De Helena's - Dans & Showorkest

LATEST NEWS

Overtuigen

Er komt een man een supermarkt binnen, loopt naar de afdeling dierenvoeding, pakt twee blikken hondenvoer en loopt vervolgens naar de kassa. Vraagt de kassière: “Meneer heeft u een hond?” Hierop antwoordt de man: “Ja, natuurlijk heb ik een hond, anders had ik die twee blikken toch ook niet nodig?”
Zegt de kassière: “Het spijt me meneer, maar vanaf deze week mag ik niemand meer dierenvoeding meegeven tenzij ik zelf kan zien dat de persoon een huisdier heeft… U zult de hond dus moeten meenemen…” De man vloekt een paar keer vanwege deze absurde nieuwe regeling, smijt de twee blikken op de grond en loopt kwaad weg. De volgende dag is hij weer terug, loopt naar de afdeling dierenvoeding, pakt twee blikken kattenvoer en gaat naar de kassa. Vraagt die kassière: “Meneer, heeft u een kat?” Waarop de man, zichtbaar geïrriteerd, antwoordt: “Ja natuurlijk heb ik een kat, ik kom deze blikken toch niet voor mezelf halen?” De kassière: “Meneer, dit vind ik nou niet slim van u. U was hier gisteren ook, dus had u kunnen weten dat ik u geen dierenvoed….” De kassière is nog niet uitgesproken of de man is de winkel al luid vloekend en tierend uitgelopen… De blikken bij de kassière achterlatend. De dag daarop komt de man met een bruine papieren zak in z’n hand de winkel binnen, loopt direct door naar de kassa en zegt tegen de kassière: “Mevrouw, steekt u hier uw hand eens in.”
De kassière doet dit en roept vervolgens: “He, het is zacht en warm…”
“Ja”, zegt de man, “Ik had graag drie rollen WC papier!”

 

Gesnurk

Een handelsvertegenwoordiger, doodmoe, komt aan in een kleine gemeente waar er maar één hotelletje is. Tot overmaat van ramp, alle kamers zijn bezet. Hij smeekt de baas: “Leg me te slapen, eender waar, maar ik moet absoluut kunnen uitrusten.” “Wel”, zegt de hotelier, “ik heb hier een twee persoonskamer waar er maar één bed beslapen is. Als je met die man op een akkoord komt om de kamer en de prijs ervan te delen is dat voor mij goed. Maar, ik verwittig je, hij snurkt geweldig. Het is zelfs zo erg dat alle gasten ‘s morgens hun beklag erover maken.” “Maakt niks uit”, antwoordt de vertegenwoordiger, “ik ben veel te moe.” …De twee mannen komen tot een akkoord en nemen het avondmaal aan dezelfde tafel. ‘s Morgens komt de handelsvertegenwoordiger als eerste de trap af om naar het ontbijtzaal te gaan. Vrolijk fluitend en welgemutst de hotelbaas groetend. “Nou”, zegt deze, “zo welgezind? Heb je goed geslapen? Heeft hij niet gesnurkt?” “Zeker niet”, zegt de vertegenwoordiger, “geen enkel moment.” “Hoe is dat in Godsnaam mogelijk”, zegt de hotelbaas.

“Heel eenvoudig”, zegt de vertegenwoordiger.

“Ik kwam een beetje later dan hem de kamer binnen. Hij lag al op zijn bed. Ik heb hem een kus gegeven op zijn achterwerk en gezegd: Goedenacht, schoonheid. En die kerel heeft de hele nacht recht gezeten in zijn bed om me in de gaten te houden.”

Naar de Dierenarts

Een Belg gaat naar de dierenarts met zijn hond.

Dierenarts: “Maar, jou hond heeft maar 1 poot?”

Belg: “Ja, ik heb die zo gekregen.”

Dierenarts: “Maar, jou hond heeft maar 1 oog?”

Belg: “Ja, ik heb die zo gekregen.”

Dierenarts: “Maar, jou hond heeft maar 1 oor?”

Belg: “Ja, ik heb die zo gekregen.”

Dierenarts: “Sorry meneer, maar we zullen jou hond moeten afmaken.”

Belg: “tja, oké dan maar.”

Een week later:

De Belg telefoneert naar de dierenarts: “Is mijn Hond al af?!?”

De Optimistische zoon

Een man probeerde zijn jonge zoon het kwaad van alcohol te leren. Hij deed een worm in een glas water en een andere worm in een glas whisky. De worm in het water leefde, terwijl die in de whisky zich oprolde en stierf.

“Oké, zoon,” vroeg de vader, “wat laat dat zien?” ‘Nou, papa, het laat zien dat als je alcohol drinkt, je geen wormen krijgt.’

Nadat Adam en Eva een paar dagen op aarde waren, zei God tegen Adam: “Het wordt tijd dat Eva en jij aan het proces gaan beginnen, de aarde van meer bewoners te voorzien, dus begin maar eens met haar te zoenen.”
En Adam antwoordde: “Goed Heer, maar wat is zoenen?” God gaf een korte uitleg en Adam nam Eva mee naar de bosjes. Even later was hij weer terug. “Dank U Heer, dat was aangenaam.”
Vervolgens zei God: “Nu wil ik dat je Eva streelt.” En Adam antwoordde: “Goed Heer, maar wat is strelen?” God gaf weer een korte uitleg en Adam nam Eva opnieuw mee naar de bosjes. Even later was hij weer terug. “Dank U Heer, ook dat was aangenaam.”
Vervolgens zei God: “Nu wil ik dat je met Eva de liefde bedrijft.” En Adam antwoordde: “Goed Heer, maar wat is de liefde bedrijven?” Opnieuw gaf God een korte uitleg en Adam ging weer met Eva naar de bosjes. Al snel was hij echter weer terug en vroeg: “Heer, wat is hoofdpijn?”

Intelligentie

Een getrouwd stel zitten samen op de bank. Vraagt de vrouw aan de man “Van wie zou onze dochter toch haar intelligentie hebben? Antwoordt de man “Ik denk toch echt van jouw, ik heb de mijne namelijk nog!”

Trouwen in de hemel

Een jong katholiek stel raakt op weg om te trouwen betrokken bij een dodelijk auto-ongeluk. Het stel zat buiten de Hemelse Poort te wachten tot Petrus hen naar de hemel zou brengen. Terwijl ze wachtten, begonnen ze zich af te vragen: zouden ze ooit in de hemel kunnen trouwen? Toen Petrus verscheen, vroegen ze het hem. Petrus zei: “Ik weet het niet. Dit is de eerste keer dat iemand het vraagt. Laat me het gaan uitzoeken'”, en hij vertrok. Het paar zat en wachtte en wachtte. Twee maanden gingen voorbij en het paar wachtte nog steeds. Tijdens het wachten begonnen ze zich af te vragen wat er zou gebeuren als het niet zou lukken; kun je in de hemel scheiden? Na weer een maand kwam Petrus eindelijk terug, een beetje verfomfaaid. ‘Ja’, zei hij tegen het paar, ‘je kunt trouwen in de hemel.’ “Geweldig!” zei het paar, “Maar we vroegen ons gewoon af, wat als het niet lukt? Kunnen we ook in de hemel scheiden?” Petrus, met een rood gezicht van woede, sloeg met zijn klembord op de grond. “Wat is er mis?” vroeg het bange paar. “OH, KOM OP!” riep Petrus, “Het kostte me drie maanden om hier een priester te vinden! Heb je enig idee hoe lang het duurt voordat ik een advocaat vind?”

Hoe laat?

Een zakenman die op weg is huis wordt onderweg door slaap overvallen en om geen brokken te maken besluit hij zijn bolide langs de kant van de weg te zetten om even een tukje te doen. Hij vindt een rustig landweggetje en valt al na vijf minuten in een diepe slaap. Plotsklaps wordt hij opgeschrikt door getik tegen de autoruit. Hij draait het raampje open en een oud vrouwtje vraagt aan hem hoe laat het is. “Vijf voor twee,” bromt de zakenman. De vrouw bedankt hem en loopt verder. De zakenman draait zich om en gaat verder waar hij gebleven was. Lang kan hij er niet van genieten want tien minuten later wordt hij weer gewekt door getik tegen het raam. Geërgerd draait hij het autoraam open en ditmaal is het een jogger die de tijd wil weten. “Vijf over twee,” buldert de zakenman. De jogger bedankt hem en jogt verder. De zakenman beseft dat hij op zo’n manier nooit aan zijn slaap komt en pakt een stuk papier en schrijft daar met koeienletters op: IK WEET NIET HOE LAAT HET IS! en plakt dit achter zijn ruit. Tevreden over zijn eigen vindingrijkheid valt hij voor de derde maal in diepe slaap. Nauwelijks aangekomen in dromenland word zijn rust weer verstoord door getik tegen de ruit. Met een welgemeende “Godgloeiende…,” draait de zakenman zijn autoraam open en kijkt in het gezicht van een jonge scholier. Deze werpt een blik op zijn horloge en zegt: “Het is tien voor half drie meneer.”

“Ik heb er alles voor over om een goed cijfer voor dit tentamen te halen,” verklaarde een bevallige studente tegen haar professor. Ze boog zich naar hem over en staarde hem aan. “Ik wil er werkelijk alles voor doen.” “Alles?” vroeg de professor met lichte ironie in zijn stem. “Alles,” bevestigde ze met veel aplomb. “Zelfs studeren?” fluisterde hij.

Raadsel

In de klas is het tijd voor het kringgesprek. De juf zegt: Vandaag gaan we raadsels aan elkaar vertellen.  Jantje begin jij maar. O.K zegt Jantje. Het gaat er droog in, het gaat er nat uit, dan hangt er een druppeltje aan. Rara wat is dat?  Ga jij maar even in de gang staan, zegt juf boos. Op de gang komt Jantje de directeur tegen. De directeur vraagt Jantje, waarom sta jij hier op de gang? Nou, zegt Jantje we gingen raadsels vertellen en ik ben er uitgestuurd. Wat was je raadsel dan? Vraagt de directeur. Het gaat er droog in, het gaat er nat uit, dan hangt er een druppeltje aan. Ga jij maar naar huis Jantje zegt de directeur. Bij thuiskomst vraagt moeder aan Jantje waarom ben jij zo vroeg? Wij gingen raadsels vertellen en ik ben er uit gestuurd. Wat was je raadsel dan? Vraagt moeder. Het gaat er droog in, het gaat er nat uit, dan hangt er een druppeltje aan.  Ga jij maar naar je kamer commandeert moeder.

Als Jantje op zijn bed zit mompelt hij beteuterd in zichzelf:  Al die ellende om een theezakje