Piet & Sjaak

Op een mooie dag ontmoeten Sjaak en Piet elkaar na lange tijd weer. “En, hoe gaat het ermee”, vraagt Piet. Sjaak:”Gaat wel” Piet:”Hoezo? lukt het je nog steeds niet om Mientje te versieren? Dan zal ik je eens uitleggen hoe je dat aan moet pakken. Zie je die twee vogeltjes daar boven in de dakgoot? Zo moet jij dat ook aanpakken Sjaak, een beetje spelen,beetje fladderen en haar het hof maken!”
Sjaak: “Ik ga het proberen, bedankt Piet!”
Enkele weken later komen ze elkaar weer tegen. Piet:”Sjaak, hoe is het ermee?”
Sjaak: ” Gaat wel..”
Piet: “hoezo, je hebt toch wel gedaan wat ik je gezegd heb?”
Sjaak:” Jawel…”
Piet:”Nou dan!”
Sjaak:”…maar Mientje is van het dak gevallen!”

Similar Posts

  • Kanibalen

    De meester vertelt dat er menseneters hebben bestaan. Vraagt hij: “In welke streken kwamen die voor?” “In Volendam.” beweert Marieke.

    “Hoe kom je daar nu bij?” vraagt de meester hoogst verbaasd.

    “Dat staat in het aardrijkskundeboek.” antwoordt Marieke.

    “Daar staat dat de bewoners daar leven van de toeristen!”

  • Eerlijke advocaat

     

    Een advocaat komt solliciteren op een groot advocatenkantoor.
    De manager P.Z. vertelt hem dat zij een eerlijk bedrijf zijn en dus op zoek zijn naar eerlijke mensen.
    De manager vraagt hem: “Bent u een eerlijke advocaat?”
    “Eerlijk?”, vraagt de advocaat. Laat mij u eens iets vertellen over eerlijkheid.
    Ik ben ZO eerlijk dat ik de 45.000 gulden die mijn vader me geleend heeft om mijn studie te kunnen bekostigen, direct na mijn eerste zaak heb terugbetaald!”
    Geïmponeerd vraagt de manager: “Wat was dat voor een zaak?”
    “Een kort geding waarin mijn vader het geld terug eiste.”

     

  • Een vrije dag

    Twee medewerkers van een bedrijf zitten te zuchten en kreunen op het werk. Ze zouden zo graag een dagje verlof nemen, maar de baas heeft alle verlof opgeschort omdat er teveel werk is. Plots springt een van de twee op. “Ik weet een manier om enkele dagen verlof te krijgen!” roept hij. “Hoe dan?” vraagt de ander. De man kijkt snel rond – niets te zien van de baas. Hij klimt op zijn buro, neemt enkele tegels van het valse plafond uit, klimt in het plafond. Dan slaat hij zijn benen over een metalen pijp, laat zich zakken en hangt zo met zijn kop naar beneden. Binnen enkele seconden staat de baas er. “Wat is dat hier allemaal?”. “Ik ben een lamp,” zegt de man. “Ik denk dat jij een beetje overspannen bent. Maakt dat je wegkomt, en dat is een bevel! Ik wil je hier minstens twee dagen niet zien!” “Ja meneer de baas,” antwoordt de man heel gedienstig. Hij springt naar beneden en verdwijnt door de deur. De tweede man staat op en loopt ook snel naar de deur. “Hela, waar ga jij naartoe?” vraagt de baas. “Naar huis. Ik kan niet werken in het donker…”

  • Overleden

    Een man gaat naar het gemeentehuis om het overlijden van zijn schoonmoeder aan te geven.
    Ambtenaar: “Naam?”
    Hij: ” De Haan”
    Ambtenaar: “Geslacht?”
    Hij: “Nee, verongelukt.”

  • Erge dorst

    Ligt er een man in het ziekenhuis en is aan zijn mond geopereerd, en heeft hele erge dorst. Dus roept hij de zuster en zegt: “Ik heb dorst!” tussen zijn lippen door.
    Zegt de zuster terug: ”Maar je kan niet drinken je mond zit dicht” Zegt de man terug:” Giet het maar via m’n kont binnen! ” Zegt de zuster tegen de patiënt:” Oké, wat u wilt, wat wilt uw ? Koffie of thee ?
    ”Thee” antwoord de Patiënt. De zuster gaat weg om te overleggen met de andere dokters en zusters en komt terug met een trechtertje en een thee gietertje.
    Zegt ze tegen de patiënt:” Draai maar om en trek uw broek omlaag” De patiënt doet dat en ligt klaar en zegt:”Oké ik ben er klaar voor”
    De zuster zet de trechter in de kont van de patiënt en giet de thee naar binnen, en op een geven moment laat de patiënt een enorme scheet.
    Zegt de Zuster tegen de patiënt:” Wat doet u nu ? ” Zegt de patiënt tegen de Zuster: ” Je moet toch blazen als het warm is?”

  • Slakken

    Een man des huizes had net een maaltje slakken op en zeurde: “Ik lust er nog wel een paar vrouw, want zoals jij ze maakt, maakt niemand ze.” “Nou jong, dan zal jij ze zelf moeten gaan halen.” “Geen punt!” Nadat hem de weg was uitgelegd, waar hij ze moest gaan halen, ging hij fluitend de deur uit. Daar aangekomen: “Ik had graag nog wat slakken.” “Ja”, zei die slakkenboer, “ik heb er zoveel verkocht dat ik geen verpakkingen meer heb.” “Dat geeft niet”, zegt de man, terwijl hij zijn trui openhield. En zo ging ook naar huis. Maar onderweg kwam hij enkele vrienden tegen die vroegen om met z’n allen wat te gaan drinken. “Néé jongens!” Na wat zeuren … nou goed ééntje dan. Het werden er enkele meer en de tijd vloog om. “Jongens ik moet naar huis,” zei hij met een dikke tong. Zo schommelde hij even later naar huis. Thuis aangekomen kreeg hij de huissleutel niet meteen in het sleutelgat. Terwijl hij gebukt stond te richten, vielen de nog levende slakken vanuit zijn trui op de grond. Net toen hij de slakken weer terug wilde doen in zijn trui, vloog plots de deur open en daar stond zijn woedende vrouw. Eer dat zij de kans kreeg om hem de les te lezen, zei hij al lallend: “…allee jongens, nóg tien centimeter …. dan zijn we thuis!”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *