Dronken

Een vrouw was het helemaal beu dat haar man telkens dronken thuis kwam. Ze besloot hem eens een lesje te leren en hem de stuipen op het lijf te jagen, in de hoop dat hij tot inkeer zou komen. Op een avond trok ze een duivelspak aan en verstopte zich achter een boom.
Toen haar man voorbij wankelde, sprong ze tevoorschijn en bleef met haar Rode hoorns, drietand en lange staart dreigend voor hem staan. “W-wie ben jij?” vroeg de man stomdronken met dubbele tong. “Ik ben de duivel”, antwoordde de vrouw.
“Nou, k-kom dan effe g-g-gezellig mee” zei hij. “Ik b-ben getrouwd met je  Z-zuster.”

Similar Posts

  • Echt boerenverstand

    Een landbouwer laat 17 paarden na aan zijn drie zonen. In zijn testament verdeelt hij de erfenis als volgt:
    Mijn oudste zoon de helft van alle paarden.
    Mijn tweede zoon een derde van alle paarden.
    Mijn jongste zoon een negende van alle paarden.
    Daar het onmogelijk is om 17 paarden te delen door 2, door 3 of door 9, beginnen de problemen tussen de drie zonen.
    Op een gegeven ogenblik beslissen ze ten einde raad om hun buur, ook een landbouwer Dirk, wiens intelligentie ze al lang bewonderen, om raad te vragen, in de hoop dat die een oplossing kan vinden.
    De boer neemt het testament en leest het aandachtig, na enkele ogenblikken gaat hij thuis zijn eigen paard halen en voegt het toe aan de zeventien andere. Nu staan er 18 paarden in de wei.
    Vanaf nu wordt het mogelijk voor de erfgenamen om tot de verdeling over te gaan, zoals voorzien in het testament van hun vader.
    De oudste neemt de helft van de 18 paarden = 9 paarden
    De tweede neemt een derde van de 18 paarden = 6 paarden
    De jongste neemt een negende van de 18 paarden = 2 paarden
    Samen hebben ze nu, 9+6+2=17 paarden
    Er blijft 1 paard over, dat van Dirk, die het terug mee naar huis neemt.
    Voila, ‘t is nu aan u!

  • Aan de hemelpoort

    Er komt een prostituee bij de hemelpoort.
    Petrus vraagt wat ze vroeger geweest is.
    De vrouw bekent dat ze prostituee is geweest.
    ‘Dan mag je hier niet naar binnen, ‘ zegt Petrus, ‘ga daar maar even op het bankje zitten.’

    De vrouw gaat op het bankje zitten huilen.
    Komt er een oud baasje bij de hemelpoort met een enorme zak op zijn rug.
    Hij loopt naar het huilende vrouwtje op het bankje, en vraagt wat er aan scheelt.
    Ze legt uit: ‘Ik ben vroeger prostituee geweest, en nu mag ik niet naar binnen.’

    ‘Is dat het ?’ , zegt de man. ‘Ik ben kleermaker geweest. Weet je wat ?
    Ik heb een zak met oude kleren op mijn rug.
    We gooien de kleren eruit en jij gaat in die zak zitten.
    Dan smokkel ik jou de hemel in !’
    Zo gezegd, zo gedaan.

    De kleermaker loopt naar de hemelpoort, en Petrus vraagt de man wat hij vroeger geweest is.
    ‘Ik ben kleermaker geweest,’ zegt de man.
    ‘Dan mag je naar binnen,’ zegt Petrus.
    Als de man voorbij loopt, vraagt Petrus : ‘Maar wat zit er in die zak?’
    Zegt de kleermaker: ‘O, een oude naaimachine!

    ˜OK, loop maar door!

  • Golven

    De heilige Johannes is samen met twee anderen aan het golven. Hij heeft de afgelopen 2000 jaar flink geoefend en is dus een echte professional geworden. Hij slaat de bal, een pracht van een slag, in drie slagen heeft hij de bal in de hole gespeeld. “Heel goed, heel goed” zegt Jezus, een van de twee andere golfers. “Nu ik.” Hij slaat de bal .. pats, met een flinke plons komt hij in de vijver terecht. Maar de bal blijft drijven en Jezus loopt zo over het water naar de bal en slaat hem in de hole. “Zo! Twee slagen maar!” zegt de derde persoon. “Nu ik.” Hij haalt uit en slaat de bal super hard. De bal vliegt de lucht in tegen een vliegtuig aan, ketst via een boom over de weg bij een huis naar binnen, door de regenpijp weer naar buiten, tegen een auto en plop bij een kikker in zijn bek. De kikker wordt opgegeten door een ooievaar die op zijn beurt het balletje weer uit spuugt, in de hole. Dan zegt Johannes tegen Jezus: “Kijk, daar heb ik nu zo een hekel aan, als je vader meespeelt!”

  • De Moraal

    Kinderen van een lagere school krijgen les over moraal. Ze krijgen als opdracht thuis aan hun ouders te vragen een verhaal te vertellen waaraan een moraal hangt. Wanneer ze terug in de klas komen, mogen ze dat verhaal vertellen.
    Mieke vertelt:
    “Mijn ouders zijn kippenboeren, ze hebben een legbatterij. Op een dag hadden ze in de auto een mand eieren staan. Ze reden over een grote bobbel in de weg, waardoor de eieren braken”.
    De moraal luidt: “Wees zeer voorzichtig met fragiele voorwerpen”.
    Elsje vertelt:
    “Mijn ouders hebben ook een kippenboerderij, maar zij kweken kuikentjes. Op een dag hadden ze wel twintig eitjes. Ze verwachtten dus ook twintig kuikentjes. Ze verzorgden de eitjes heel goed, maar er zijn er maar vijftien van uitgekomen”.
    De moraal luidt: “Tel je kuikentjes pas als ze uitkomen”.
    Dan vraagt de juf aan Ellen:”En hebben jouw ouders ook een verhaal verteld?”
    “Ja”, antwoordt Ellen, mijn papa heeft ons verteld over zijn zus, tante Annie.
    Onze tante Annie woont in Amerika en is daar bij het leger. Ze is piloot bij de luchtmacht en heeft meegevochten in Irak. Op een dag werd haar vliegtuig geraakt en moest ze springen. Het enige dat ze bij zich had was een fles whisky, een machinegeweer en een zakmes. Terwijl ze aan haar parachute bengelde, dronk ze de fles whisky leeg, dan was ze die alvast kwijt.
    Toen ze beneden kwam, werd ze omsingeld door wel zeventig Irakezen. Ze pakte haar machinegeweer en schoot er vijftig van neer, toen waren haar kogels op.
    Met haar zakmes kon ze er nog vijftien doden, toen brak het mes af.
    De vijf laatste heeft ze met haar blote handen gedood.
    De juf kijkt Ellen ontdaan aan en vraagt na enige stilte: “En heeft je papa je ook een moraal bij dat verhaal verteld?”
    Ellen antwoordt: “Jazeker, je kunt beter uit de buurt van tante Annie blijven als ze gezopen heeft.

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *