Zuinig

Een Marokkaan heeft een auto van twintig jaar oud.
Die wil hij inruilen in de garage.
‘OK, zegt de garagehouder, ik wil de auto wel even bekijken!’
Ze lopen samen naar buiten naar de auto.
‘Hoe oud is die auto?”
“Twintig jare.”
Ze gaan in de auto zitten, de garagehouder achter het stuur.
‘t plastiekhoesje van twintig jaar terug ligt nog steeds op de zetels.
De garagehouder kijkt naar de kilometerteller en stelt verbaasd
vast dat er in die twintig jaar maar 500 kilometer op de teller is gekomen.
‘Meneer, je hebt zeker gesjoemeld met de kilometerteller?’
‘Nee, meneer, is allemaal origineel zo.’
Waarop de garagehouder: ‘Waar heb je die auto dan voor gebruikt?’
Zegt die Marokkaan, “Had hem gekocht om mee te gaan werke”

Similar Posts

  • IJsheiligen

    De pastoor is in de sacristie gestruikeld over een paar schaatsen.

    “Zeg op, van wie zijn ze”? vraagt hij aan de misdienaars.

    “Waarschijnlijk van één van de ijsheiligen”, antwoordt Jantje.

  • Doofstommenavond in de kroeg

    Elke vrijdagavond ontvangt een café-eigenaar het doofstomme vrijgezellenclubje. Als hij op vrijdagochtend ziek blijkt te zijn, belt hij zijn broer op: “Zeg Jan, ik ben ziek. Maar vanavond komt dat doofstomme vrijgezellenclubje, en dat zijn goeie vaste klanten. Dus ik kan het niet maken om het café gesloten te houden. Zou jij vanavond voor mij willen invallen?” Zijn broer vindt het niet erg om in te vallen. Hij gaat van tevoren nog even langs bij Kees om instructies te krijgen. “Het is helemaal niet moeilijk,” zegt Kees, “die jongens drinken de hele avond alleen maar bier en borrels. Als ze een vinger opsteken, dan willen ze bier, en als ze twee vingers opsteken dan willen ze een borrel. Dat is alles.” Die avond gooit Jan het café open, en daar komt de doofstomme club. Jan neemt de bestellingen op: bier, borrel, bier, bier, borrel… Alles gaat goed. Maar plotseling beginnen de doofstommen allemaal met hun hoofden te draaien en hun monden te happen. Jan weet niet goed wat hij moet doen. Hij gooit 50 frikandellen in de frituur, en serveert daarna broodjes frikandel uit. De doofstommen beginnen te eten, drinken nog wat, en even later beginnen ze weer met hun hoofden te draaien en hun monden te happen. Ten einde raad belt Jan zijn broer op: “Zeg Kees, in het begin ging het goed, maar nou beginnen ze steeds met hun hoofden te draaien en hun monden te happen. Ik snap echt niet wat ze willen.” “O sorry,” zegt Kees, “dat ben ik vergeten te zeggen: dan zitten ze het clublied te zingen.”

  • Oude Advocaat

    Een advocaat was overleden en kwam aan de hemelpoort bij.
    Tot zijn ongenoegen, stonden er duizenden mensen voor hem in de rij aan te schuiven.

    Plotseling verliet Petrus zijn plaats aan de hemelpoort en liep de lange rij af, tot bij de advocaat.

    Petrus begroette de advocaat en met de hulp van twee assistenten werd de advocaat tot aan de hemelpoort gebracht, waar hij mocht plaatsnemen in een comfortabele zetel.

    De advocaat zei: “Ik heb geen probleem met deze voorkeursbehandeling, maar wat maakt mij zo speciaal?”

    “Wel,” zei Petrus, “Ik heb alle uren die je aan je klanten hebt gefactureerd even opgeteld, en volgens mijn berekeningen ben jij 207 jaar oud!”

  • Dode kat gevonden

    Een kleutertje vertelde de juf dat hij een kat gevonden had.
    De juf vroeg of ze kat dood of levend was.

    “Dood” antwoordde de kleuter.

    “Hoe weet je dat?” vroeg de juf.

    “Omdat ik in haar oor heb gepist, en ze bewoog niet.” zei hij.

    “WAT heb je gedaan?!” riep de juf.

    “Je weet wel,” verduidelijkte de kleuter, “ik leunde voorover en deed ‘pssst!’ in haar oor, en ze bewoog niet.”

  • Kleine Bennie

    Kleine Bennie zit in de slaapkamerkast van zijn ouders met zijn pluchen beer te spelen. Zijn moeder komt met een vreemde man de slaapkamer binnen, ook om te spelen. Onverwachts komt Bennie’s vader thuis, de vreemde man wordt halsoverkop in de kast verstopt.
    Bennie fluistert: “Ik heb een pluchen beer en als je hem niet voor tien gulden van me koopt, ga ik huilen.” De man betaalt en een paar minuten later zegt Bennie: “Geef mijn beer terug, of ik ga huilen.”
    De beer verwisselt opnieuw van eigenaar. Even later begint Bennie van voren af aan: “Ik heb een pluche beer en als je hem niet voor tien gulden van me koopt, ga ik huilen.”
    Het spel herhaalt zich. Geruime tijd later is de kust vrij, de vreemde man verlaat de kast, 120 gulden armer en zonder beer. De volgende dag vertelt Bennie zijn moeder wat zich in de kast afgespeeld heeft. Zijn moeder stuurt Bennie onmiddellijk ter biecht. In de biechtstoel steekt Bennie van wal: “Ik heb een pluchen beer… “
    Van achter het gordijn: “Grote God! Begin je nu alweer!!!”

  • op School

    Op school zegt de juf; “Wie zichzelf dom vindt mag gaan rechtstaan.”  Iedereen blijft zitten. Plots gaat Peter staan. “Zo”, zegt de juf “Jij vindt jezelf dom, Petertje”. “Neen juffrouw, ik vond het zo zielig dat jij daar als enige stond”, antwoordt Peter .

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *