Similar Posts
Automonteur
Een automonteur komt van de dokter vandaan en denkt:
“Dat kan ik ook.”
De monteur begint zijn eigen dokterspraktijk. Hij maakt reclame met: “Als ik je probleem kan oplossen kost het je 500 euro. Als ik geen oplossing voor je heb krijg je van mij 1000 euro.”
Een advocaat ziet de advertentie en denkt dat hij daar gemakkelijk geld mee kan verdienen. Hij gaat naar de praktijk toe van de monteur.
“Ik ben mijn smaak kwijt”, zegt de advocaat.
“Gaat u maar zitten”, zei de monteur, “daar heb ik wel een drankje voor.”
Hij loopt naar de kast, doet de 3e la van linksboven open en pakt een potje waar benzine in zit. Hij giet het goedje in de mond van de advocaat. Terwijl hij het uitspuugt zegt de advocaat:
“Gadver, dat is benzine. Wat doe je?!”
“Ah”, zegt de monteur, “u heeft uw smaak terug. Dat is dan 500 euro.”
De advocaat betaald en loopt boos weg.
De volgende dag, nog steeds verontwaardigd over zijn vorige bezoek bedenkt de advocaat een nieuw probleem en gaat opnieuw naar de dokterspraktijk van de monteur. De advocaat zegt:
“Ik denk dat ik mijn geheugen kwijt ben. Ik kan me niets meer herinneren.”
“Gaat u maar zitten”, zei de monteur, “daar heb ik wel een drankje voor.”
Hij loopt weer naar de kast, doet de 3e la van linksboven open en pakt een drankje.
“Nee, niet die, dat is benzine!” zeg de advocaat.
“Ah”, zegt de monteur, “u heeft uw geheugen terug. Dat is dan 500 euro.”
De advocaat betaald en loopt nog bozer weg.
De derde dag gaat de advocaat een laatste poging doen om die 1000 euro te verdienen. Hij bedenkt een weer een probleem en gaat naar de praktijk toe.
“Dokter”, zeg de advocaat, “ik kan bijna niets meer zien. Mijn zich gaat enorm achteruit.”
De monteur denkt eens goed na en na een tijdje zegt hij:
“Nee sorry, daar heb ik geen oplossing voor.”
De monteur reikt naar zijn portemonnee. Hij overhandigt het geld en zegt:
“Hier heeft u uw 1000 euro.”
Terwijl hij in werkelijkheid een briefje van 200 euro overhandigd.
“Heee!” zegt de advocaat, “dit is maar 200 euro.”
De monteur zegt:
“U heeft uw zicht terug, wat geweldig. Dat wordt dan 500 euro.”
Gaatje prikken
Jantje is 18 jaar en mag gaan werken in een fabriek. Hij moet gaatjes prikken in de speen van de papflessen. Aan de lopende band. Na twee uur begint hij zich te vervelen. Hij kijkt rond hem en ziet achter hem een lopende band met condooms. Hij begint er ook gaatjes in te prikken. Na een uurtje ziet de baas dat hij ook gaatjes prikt in de condooms. De baas is woedend en vraagt waarom doe je dat.???
En Jantje zegt als ik geen gaatjes prik in de condooms. Dan verkoop je ook geen papflessen. Daarom.
Hoe oud ben ik?
Meester is jarig. Hij vraagt aan de kinderen: “Raad eens hoe oud ik geworden ben.”
Zegt Jantje: “58.”
“Mis.”
Zegt Marietje: “49.”
“Ook mis.”
Richie: “Meester, u bent 42 geworden.”
“Goed zo, m’n jongen. Hoe heb je dat zo goed geraden?”
“Nou meester, dat zit zo: mijn broer is 21 en da’s een halve idioot.”
Moppen tappen
Jantje zit bij opa op schoot in de kantine van het bejaardentehuis. En opeens roept er een bejaarde in de zaal:
“12!”
De hele zaal lacht zich kapot. Roept er een andere bejaarde:
“34!”
En weer ligt de zaal in een deuk.
“Waarom lachen jullie?” vraagt Jantje aan opa.
“Nou,” zegt opa, “We hebben alle moppen genummerd.”
“O,” zegt Jantje tegen opa, “Dat kan ik ook” en roept:
“86!”
De hele zaal blijft doodstil.
“Waarom lachen jullie niet?” vraagt Jantje verbijsterd aan opa.
Zegt opa:
“Die kenden we nog niet”.
OP DE ZESDE DAG SPRAK GOD
Op de zesde dag sprak God tot de aartsengel Gabriel: “Vandaag ga ik een land creëren, genaamd Nederland. Het zal een land zijn van buitengewone natuurlijke schoonheid, met grote bossen, vol met herten, zwijnen en eekhoorns. Grote rivieren, gevuld met alle mogelijke soorten levende wezens. Het zal een binnenzee krijgen met enorme hoeveelheden vis en ook aan een buitenzee komen te liggen, die men van prachtige goudgele stranden kan overzien.” God ging verder: “Ik zal het land rijk maken door de landbouw en de inwoners zullen grote welvaart kennen. Sommige van hun vrouwen zullen van verblindende schoonheid zijn. Ze zullen bekend worden als Hollanders. En ze zullen het vriendelijkste volk op aarde zijn. En als slagroom op de taart maak ik van het zuiden van Nederland een lieflijk heuvellandschap waar vriendelijke mensen zullen wonen, die bekend zullen staan als Limburgers.” “Maar Heer,” zegt Gabriel, “denkt U niet dat u een beetje te genereus bent voor deze Hollanders?” “Niet echt,”, antwoordt God, “moet je eens opletten wie ze als oosterburen krijgen!”




