Jan & Zwaan

Jan & Zwaan is een accordeon duo uit Drenthe. Schoenenverkoopster Zwaantje van de Belt-Pieters (Hollandscheveld, 17 mei 1945) en stukadoor Jan van de Belt ((Zuidwolde, 29 september 1941) zijn 45 jaar lang actief in het Nederlandstalige genre en bekend van de hits Ik Zoek Een Meisje (1979) en Het Dorpsfeest (1980). Het duo treedt voor het eerst op in 1961, dan nog onder de naam The Menghini’s, vernoemd naar de Italiaanse accordeonbouwer Menghini. In eerste instantie spelen ze voornamelijk in de Noordelijke en Oostelijke provincies. Na hun single Veronica (1973), opgenomen naar aanleiding van het verdwijnen van de gelijknamige radiopiraat, volgt de rest van Nederland en speelt het duo ook regelmatig op vakantiebestemmingen als Mallorca, Torremolinos, Zell Am See en Vipetino. In 1980 ontvangt het duo een gouden LP voor hun album Jan & Zwaan. Ze worden in deze periode op drums begeleid door vrachtwagenchauffeur Barteld Kok (1947) uit het Drentse De Wijk, soms afgewisseld door Hilbert Kuyer. Op 15 april 2007 vieren Jan & Zwaan hun 45-jarige artiestenjubileum in Zaal Hofsteenge te Rolde, met gastoptredens van onder anderen Lucas & Gea, Koos Alberts, Arne Jansen, Jacques Herb en Imca Marina. Het is dan al een paar maanden bekend dat Zwaantje ernstig ziek is. Ze overlijdt op 21 oktober 2010 op 65-jarige leeftijd in ziekenhuis Bethesda te Hoogeveen.

JAN & ZWAAN

Similar Posts

  • De Regento Stars

    Bruno Siegfried Majcherek (Heerlen, 3 januari 1936) is een volkszanger van Poolse afkomst (zijn ouders waren Pools), die opgegroeid is in Heerlen. Sinds 1952 treedt hij regelmatig op, met name in Zuid-Limburg. Hij treedt meestal op met zijn eigen orkest: Bruno Majcherek und die Regento Stars.

    Omdat Otto de trompettist een trompet heeft van het merk Regento besluiten ze zich Regento Stars te noemen en om de optredens nog wat spannender te maken worden er sensuele Poolse en Duitse tango’s ingestudeerd. Deze waren in de jaren twintig en dertig zeer populair in het nachtleven van Berlijn, Wenen, Boedapest en Warschau, maar werden door de warren van de oorlog en zijn gevolgen in vergetelheid geraakt. Er wordt ook geëxperimenteerd met wat dubbelzinnig teksten om het enge lichaamscontact van het tangodansen nog wat spannender te maken en behalve muziek ook grappen naar het publiek over te brengen. De zuid Limburg pastoors en andere katholieke geestelijken vinden het onzedig, waarschuwen hun parochie er voor in de preek of spreken zelf de orkestleden er op aan. De orkestleden kennen door hun migranten afkomst en de de oorlog de hypocrisie van de katholieke kerk en laten zich niet intimideren. Bovendien vindt de uitgaande jeugd hun muziek fantastisch spannend en de mening van het publiek is dan ook doorslaggevend om er mee door te gaan. Een platenvertegenwoordiger uit Amsterdam die tijdens een optreden komt luisteren, verstaat weliswaar niets van wat er gezongen wordt maar merkt aan de reactie van het publiek dat de muziek bijzonder is en regelt snel een platencontract met de Amsterdamse Tivoli platenmaatschappij. In een geïmproviseerde platenstudio worden de liedjes Laila (tango) en Lugano (langzame wals) opgenomen in het Nederlands, maar omdat het Limburgs accent moeilijk verstaanbaar is wordt er ook een versie in het Duits opgenomen en dit wordt eerst een groot succes in Zuid Limburg, waar men het orkest kent van vele optredens. Later dringt het succes ook door tot alle uithoeken van Nederland.

    Wilt u meer weten over de Regento stars kijk dan op www.brunomajcherek.nl/

    De Regento Stars (uit Limburg 1966)

  • De Helena’s

    Hoe ouder hoe gekker zullen we maar zeggen want in de week dat onze toetsenist 69 jaar is geworden hebben “de Helena’s” nog weer foto-kaarten laten drukken. Bus 1 is volgepakt met de instrumenten, die natuurlijk eerst op gepoetst zijn, en daarmee was de bagageruimte bijna vol. De meeste koffers, van de mede reizigers, moeten dan ook in bus 2 worden gepakt. Iedereen heeft er zin in morgen gaan we dan ook vol goede moed richting het mooie Mühltal in Oostenrijk. Het verslag van de reis volgt later. 

     

  • Las Palmas

    Deze week het trio “Las Palmas” in het zoeklicht. De namen van de band leden staan onderaan de foto. Vermeld kan worden dat Gerard Wigger eerder in meerdere bands heeft gespeeld waar onder  “The Silver Wings” en “De Musketiers”. Jan Steinman heeft eerder gespeeld bij het “Maxium combo”.

  • Corry & de Rekels

    Corry en de Rekels was een Nederlandse muziekgroep rond zangeres Corry Konings. De groep is vooral bekend van de hit Huilen is voor jou te laat.

    In 1968 werd Corry Konings ontdekt door Ries Brouwers. Konings was destijds zeventien jaar en werkzaam als kapster. Daarnaast zong ze al twee jaar bij de groep De Mooks. Een lokale platenhandelaar had haar horen zingen en haar voorgesteld aan Pierre Kartner. Konings zong op dat moment bij het dansorkest De Rekels dat bestond uit gitarist Jacques Wagtmans, bassist-sologitarist André de Jong, accordeonist Jos van Zundert en drummer Kees Dekkers. Konings werd in 1973 vervangen door Hanny (Hanny en de Rekels), die later een succesvolle solocarrière zou uitbouwen onder de naam Hanny. De eerste single die Corry en de Rekels in 1969 uitbrachten was Vaarwel, ik zal geen traan om je laten en kwam in de Veronica Top 40 tot de 22e plaats. In Vlaanderen bereikte het zelfs de zesde plaats. De tweede stem in het nummer wordt ingezongen door Pierre Kartner. Dit zou hij bij alle singles van Corry en de Rekels blijven doen. Na Mijn stil verdriet kwam in 1970 het grote succes met Huilen is voor jou te laat. Dat nummer kwam tot #5 in de Top 40 en stond 42 weken genoteerd, wat voor die hitlijst destijds een record was. Het record hield ruim 43 jaar stand, totdat Pharrell Williams het in 2014 verbrak met zijn single Happy. In de Hilversum 3 Top 30 stond Huilen is voor jou te laat 19 weken genoteerd en kwam het tweemaal opnieuw binnen in de lijst. In datzelfde jaar werd drummer Kees Dekkers vervangen door Frans Castelijn hij werd in 1972 opgevolgd door drummer Rob Kraak.

    Corry en de Rekels hadden daarna nog hits met Rozen die bloeienZonder het te weten, het kerstnummer Hoog daar aan de hemelIgorowitsch en Dagen en nachten. In 1972 verliet Konings De Rekels om een succesvolle solocarrière te beginnen. Tot 1988 trad ze op onder de naam Corry en daarna onder haar volledige naam: Corry Konings. Haar grootste solohits waren Ik krijg een heel apart gevoel van binnenAdios amor en Mooi was die tijd.

    Toen Konings in 2004 35 jaar in het vak zat, organiseerde ze een reünie met De Rekels. Naar aanleiding van deze reünie verscheen het album Na 35 jaar met nieuwe nummers geschreven door Pierre Kartner, Henk van Broekhoven, Jheron van der Heijden en andere bekende tekstschrijvers. Het rekelssoundje was nog steeds duidelijk aanwezig. In 2007 verscheen een dvd met oude en nieuwe fragmenten van Corry en de Rekels en Konings’ solocarrière.

    De leden van de oorspronkelijke band waren Corry Konings (1969-1972), Jacques Wagtmans (1969-1972), André de Jong (1969-1972), Jos van Zundert (1969-1972), Rob Kraak (1971-1972), Kees Dekkers (1968-1969) en Frans Castelijn (1969-1971). Deze waren allen op enig moment deel van de reünieband.

    Bron: Wikipedia

  • Roy Orbison

    Roy Kelton Orbison (Vernon, Texas, 23 april 1936 – Nashville, Tennessee, 6 december 1988) was een Amerikaanse country- en rockzanger. Hij staat sinds 1987 in de Rock and Roll Hall of Fame en de Nashville Songwriters Hall of Fame. In 1989 werd hij opgenomen in de Songwriters Hall of Fame. In 2006 kreeg Orbison postuum een ster op de Music City Walk of Fame en in 2010 op de Hollywood Walk of Fame. In 2014 werd Orbison opgenomen in de Musicians Hall of Fame.

    Roy Orbison begon zijn carrière in 1956 bij het platenlabel Sun Records dat geleid werd door Sam Phillips en waar ook Elvis Presley, Johnny Cash, Jerry Lee Lewis en Carl Perkins onder contract stonden of hebben gestaan. Met het nummer Ooby Dooby waarvan er zo’n 500.000 stuks werden verkocht en dat tot nummer 56 op de Billboard Top 100 kwam, scoorde hij zijn enige hit voor Sun. In de periode dat hij voor het platenlabel actief was, wist hij al dat zijn hart bij het zingen van ballads lag. Sam Phillips, de eigenaar van Sun Records, wilde echter dat Orbison uptempo songs opnam, dit zeer tegen de zin van Orbison. Toen Orbison een grote hit schreef voor The Everly Brothers (Claudette), zag hij zijn kans schoon en kocht zijn platencontract bij Sun Records af om zodoende ergens anders zijn geluk te kunnen beproeven.

    Orbison kwam terecht bij het platenlabel RCA waar Elvis Presley vele hits opnam. Orbison bleef echter niet lang. Na een aantal nummers op plaat te hebben gezet verliet hij in 1959 het label en kwam terecht bij Monument Records dat onder leiding stond van Fred Foster.

    Orbisons eerste single, Up Town, was een bescheiden succes en bereikte plaats 72 in de Billboard Top 100. De opvolger werd uitgebracht in 1960 en maakte van Roy Orbison een wereldster. Van Only the Lonely gingen ruim twee miljoen exemplaren over de toonbank en met dit nummer creëerde Orbison iets dat nog nooit eerder in de rock-‘n-roll was gehoord: de dramatische rockballad. Tussen 1960 en 1965 produceerde Orbison klassiekers als Running ScaredCryingBlue AngelFallingBlue BayouIt’s OverIn Dreams en Oh, pretty woman. Vaak rustig beginnend, bouwde Orbison langzaam naar een climax toe die zowel in de arrangementen als in de stem en teksten van Orbison tot uitdrukking werd gebracht. De stem van Orbison en de composities van zijn songs zouden hem de status van legende bezorgen. Er was echter nog een element dat de muziek van Orbison uniek maakte: hij had ook het talent om liedjes op een totaal vernieuwende manier te schrijven. Het was in de beginjaren zestig de gewoonte om een song volgens een vast patroon te schrijven (A,B,C,B,D,B). Orbison schreef echter bijvoorbeeld in schema’s als A,B,C,D…Z. Er kwam in het hele liedje dus geen enkele herhaling van zinnen voor. Het vroegste voorbeeld hiervan is de song Wedding Day uit 1961, maar In Dreams en Falling uit 1963 zijn de bekendste voorbeelden. Running Scared uit 1961 was een song die ook afweek van wat gewoon was op dit gebied doordat het refrein aan het einde van het lied zat in plaats van in het midden. Toen het contract bij Monument Records in 1965 afliep was Orbison een wereldster met platenverkopen die de 30 miljoen hadden overschreden.

    Orbison tekende voor het MGM-label, dat bereid was om hem het tot dan hoogste bedrag ooit (1 miljoen dollar contant) voor een platenartiest te betalen. Verder kreeg hij de kans om in films te acteren. MGM bedong echter dat er per jaar 30 songs en 1 album geproduceerd moesten worden. Daarmee kwam de nadruk te liggen op de kwantiteit in plaats van op de kwaliteit van de songs, dit in tegenstelling tot wat bij Monument Records gebruikelijk was. De eerste single op het MGM-label is de top 20-hit Ride Away. Het zou zijn grootste hit voor MGM zijn. In 1966 haalde hij met Cry Softly Lonely One (top 52) zijn laatste hitnotering in Amerika. In Engeland had hij meer hits, met als hoogste notering Too Soon To Know dat in 1966 de top 3 haalde. Penny Arcade is in 1969 zijn laatste notering in Engeland. Het opkomen van de Beatles en andere Britse bands (The British Invasion) en de daarmee veranderende smaak bij het platenkopend publiek zorgde ervoor dat de aanwezigheid van Orbison in de hitlijsten minder werd. Verder vonden er grote tragedies in zijn privéleven plaats. Zijn vrouw Claudette kwam in 1966 om het leven bij een motorongeluk en twee van zijn drie zoons vonden in 1968 de dood bij een brand in zijn landhuis. De carrière van Orbison kwam in een diep dal terecht. De hits bleven uit en het (grote) publiek leek hem vergeten te zijn. Zijn concerten in Engeland werden nog wel goed bezocht, omdat de fans hem trouw bleven, maar in zijn thuisland Amerika bleek dat volkomen anders. Daar trad hij met regelmaat op voor een klein publiek.

    In 1973 werd zijn contract bij MGM ontbonden. Een jaar later tekende hij bij Mercury Records en nam daar het album I’m Still In Love With You op. Niet alleen is dit album onder de artistieke maat vergeleken bij zijn vroegere werk, muzikaal gezien verraste Orbison de luisteraar niet meer met de vocale hoogstandjes die hem zijn bijnaam “The Big O” hebben opgeleverd. In 1977 tekende Orbison opnieuw bij Monument Records en nam het album Regeneration op. Dit album is beter dan het voorgaande, maar kon ook niet de vergelijking doorstaan met zijn vroegere werk. Een tweede album is afgemaakt (nooit uitgebracht) toen Orbison hartklachten kreeg, nadat hij optrad in een show ter nagedachtenis aan Elvis Presley, die kort daarvoor overleed. Hij onderging een hartoperatie en kreeg 3 bypasses.

    Kort daarna verliet Orbison Monument Records. In 1979 tekende hij bij Aslyum Records en bracht daar het album Laminar Flow uit. Het album bevatte matige discoachtige liedjes met uitzondering van Poor Baby en Hounddog Man. Ondertussen is er achter de schermen iets op gang gekomen, want Orbison was dan wel niet meer een succesvol platenartiest, zijn werk uit de jaren zestig heeft echter wel zijn sporen nagelaten bij jongere collega’s. Linda Ronstadt nam Blue Bayou op (1977), Don McLean Crying (1980) en Van Halen Oh, pretty woman (1981) en allen scoorden zij daarmee grote hits. Zelf scoorde Orbison samen met Emmylou Harris in 1980 eindelijk weer een hit met That Loving You Feeling Again. Het leverde hem zijn eerste Grammy Award op.

    Vanaf die tijd begon Orbison aan een comeback te werken en kwam hij meer en meer in de spotlights te staan. Zo stond hij in het begin van de jaren tachtig in het voorprogramma van de Eagles en liet zich daardoor aan een groter en jonger publiek zien. In 1983 verscheen hij op televisie door een concert te geven getiteld Roy Orbison live in Austin City Limits Texas. In 1985 trad hij op bij Farm Aid en bracht hij een nieuwe single uit, Wild Hearts. Het is een ballad die een ouderwets goede Orbison laat horen. Het grote publiek merkte deze song echter niet op. Ook maakte hij dat jaar een album met zijn oude Sunmaatjes Jerry Lee Lewis, Carl Perkins en Johnny Cash. Het album heette The Class of ’55. In 1986 werd het nummer In Dreams gebruikt in de cultfilm Blue Velvet, geregisseerd door David Lynch. Hierdoor kwam Orbison onder de aandacht van een jong publiek. Velen wilden weten wie de zanger van In Dreams is en ontdekten daardoor de muziek die Orbison tot dan gemaakt had. In 1987 nam Orbison samen met k.d. lang Crying opnieuw op als een duet. Het nummer werd in Amerika een hit en het leverde hem opnieuw een Grammy Award op. In hetzelfde jaar werd hij opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame dat een jaar eerder in het leven was geroepen. Daarmee werd de status van Roy Orbison als belangrijke pionier en vernieuwer van de rock-‘n-roll officieel bevestigd en erkend door de muziekindustrie. In datzelfde jaar nam hij een televisiespecial op waarvan de zwart-wit video Roy Orbison and Friends, A Black and White Night uitkwam. In deze show bracht Orbison al zijn grote hits, inclusief twee nummers van zijn dan nog nieuw uit te komen album, ten gehore. Hij werd omringd door gastmuzikanten als Bruce Springsteen, Elvis Costello, Bonnie Raitt, Tom Waits, Jennifer Warnes, k.d. lang, Jackson Browne, J.D. Souther en James Burton (ex-gitarist van Elvis Presley). De laatste twee genoemden zijn in duet in de clip. Orbison kwam eindelijk terug aan de top en maakte dat nog eens duidelijk door in 1988 deel uit te maken van de supergroep The Traveling Wilburys, waarvan ook Bob Dylan, George Harrison, Jeff Lynne en Tom Petty deel uitmaakten. Het debuutalbum heette Traveling Wilburys Vol. 1, waarvan wereldwijd miljoenen exemplaren verkocht werden. Orbison stierf op 6 december 1988 plotseling als gevolg van een hartstilstand bij zijn moeder thuis in Hendersonville, een voorstadje van Nashville. Orbison was in voorbereiding op een wereldtournee. Zijn stoffelijk overschot werd begraven in een anoniem graf op de Westwood Village Memorial Park Cemetery in Los Angeles.

    Zijn nieuwe album werd in januari 1989 postuum uitgebracht onder het Virginlabel. De single You Got It werd een wereldwijde hit. De enige keer dat Orbison You Got It voor een publiek zong was drie weken voor zijn dood op het Diamond Awards Festival in het Sportpaleis in Antwerpen, waar hij een Diamond Award kreeg, omdat hij 25 jaar tot de “top of the bill” behoorde. De opnames van dat optreden werden gebruikt voor de videoclip van You Got It. De tweede single, She’s a mystery to me werd ook een hit. Dit nummer werd voor Orbison geschreven door Bono en Edge van U2. In 1992, vier jaar na zijn dood, werd het nummer I Drove All Night een hit in Engeland en bereikte daar de 7e plaats. De opvolger Crying (duet met k.d. lang) haalde in datzelfde jaar de 13e positie. Roy Orbison was, in tegenstelling tot veel van zijn tijdgenoten, helemaal terug aan de top toen hij stierf en keek vooruit naar nieuwe dingen en niet terug op oude vergane glorie. Vandaag de dag wordt hij door velen in de muziek business erkend als een van de grootste artiesten die de rock-‘n-roll heeft voortgebracht. Zijn platen blijven goed verkopen en zijn in aantal de 100 miljoen ruim gepasseerd. Hij is voorbeeld en inspiratie voor vele artiesten en dat voor iemand tegen wie producer Jack Clement (Sun Records) ooit zei; “Roy, you’re never gonna make it as a ballad singer“.

    Bron: Wikipedia

     

     

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *