Vakantie
Er waren eens 2 onderbroeken in de wasmand. Zegt de ene onderbroek: “ik ga binnenkort op vakantie.” Zegt de andere onderbroek: “Ik hoef al niet meer op vakantie, want ik ben al bruin genoeg!”
Er waren eens 2 onderbroeken in de wasmand. Zegt de ene onderbroek: “ik ga binnenkort op vakantie.” Zegt de andere onderbroek: “Ik hoef al niet meer op vakantie, want ik ben al bruin genoeg!”
De eerste zegt:
Ik heb het liefste een boekhoudstertje op mijn tafel.
Als je haar opensnijdt, vind je alle organen genummerd.
Verdomd makkelijk opereren.
De tweede zegt:
Ja, dat zal.
Ik had een elektricien. Alles in het lichaam was geordend en op kleurcode.
De derde zegt:
Nee, nee.
Mensen die in bibliotheken werken, die zijn het beste om te opereren.
Alles in hun lichaam ligt op alfabetische volgorde.
De vierde zegt hierop:
Ik heb het liefste constructiebouwers.
Die mannen hebben er begrip voor als je reserveonderdelen over hebt.
De vijfde zegt uiteindelijk:
Jullie hebben het allemaal goed mis.
Politieke leiders zijn het makkelijkst.
Geen ruggengraat, geen hart, geen ballen, geen hersenen
en je kunt ongemerkt hun reet met hun kop verwisselen.
Dat valt niemand op !!
Twee Belgen hebben allebei een koe gekocht. Zegt de ene Belg tegen de ander: “Hey, hoe gaan wij de koeien nou onderscheiden?” Zegt de andere Belg: “Weet je wat, ik snij een oor van mij koe er af.” Wat gebeurt er een week later de andere koe blijft met zijn oor tussen het prikkeldraad en nu missen ze allebei een oor. Zegt de Belg weer: “Hey wat gaan we nu doen?” Zegt de andere Belg: “Oke, dan haal ik de staart van mijn koe er wel af.” Paar weken later bijt de ene koe de staart van de andere af en nu missen ze allebei een staart. Zegt de Belg: “Nu ben ik het echt zat, ik maak een klein krasje boven het oog van mijn koe. Zo weten we dat die van mij is!” Drie dagen later. Ja hoor, de koe valt op zijn oog en er zit een krasje boven zijn oog op de zelfde plek als bij de andere koe. De Belg word laaiend. Hij zegt: “Weet je wat, ik ben het helemaal zat! De zwarte koe is van jou en de witte is van mij!”
Oma komt in het rusthuis terecht en iedereen staat klaar om haar te helpen. De verpleegsters wassen haar, geven haar een uitgebreid ontbijt en zetten haar in de stoel voor het venster met zicht op de prachtige tuin.
Alles lijkt perfect tot Oma ineens lichtjes naar rechts begint over te hellen. Onmiddellijk storten twee verpleegsters zich op haar en zetten haar weer rechtop. Alles lijkt zich te normaliseren totdat ze naar links begint over te hellen.
Weer snellen de verpleegsters toe om haar terug in de correcte houding te hijsen. Enkele dagen later komt de familie op bezoek om te zien hoe het met haar gaat. “Is alles goed verlopen tot nu toe en zijn ze vriendelijk voor U” vragen ze belangstellend.
Waar op Oma antwoord: “Het is hier zo slecht nog niet behalve dat je geen kans krijgt om een scheet te laten”!!
Een Vlaming ging op een dag vissen in Wallonië en ving drie karpers.
Toen hij naar huis reed werd hij tegengehouden door een Waalse opzichter die het niet zo op Vlamingen begrepen had. Hij moest zijn visvergunning tonen en de visser haalde een geldige Waalse vergunning boven. De wachter pakte dan een van de karpers, rook aan het achterste en zei: “Dit is geen Waalse vis, dit is een Noorse vis? Heb jij hiervoor een vergunning?” De Vlaming haalde een Noorse vergunning boven. De wachter keurde ze en greep een andere vis en rook weer aan het achterste. “Dit is geen Waalse vis, dit is een Nederlandse vis. Heb jij een Nederlandse vergunning?” De Vlaming ging in zijn zakken en toonde een Nederlands papier. De wachter nam de derde vis en rook aan het achterste. “Dit is een Duitse vis, heb jij hiervoor een vergunning?” En weer ging de jager in zijn zakken en toonde een Duitse vergunning. De wildwachter raakte nu enorm gefrustreerd en schreeuwde naar de Vlaming: “Waar ben jij, verdorie, toch wel van afkomstig?” De Vlaming draait zich om, laat zijn broek zakken, bukt voorover en zegt: “Ruik jij het maar, jij bent de expert.”
Een egel zegt tegen de andere egel: vind jij het ook zo gek dat wij meer worden over gereden dan de konijnen. Die ander zegt: “Ja, kom we gaan vragen hoe ze dat doen. Dus ze vragen het. De konijntjes zeggen: “Al zie je nou 2 lichtjes aankomen dan ga je daar precies tussen in zitten en dan word je niet geraakt.” Dus die egels zien ineens 2 lichtjes aankomen en gaan daar tussen in zitten.” Maar ze worden toch overgereden. Dus die konijntjes achter de boom zeggen: “Zie je ook niet vaak meer die driewielers.”