Piet & Sjaak

Op een mooie dag ontmoeten Sjaak en Piet elkaar na lange tijd weer. “En, hoe gaat het ermee”, vraagt Piet. Sjaak:”Gaat wel” Piet:”Hoezo? lukt het je nog steeds niet om Mientje te versieren? Dan zal ik je eens uitleggen hoe je dat aan moet pakken. Zie je die twee vogeltjes daar boven in de dakgoot? Zo moet jij dat ook aanpakken Sjaak, een beetje spelen,beetje fladderen en haar het hof maken!”
Sjaak: “Ik ga het proberen, bedankt Piet!”
Enkele weken later komen ze elkaar weer tegen. Piet:”Sjaak, hoe is het ermee?”
Sjaak: ” Gaat wel..”
Piet: “hoezo, je hebt toch wel gedaan wat ik je gezegd heb?”
Sjaak:” Jawel…”
Piet:”Nou dan!”
Sjaak:”…maar Mientje is van het dak gevallen!”

Similar Posts

  • Helicopter vlucht

    Saar en Moos, inmiddels lekker op leeftijd, bezoeken elk jaar de vliegshow. Elk jaar staan ze zich te vergapen aan alle vliegtuigen en de show die zich in de lucht afspeelt. Elk jaar is het vaste prik: “Saar, ik zou zo graag een rondvlucht met een helicopter maken. Ik ben inmiddels 85 en ik denk dat ik er spijt van krijg als ik het niet doe”. “Ik weet het zegt Moos “, zegt Saar, “maar die rondvlucht kost een meier en ‘meier is een meier’.” De piloot van de helicopter hoort het gesprek en zegt tegen het bejaarde koppel: “Luitjes ik weet het goed gemaakt, ik neem jullie samen mee op de rondvlucht en als jullie allebei de hele vlucht de mond houden dan betaal je geen cent. Hoor ik echter één woord dan reken ik die € 100,=. Saar en Moos stemmen toe en nemen plaats in het open helicoptertje. De Piloot stijgt op en doet de rondvlucht en begint aan het eind zelfs halsbrekende toeren uit te halen maar het blijft doodstil achter hem! Tijdens de landing zegt de piloot in zijn headset: “Jeemig gasten, ik heb alles uit de kast gehaald om jullie aan het schreeuwen te krijgen maar eerlijk is eerlijk: “ik ben onder de indruk”. Moos zegt: “Om heel eerlijk te zijn had ik BIJNA iets gezegd toen Saar eruit viel maar je weet het hé: “een meier is een meier…….”

  • Paalschildpadden

    Boer Charel komt op consultatie bij de dokter. Hij heeft tijdens het werk een flinke snee opgelopen in zijn hand, die gehecht moet worden. De dokter ontsmet de wonde, begint de wonde te hechten, en besluit tijdens de klus een praatje te maken met de boer. Al vlug komt het onderwerp politici ter sprake. Wat vindt Charel, met al zijn boerenverstand, nu feitelijk van onze ministers? ‘Volgens mij zijn het allemaal paalschildpadden’ zegt onze landbouwer. De dokter fronst de wenkbrauwen en vraagt. ‘Paalschildpadden, hoe kom je daarbij?’ ‘Wel, verklaart boer Charel, als je langs een weiland rijdt en je ziet een schildpad balanceren bovenop een paaltje van een omheining, dan is dat een paalschildpad.’ Charel bemerkt de uitdrukking van onbegrip in de ogen van de dokter, en geeft een woordje uitleg. ‘Je ziet die schildpad boven op die paal en je weet dat hij daar niet uit zichzelf is gekomen. Hij hoort er niet thuis en hij heeft geen idee wat hij daar moet doen. Hij zit duidelijk op een hogere positie dan hij aan kan en je vraagt je oprecht af welke idioot hem daar heeft neergezet.’

    De dokter knikt bedachtzaam en denkt: dit moet de beste beschrijving van een politicus zijn die ik ooit heb gehoord!!

  • Vlaamse Vissen

    Een Vlaming ging op een dag vissen in Wallonië en ving drie karpers.
    Toen hij naar huis reed werd hij tegengehouden door een Waalse opzichter die het niet zo op Vlamingen begrepen had. Hij moest zijn visvergunning tonen en de visser haalde een geldige Waalse vergunning boven. De wachter pakte dan een van de karpers, rook aan het achterste en zei: “Dit is geen Waalse vis, dit is een Noorse vis? Heb jij hiervoor een vergunning?” De Vlaming haalde een Noorse vergunning boven. De wachter keurde ze en greep een andere vis en rook weer aan het achterste. “Dit is geen Waalse vis, dit is een Nederlandse vis. Heb jij een Nederlandse vergunning?” De Vlaming ging in zijn zakken en toonde een Nederlands papier. De wachter nam de derde vis en rook aan het achterste. “Dit is een Duitse vis, heb jij hiervoor een vergunning?” En weer ging de jager in zijn zakken en toonde een Duitse vergunning. De wildwachter raakte nu enorm gefrustreerd en schreeuwde naar de Vlaming: “Waar ben jij, verdorie, toch wel van afkomstig?” De Vlaming draait zich om, laat zijn broek zakken, bukt voorover en zegt: “Ruik jij het maar, jij bent de expert.”

  • Uw kaartje

    Een rechercheur stopte bij een boerderij ergens in Ohé en Laak en sprak met een oude boer.  Hij zei tegen de boer: “ik moet de boerderij inspecteren op illegaal verbouwde wiet” De boer zei: “Ok, maar ga dat veld daar niet in” terwijl hij met zijn vinger naar een bepaald gebied wees. De rechercheur ontplofte verbaal terwijl hij zei:”Mijnheer, ik heb de machtiging van de overheid bij me”. Hij greep in zijn borstzak, haalde daar een identiteitsbewijs uit en liet dit aan de boer zien, zeggende:  “Ziet U dit kaartje? Dit kaartje betekent dat ik overal mag gaan waar ik wil.. op ieders land!! Zonder vraag of antwoord!! Heb ik mij duidelijk gemaakt…. begrijpt u het?” De boer knikte beleefd, verontschuldigde zich en ging verder met zijn werk. Korte tijd later hoorde de boer luide kreten, keek op en zag de rechercheur rennen voor zijn leven, achterna gezeten door een enorme stier… De stier kwam steeds dichterbij en het was duidelijk dat de rechercheur zich niet in veiligheid zou kunnen brengen. De boer gooide zijn werktuig neer , rende naar het hek en schreeuwde uit volle borst:
    “UW KAARTJE…..LAAT HEM UW KAARTJE ZIEN”

  • Metaaldetector

    Een jonge dame liep met haar metaaldetector van de parking over het veld naar de camping. Een boswachter hield haar staande en zei:
    “ik geef je een bekeuring, zoeken met een metaaldetector is hier verboden.”
    “Maar ik zoek helemaal niet”, repliceerde ze.
    “Ja maar je hebt er wel de uitrusting voor”, was zijn antwoord.
    “Dan dien ik een klacht in voor verkrachting”, zei ze.
    “Maar ik heb je toch helemaal niet verkracht.”
    “Nee maar je hebt er wel de uitrusting voor.”

  • OP DE ZESDE DAG SPRAK GOD

    Op de zesde dag sprak God tot de aartsengel Gabriel: “Vandaag ga ik een land creëren, genaamd Nederland. Het zal een land zijn van buitengewone natuurlijke schoonheid, met grote bossen, vol met herten, zwijnen en eekhoorns. Grote rivieren, gevuld met alle mogelijke soorten levende wezens. Het zal een binnenzee krijgen met enorme hoeveelheden vis en ook aan een buitenzee komen te liggen, die men van prachtige goudgele stranden kan overzien.” God ging verder: “Ik zal het land rijk maken door de landbouw en de inwoners zullen grote welvaart kennen. Sommige van hun vrouwen zullen van verblindende schoonheid zijn. Ze zullen bekend worden als Hollanders. En ze zullen het vriendelijkste volk op aarde zijn. En als slagroom op de taart maak ik van het zuiden van Nederland een lieflijk heuvellandschap waar vriendelijke mensen zullen wonen, die bekend zullen staan als Limburgers.” “Maar Heer,” zegt Gabriel, “denkt U niet dat u een beetje te genereus bent voor deze Hollanders?” “Niet echt,”, antwoordt God, “moet je eens opletten wie ze als oosterburen krijgen!”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *