Hond

Op de hoek van de straat staat een man met een hond naast hem. Een andere man komt voorbij, bekijkt de hond en vraagt: ‘Bijt uw hond?’ ‘Nee,’ zegt de man. De ander streelt de hond en wordt in zijn hand gebeten. Terwijl hij zijn bloedende hand met een zakdoek verbindt, zegt hij kwaad: ‘Ik dacht dat jij gezegd had dat je hond niet zou bijten!’ ‘Dat klopt,’ zegt de eerste man. ‘Maar dit is mijn hond niet…..’

Similar Posts

  • Controle van een Priester

    Een oudere priester heeft een jongere collega op bezoek. Tijdens het avondeten bemerkt de jonge priester het bevallige figuur van de huishoudster. Hij weet niet wat hij zich bij de relatie van de oudere priester met diens huishoudster moet voorstellen. De oude priester bemerkt de blik in de ogen van de jonge priester en verzekert hem dat er niets gaande is tussen hem en zijn huishoudster.

    Een week later merkt de huishoudster op dat er al een week een sauslepel ontbreekt. De oudere priester schrijft hierop een brief naar zijn jonge collega: “Ik zeg niet dat je de sauslepel hebt meegenomen, maar ik zeg ook niet dat je hem niet hebt meegenomen; een feit is wel dat hij nu al een week ontbreekt.”

    Enkele dagen later ontvangt de oudere priester een antwoord: “Ik zeg niet dat je met je huishoudster slaapt en ik zeg ook niet dat je niet met haar slaapt, maar feit is wel dat als je in je eigen bed sliep, je hem nu al wel gevonden zou hebben.”

  • Klusjes niet gedaan.

    Erik komt naar beneden voor zijn ontbijt, zijn moeder vraagt hem of hij zijn klusjes al heeft gedaan. “Nog niet”, zegt Erik. “Dan krijg je nog geen ontbijt”, zegt zijn moeder. Dus Erik is helemaal chagrijnig. Hij gaat de kippen voeren en geeft een kip een schop! Dan gaat hij de varkens voeren en geeft een varken een schop! Dan gaat hij de koeien melken en geeft een koe een schop! Dan komt hij weer binnen. Zijn moeder geeft hem een kom droge havermout. “Waarom krijg ik nu geen eieren en spek? En waarom geen melk in mijn havermout?” vraagt Erik verontwaardigd. “Wel?, zegt moeder, ik zag je een kip schoppen, dus je krijgt geen eieren voor een week.” “En ik zag je een varken en een koe schoppen, dus krijg je ook geen spek en melk voor een week”, zegt zijn moeder streng. Erik baalt nog meer. Dan komt zijn vader binnen, hij schopt de poes opzij en gaat zitten aan het ontbijt. Erik kijkt lachend naar zijn moeder en zegt: “Vertel jij het hem of zal ik???”

     

  • Een pastoor

    Een pastoor, die een wandeling maakt in de vrije natuur, komt in het drijfzand terecht.

    Wanneer hij ongeveer tot over zijn enkels is weggezakt, passeert er een brandweerwagen.

    “Heeft u hulp nodig?” vragen de brandweerlieden.

    “Nee dank u, niet nodig, “de Heer zal me bijstaan!”, antwoord de pastoor.

    Wanneer hij tot zijn middel is weggezakt, passeert de brandweerwagen hem opnieuw en de brandweerlieden vragen: “Heeft u hulp nodig?”

    “Nee, nee, dank u, niet nodig, de Heer zal me bijstaan!”, antwoordt de pastoor weer.

    Wanneer alleen het hoofd van de pastoor nog boven het zand uitsteekt, passeert de brandweerwagen voor de derde maal.

    “Heeft u nog steeds geen hulp nodig?”, vragen ze.

    “Nee, nee, nee, niet nodig, de Heer zal me redden!”, antwoordt de pastoor.

    Uiteindelijk verdwijnt de Pastoor helemaal in het zand!!!!

    Aangekomen in het paradijs zegt hij tot God: “Ik ben echt wel naïef. Ik dacht werkelijk dat U me te hulp zou komen!”

    Waarop de Heer antwoordt: “Ik heb je 3x de brandweer gestuurd. Ik zie niet in wat ik nog meer kon doen……!”

  • Kleine Bennie

    Kleine Bennie zit in de slaapkamerkast van zijn ouders met zijn pluchen beer te spelen. Zijn moeder komt met een vreemde man de slaapkamer binnen, ook om te spelen. Onverwachts komt Bennie’s vader thuis, de vreemde man wordt halsoverkop in de kast verstopt.
    Bennie fluistert: “Ik heb een pluchen beer en als je hem niet voor tien gulden van me koopt, ga ik huilen.” De man betaalt en een paar minuten later zegt Bennie: “Geef mijn beer terug, of ik ga huilen.”
    De beer verwisselt opnieuw van eigenaar. Even later begint Bennie van voren af aan: “Ik heb een pluche beer en als je hem niet voor tien gulden van me koopt, ga ik huilen.”
    Het spel herhaalt zich. Geruime tijd later is de kust vrij, de vreemde man verlaat de kast, 120 gulden armer en zonder beer. De volgende dag vertelt Bennie zijn moeder wat zich in de kast afgespeeld heeft. Zijn moeder stuurt Bennie onmiddellijk ter biecht. In de biechtstoel steekt Bennie van wal: “Ik heb een pluchen beer… “
    Van achter het gordijn: “Grote God! Begin je nu alweer!!!”

  • Gedronken?

    Politieagent: ‘wat heeft u gedronken?’

    bestuurder: ‘schrijf maar op een krat bier; champagne kun je toch niet schrijven … ‘

    Politieagent: ‘uw naam?’

    bestuurder: ‘Zscherboinsky-Crzcypierzak’

    Politieagent: ‘hoe schrijf je dat?’

    bestuurder: ‘met een liggend streepje’

     

  • Straf

    De directeur stapt de lawaaierige klas binnen.
    Hij wil nu eindelijk die herrieschoppers eens straffen.
    ‘Geert, wat heb jij uitgespookt?’
    ‘Ik heb krijt naar het bord gegooid.’
    ‘Honderd strafregels! En jij Wim?’
    ‘Ik heb een punaise op de stoel van de meester gelegd.’
    ‘Wat?! Tweehonderd strafregels. En jij, Peter?’
    ‘Ik heb snippers door het raam gegooid.’
    ‘Oh nou…, dat valt wel mee; geen strafregels!’
    Op dat ogenblik komt er een jongen binnen, vol blauwe plekken en schrammen.
    ‘En wat doe jij daar?’, vraagt de directeur boos, ‘Hoe heet jij?’
    ‘Swen Snippers, meneer.’

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *