Belgische bouwvakker in Nederland

Er komt een Belgische bouwvakker tijdelijk te werken op de bouw in Nederland. Als ze ’s middags gaan schaften pakken de Nederlandse bouwvakkers hun broodtrommel en hun thermosfles. Dan zegt de Belg: Wat hebben jullie daar dan voor ding.? “Tja”, zeggen de Nederlanders, dat is nu een thermosfles. Wat kun je daar mee doen dan “Daar kun je warm in houden wat warm moet blijven en koud in houden wat koud moet blijven.? Dat is handig denkt die Belg, dus hij koopt ook zo’n thermosfles. Een paar weken later komt ie weer in België op de bouw en daar zien zijn collega’s de thermosfles. Vragen ze: Wat hebt je daar dan? dat is een thermosfles, daar kun je in warm houden wat warm moet blijven en koud houden wat koud moet blijven.? Vragen zijn collega’s: Wat heb je er in dan?? Zegt die Belg: Koffie en een ijsje.?

Similar Posts

  • Seizoenen

    Een kleuterjuf vraagt aan haar klas: “Wie van jullie kan de seizoenen van het jaar opnoemen?” Jantje steekt zijn vinger op. “Zeg het maar Jantje!” “Herfst, winter…”, begint Jantje, maar verder blijft het stil. “Waar blijven de lente en de zomer, Jantje?”, vraagt juf. “Ja, dat vraag ik mij dus ook al af!

  • Pesten

    Een jongen op het schoolplein mist een vinger en wordt gepest door andere kinderen.
    Maar iedereen heeft wel iets raars”, verdedigt de jongen zich.
    “Met welke hand veeg jij bijvoorbeeld je bibs af?” vraagt hij aan zijn grootste pestkop.
    “Met links, hoezo? “
    “De meeste mensen doen dat met wc papier…”

     

  • Positief

    Een Surinaamse zakenman moet op zakenreis naar het buitenland.
    Hij roept zijn trouwe Javaanse knecht Tjokro en zegt hem dat hij op het huis moet passen en dat hij hem bij elk probleem dat zich voordoet moet bellen.
    Na enkele dagen niets te hebben gehoord wordt de zakenman ongerust en belt zelf Tjokro op.
    “Dag Tjokro, hoe gaat het?”
    “Alles zéér slecht, meneer.”
    “Waarom, wat is er gebeurd?”
    “Ik heb steel van schop gebroken.”
    “Maar Tjokro, potdomme, je hebt mij bijna een infarct bezorgd door te zeggen dat het slecht gaat en het is slechts de steel van de schop die gebroken is??”
    Hij haalt eens diep adem en vraagt dan: “hoe is dat gebeurd?”
    “Het gebeurde bij begraven van hond.”
    “Wat, mijn hond?! Is ie dood? Hoe kan dat nu?”
    “Hij in zwembad gevallen.”
    “Maar Tjokro, hoe kan een terrier verdrinken, hij kon zwemmen als een vis!”
    “Geen water in zwembad, hij erin spring, en is dood gevallen.”
    “Hoe zo geen water in het zwembad, vorige week is het zwembad gereinigd en toen ik vertrok was het nog vol water!”
    “Ja maar, water genomen door de brandweer om brand te blussen.”
    “Welke brand, Tjokro?!”
    “Huis is in brand gevlogen, meneer.”
    “Mijn huis? Maar hoe is dat mogelijk?”
    “Rouwdienst voor uw moeder, kaars te dicht bij gordijn en alles verbrand.”
    “Is mijn moeder dood? Wij hebben vorige week pas haar 70ste verjaardag gevierd en zij was nog kerngezond!”
    “Uw moeder kon andere nacht niet slapen, ging slaapmiddel vragen aan mevrouw, die was met uw beste vriend in bed en toen moeder is dood gevallen van de schrik.”
    “Mijn vrouw heeft mij bedrogen met mijn beste vriend?? Kun je mij dan niets positiefs vertellen, Tjokro?”
    “Jawel, meneer, herinnert u zich dat u 14 dagen geleden aidstest hebt gedaan?”
    “Ja, en?!”
    ” Wel, is positief, meneer!”

  • Vraag aan de chauffeur

    De passagier zit al een tijdje achterin de taxi wil de chauffeur wat vragen, dus tikt hij de man even op z’n schouder om zijn aandacht te trekken. De taxichauffeur geeft een geweldige schreeuw en verliest de macht over het stuur. Het voertuig mist op een haartje na de tram, ramt bijna de voorpui van een monumentaal bordeel, alvorens op het trottoir tussen tientallen driftig fotograferende Japanners tot stilstand te komen. Het is even stil in de taxi. Dan zegt de chauffeur: “Meneer, wilt u dat nóóit meer doen. Ik ben me dood geschrokken.” De passagier zegt dat hij niet had geweten dat de chauffeur zo zou schrikken van een klein tikje op z’n schouder. Waarop de bestuurder zegt: “Het is uw schuld niet hoor. Maar vandaag is mijn eerste dag als taxichauffeur. Hiervoor heb ik 25 jaar lijkwagens gereden.”

  • Last van mijn kruisje als het regent

    Er komt een lilliputter vrouwtje bij de dokter. Ze klaagt: “O dokter, ik heb toch zo’n last van mijn kruisje als het regent.” “Tja,” zegt de dokter, “vandaag is het mooi weer, dus nu heeft u zeker geen last?” “Nee, vandaag niet,” zegt het vrouwtje. “Nou,” zegt de dokter, “komt u dan terug als het regent.” Een paar dagen later komt het vrouwtje terug als het regent. “En?” vraagt de dokter: “Hebt u vandaag wel last?” “Ja, vandaag wel,” zegt het vrouwtje. “Gaat u dan maar even achter het scherm staan,” zegt de dokter. Als het vrouwtje en de dokter achter het scherm zijn verdwenen, hoort de assistente de dokter vragen: “Mag ik even een schaar alstublieft?” De assistente gaat de schaar brengen. Even later komen de dokter en het vrouwtje weer achter het scherm vandaan. “Loopt u nu eens even rond,” zegt de dokter tegen het vrouwtje, “heeft u nu nog last?” “Nee,” zegt het vrouwtje, “dank u dokter, het is helemaal over.” Hierop vertrekt het vrouwtje. Ondertussen is de assistente bloed nieuwsgierig geworden en vraagt: “Dokter, wat heeft u nu eigenlijk gedaan?” “Gewoon,” zegt de dokter, “tien centimeter van d’r kap laarsjes afgeknipt.”

  • Pas gekochte hond

    Een kerel gaat met zijn pas gekochte hond naar de dierenarts. Eindelijk is hij aan de beurt en komt met zijn hond de behandelkamer binnen. “En?”, vraagt de dierenarts, “wat is het probleem?”. “Nou”, zegt de eigenaar van het beest, “ik heb hem gekocht om te waken, maar elke keer als de bel gaat, dan gaat mijn hond in de hoek zitten”. De dierenarts wrijft eens vakkundig over zijn kin en zegt tenslotte: “ja…dat doen boxers”.

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *