad,” mompelde ik .
“Met Van Snick van de overkant. Ik bel even om te zeggen dat het geblaf van uw hond me gek maakt. Laat hem alstublieft onmiddellijk ophouden.”
De volgende nacht om twee uur belde ik naar Van Snick. “Hallo?” mompelde hij slaperig.
“Meneer Van Snick, met Osselaer van de overkant” riep ik door de telefoon!
“Om twee uur ‘s nachts? Bent u gek geworden?”
“Meneer Van Snick, ik bel even om te zeggen dat ik geen hond heb”.