Zuinig

Een Marokkaan heeft een auto van twintig jaar oud.
Die wil hij inruilen in de garage.
‘OK, zegt de garagehouder, ik wil de auto wel even bekijken!’
Ze lopen samen naar buiten naar de auto.
‘Hoe oud is die auto?”
“Twintig jare.”
Ze gaan in de auto zitten, de garagehouder achter het stuur.
‘t plastiekhoesje van twintig jaar terug ligt nog steeds op de zetels.
De garagehouder kijkt naar de kilometerteller en stelt verbaasd
vast dat er in die twintig jaar maar 500 kilometer op de teller is gekomen.
‘Meneer, je hebt zeker gesjoemeld met de kilometerteller?’
‘Nee, meneer, is allemaal origineel zo.’
Waarop de garagehouder: ‘Waar heb je die auto dan voor gebruikt?’
Zegt die Marokkaan, “Had hem gekocht om mee te gaan werke”

Similar Posts

  • Vertrouwen

    Een priester, die een wandeling maakt in de vrije natuur, sukkelt in het drijfzand. Wanneer hij ongeveer is weggezakt tot over zijn enkels, passeert er een brandweerwagen. – ‘Heeft u hulp nodig ?’, vragen de brandweerlieden. – ‘Nee, dank U, niet nodig, de Heer zal me bijstaan !’, antwoordt de priester. Wanneer hij tot zijn middel is weggezakt, passeert de brandweerwagen opnieuw en de brandweerlieden vragen : – ‘Heeft u hulp nodig ?’, – ‘Nee, nee, dank U, niet nodig, de Heer zal me bijstaan !’, antwoordt de priester weer. Wanneer enkel nog het hoofd van de priester boven het zand uitsteekt, passeert de brandweer een derde maal. – ‘Heeft U nog steeds geen hulp nodig ?’, vragen ze. – ‘Nee, nee, nee, niet nodig, de Heer zal me redden !’, antwoordt de priester. Uiteindelijk verdwijnt de priester helemaal onder het zand… Aangekomen in het paradijs zegt hij tot God : – ‘Ik ben echt wel naïef. Ik dacht werkelijk dat U me ter hulp zou zijn gekomen !’ En de Heer antwoordt : – ‘Ik heb je 3x de brandweer gestuurd. Ik zie niet in wat Ik nog meer kon doen…! 

  • Ultieme test

    Kees gaat naar de dokter omdat hij het niet goed heeft in zijn hoofd. De dokter twijfelt of hij hem moet laten opnemen in een psychiatrische instelling, dus hij onderwerpt Kees aan de ultieme test. “Ik vul een bad met water,” zegt de arts tegen Kees. “hier heb je een theelepel en een koffiekopje. Waar zou je het bad mee leegmaken?” “Wat denk je zelf?” zegt Kees. “Met dat kopje natuurlijk!” Daarop klimt de dokter meteen in de telefoon. “Het is zover,” zegt de dokter tegen de centralist van de instelling. “Kom hem maar halen hoor.” “Wat zullen we nou krijgen?” zegt Kees. “Ik ben toch niet gekt!” “O nee?” zegt de dokter. “Ieder weldenkend mens trekt de stop uit het bad!”

  • De Optimistische zoon

    Een man probeerde zijn jonge zoon het kwaad van alcohol te leren. Hij deed een worm in een glas water en een andere worm in een glas whisky. De worm in het water leefde, terwijl die in de whisky zich oprolde en stierf.

    “Oké, zoon,” vroeg de vader, “wat laat dat zien?” ‘Nou, papa, het laat zien dat als je alcohol drinkt, je geen wormen krijgt.’

  • Das om!

    Een toerist doolt rond in de woestijn. Hij vergaat van de dorst en kan amper nog lopen. Plots verschijnt er een man op een kameel. Er hangen zo’n 30 dassen over zijn rechterarm.
    – Water roept de toerist.
    – Ik heb geen water, antwoordt de man op de kameel, maar ik kan u wel een prachtige das verkopen voor 15 euro.
    – Ik wil geen das, ik wil water, zegt de man.
    – Voor 25 euro krijgt u twee dassen.
    – Ik wil geen dassen! Zeg me gewoon waar ik water kan krijgen.
    – Oké. Ga de richting uit van waaruit ik kom. Even verder zult u een kleine palmboom en een gebouw zien staan. Daar kunt u water vinden. De man op de kameel galoppeert verder en de toerist volgt de aangewezen weg. Plots staat hij voor een restaurant.
    – Water, zegt hij tegen de man aan de ingang.
    – Ja, veel water hier, antwoordt hij.
    – Goddank, geef me snel een hele fles!
    – Het spijt me, meneer, wij bedienen alleen mensen die een das dragen.
  • Schoentjes

    De juffrouw in ‘t school helpt kleine Josje met het aantrekken van zijn schoentjes. Met heel veel moeite krijgt ze die schoentjes aan zijn voetjes. Zegt Josje: “die schoentjes zitten aan de verkeerde voet”. Ze kijkt geërgerd naar die schoentjes en inderdaad zitten ze verkeerd om. Ze heeft evenveel moeite om die schoentjes weer uit te doen en aan de goeie voet te trekken terwijl ze in zichzelf denkt :”waarom zegt die snotneus dat niet direct”. Als ze met heel veel innerlijk gevloek die schoentjes weer aan heeft getrokken zegt Josje :”da zijn mijn schoentjes ni”…! De juffrouw ontploft bijna van woede en terwijl ze die schoentjes weer uittrekt vraagt ze :”en waarom zeg je dat nu pas?” zegt Josje :”dat zijn de schoentjes van mijn broer en mama heeft gezegd dat ik deze moet aandoen tegen de kouwe voetjes”. De juffrouw krijgt bijna een hart aanval. Ze begint weer hevig met die schoentjes te vechten om ze opnieuw aan te trekken. Als dat eindelijk is gelukt vraagt ze: “en waar zijn je handschoentjes?”,

    Zegt Josje :”die zitten voor in mijn schoentjes “…

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *