Belgische bouwvakker in Nederland

Er komt een Belgische bouwvakker tijdelijk te werken op de bouw in Nederland. Als ze ’s middags gaan schaften pakken de Nederlandse bouwvakkers hun broodtrommel en hun thermosfles. Dan zegt de Belg: Wat hebben jullie daar dan voor ding.? “Tja”, zeggen de Nederlanders, dat is nu een thermosfles. Wat kun je daar mee doen dan “Daar kun je warm in houden wat warm moet blijven en koud in houden wat koud moet blijven.? Dat is handig denkt die Belg, dus hij koopt ook zo’n thermosfles. Een paar weken later komt ie weer in België op de bouw en daar zien zijn collega’s de thermosfles. Vragen ze: Wat hebt je daar dan? dat is een thermosfles, daar kun je in warm houden wat warm moet blijven en koud houden wat koud moet blijven.? Vragen zijn collega’s: Wat heb je er in dan?? Zegt die Belg: Koffie en een ijsje.?

Similar Posts

  • Geel, rood, blauw mannetje

    Een trucker ziet langs de weg een geel mannetje staan dat weent. Hij stopt, gaat ernaar toe en vraagt wat er scheelt. Het mannetje antwoordt: ‘Ik ben geel, kom van Venus, ben homofiel en heb honger’. ‘Tja’ zegt de chauffeur ‘ik kan je een sandwich geven maar verder kan ik je spijtig genoeg niet helpen’. Hij geeft de sandwich en zet de rit verder.

    Even later ziet hij langs de weg een rood mannetje staan wenen. Weer stopt hij en vraagt wat er scheelt. Het mannetje antwoordt: ‘Ik ben rood, kom van Mars, ben homofiel en heb dorst ‘. De trucker zegt: ‘Ik kan je een blikje cola geven maar verder kan ik je niet helpen’. Hij geeft een cola en zet zijn weg verder.

    Even verder ziet hij een blauw mannetje staan. De trucker is deze spelletjes moe, stopt, gaat boos naar het blauwe mannetje toe en zegt: ‘Jij zult ook wel homo zijn en van wat voor een achterlijke planeet kom jij en wat moet jij nu weer hebben?’. Waarop het mannetje antwoordt: ‘Uw identiteitskaart en uw rijbewijs.’

  • Bij Petrus

    Een pastoor kwam te overlijden en stond voor de hemelpoort te wachten om binnengelaten te worden . Voor hem stond een man in jeans , met een leren vest en een zonnebril op  . Petrus vroeg aan deze man : “wie bent U”?

    “Ah. Ik ben John uit Amsterdam en ik ben heel mijn leven taxichauffeur geweest”!

    Petrus kijkt in zijn dik boek en zegt : “Oké, hier staat uw naam, neem deze zijden mantel en deze gouden staf en treedt binnen in het hemelse rijk”!

    Daarna vroeg Petrus de naam van onze pastoor.

    Ik ben pastoor Johannes van de grote kerk, en ik heb 45 jaar uw woord gepredikt !

    Petrus kijkt weer in zijn boek en zegt: “Ah ja, hier staat het, neem dit katoenen hemd en deze houten staf en treedt binnen”!

    “Hela”, zegt onze pastoor, “hoe kan dat, ik krijg katoenen hemd en een houten staf, en die taxichauffeur goud en zijde? Iets klopt er niet he”!

    “Jawel” zegt Petrus, “wij bekijken het resultaat, tijdens uw werk en gebeden sliep iedereen, en bij zijn werk, met de taxi rijden, was iedereen aan het bidden”!!!

  • Scheten

    Een klein oud vrouwtje gaat naar de dokter en zegt: “Dokter, ik heb een probleem met gasvorming. Het stoort me eigenlijk niet, want mijn winden zijn altijd stil en ruiken niet. Eigenlijk heb ik sinds ik hier binnen gekomen ben al minstens 20 winden gelaten. U hebt er vast niets van gemerkt, want ze ruiken niet en zijn altijd stil.” De dokter: “Ik begrijp het, neem dit medicijn en kom volgende week nog maar eens terug.” De week erna komt het vrouwtje terug bij de dokter. “Dokter, ik weet niet wat u mij gegeven heeft, maar mijn winden…. Ze zijn nog steeds geluidloos, maar ze stinken verschrikkelijk!” De dokter zegt: “Goed zo, nu uw neusholtes weer open zijn zullen we eens kijken wat we aan uw gehoor kunnen doen.”

  • De Moraal

    Kinderen van een lagere school krijgen les over moraal. Ze krijgen als opdracht thuis aan hun ouders te vragen een verhaal te vertellen waaraan een moraal hangt. Wanneer ze terug in de klas komen, mogen ze dat verhaal vertellen.
    Mieke vertelt:
    “Mijn ouders zijn kippenboeren, ze hebben een legbatterij. Op een dag hadden ze in de auto een mand eieren staan. Ze reden over een grote bobbel in de weg, waardoor de eieren braken”.
    De moraal luidt: “Wees zeer voorzichtig met fragiele voorwerpen”.
    Elsje vertelt:
    “Mijn ouders hebben ook een kippenboerderij, maar zij kweken kuikentjes. Op een dag hadden ze wel twintig eitjes. Ze verwachtten dus ook twintig kuikentjes. Ze verzorgden de eitjes heel goed, maar er zijn er maar vijftien van uitgekomen”.
    De moraal luidt: “Tel je kuikentjes pas als ze uitkomen”.
    Dan vraagt de juf aan Ellen:”En hebben jouw ouders ook een verhaal verteld?”
    “Ja”, antwoordt Ellen, mijn papa heeft ons verteld over zijn zus, tante Annie.
    Onze tante Annie woont in Amerika en is daar bij het leger. Ze is piloot bij de luchtmacht en heeft meegevochten in Irak. Op een dag werd haar vliegtuig geraakt en moest ze springen. Het enige dat ze bij zich had was een fles whisky, een machinegeweer en een zakmes. Terwijl ze aan haar parachute bengelde, dronk ze de fles whisky leeg, dan was ze die alvast kwijt.
    Toen ze beneden kwam, werd ze omsingeld door wel zeventig Irakezen. Ze pakte haar machinegeweer en schoot er vijftig van neer, toen waren haar kogels op.
    Met haar zakmes kon ze er nog vijftien doden, toen brak het mes af.
    De vijf laatste heeft ze met haar blote handen gedood.
    De juf kijkt Ellen ontdaan aan en vraagt na enige stilte: “En heeft je papa je ook een moraal bij dat verhaal verteld?”
    Ellen antwoordt: “Jazeker, je kunt beter uit de buurt van tante Annie blijven als ze gezopen heeft.

  • Haar zwart verven

    Er komt een blondine met schitterend lang haar tot op haar billen bij de kapper en vraagt: “Kunt u mijn haar ook zwart verven?”
    Waarop de kapper zegt: “Maar mevrouw dat is toch doodzonde?”
    Blondine: “Maar kan het wel?”
    Kapper: “Jazeker mevrouw.”
    Blondine: “Doet u dat dan maar.”
    Na ruim drie uur kleuren en verven, heeft de dame schitterend zwarte haren. Ziels gelukkig betaalt de blondine aan de kassa.
    Onderweg naar huis komt zij een boer tegen met een kudde schapen, ze gaat naar de boer en zegt: “Schapen vind ik zulke leuke beesten, mag ik er eentje van u hebben?”
    Boer: “Ik ga zomaar geen schaap weggeven, maar als u in een keer weet te raden hoeveel ik er in mijn kudde heb, mag je er een hebben.”
    Blondine: “524.”
    Boer: “Maar dat is helemaal goed, kies er maar eentje uit.”
    De blondine pakt een beest op en zet hem in de auto en net als zij weg wil rijden, tikt de boer met zijn ring op het zijruitje en vraagt: “Zeg mevrouw, bent u normaal blond?”
    “Ja,” antwoordt de blondine, “maar hoe weet u dat?”
    “Nou,” zegt de boer, “ik wil graag mijn hond terug.”

  • Vliegenjacht

    Een vrouw komt thuis en ziet haar man op vliegenjacht met een vliegenmepper. Zij vraagt wat hij doet en hij zegt:Ik ben op vliegenjacht en ik heb er al 5 gedood, 3 vrouwtjes en 2 mannetjes. Hoe weet jij dat? vraagt de vrouw. Nou, zegt de man:2 zaten op mijn bierflesje en de andere 3 zaten op de telefoon.

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *