Similar Posts
Poehpoeh
Een toerist is op vakantie in de woestijn, en hij wil tocht maken op een kameel. Hij gaat naar een kameeldrijver om een kameel te huren. Die zegt: “Als je wilt dat hij gaat lopen moet je ‘poeh’ zeggen. Als je wilt dat de kameel gaat rennen moet je ‘poehpoeh’ zeggen. Als de kameel moet stoppen roep je ‘hola’. De man rijdt een tijdje rond op een kameel. Opeens ziet hij dat het kameel op een ravijn afrent. Snel roept hij ‘Hola!’, en de kameel stopt nét voor de afgrond. De man haalt opgelucht adem, en zegt “poehpoeh”!
Straf
De directeur stapt de lawaaierige klas binnen.
Hij wil nu eindelijk die herrieschoppers eens straffen.
‘Geert, wat heb jij uitgespookt?’
‘Ik heb krijt naar het bord gegooid.’
‘Honderd strafregels! En jij Wim?’
‘Ik heb een punaise op de stoel van de meester gelegd.’
‘Wat?! Tweehonderd strafregels. En jij, Peter?’
‘Ik heb snippers door het raam gegooid.’
‘Oh nou…, dat valt wel mee; geen strafregels!’
Op dat ogenblik komt er een jongen binnen, vol blauwe plekken en schrammen.
‘En wat doe jij daar?’, vraagt de directeur boos, ‘Hoe heet jij?’
‘Swen Snippers, meneer.’
Geel, rood, blauw mannetje
Een trucker ziet langs de weg een geel mannetje staan dat weent. Hij stopt, gaat ernaar toe en vraagt wat er scheelt. Het mannetje antwoordt: ‘Ik ben geel, kom van Venus, ben homofiel en heb honger’. ‘Tja’ zegt de chauffeur ‘ik kan je een sandwich geven maar verder kan ik je spijtig genoeg niet helpen’. Hij geeft de sandwich en zet de rit verder.
Even later ziet hij langs de weg een rood mannetje staan wenen. Weer stopt hij en vraagt wat er scheelt. Het mannetje antwoordt: ‘Ik ben rood, kom van Mars, ben homofiel en heb dorst ‘. De trucker zegt: ‘Ik kan je een blikje cola geven maar verder kan ik je niet helpen’. Hij geeft een cola en zet zijn weg verder.
Even verder ziet hij een blauw mannetje staan. De trucker is deze spelletjes moe, stopt, gaat boos naar het blauwe mannetje toe en zegt: ‘Jij zult ook wel homo zijn en van wat voor een achterlijke planeet kom jij en wat moet jij nu weer hebben?’. Waarop het mannetje antwoordt: ‘Uw identiteitskaart en uw rijbewijs.’
Slakken
Een man des huizes had net een maaltje slakken op en zeurde: “Ik lust er nog wel een paar vrouw, want zoals jij ze maakt, maakt niemand ze.” “Nou jong, dan zal jij ze zelf moeten gaan halen.” “Geen punt!” Nadat hem de weg was uitgelegd, waar hij ze moest gaan halen, ging hij fluitend de deur uit. Daar aangekomen: “Ik had graag nog wat slakken.” “Ja”, zei die slakkenboer, “ik heb er zoveel verkocht dat ik geen verpakkingen meer heb.” “Dat geeft niet”, zegt de man, terwijl hij zijn trui openhield. En zo ging ook naar huis. Maar onderweg kwam hij enkele vrienden tegen die vroegen om met z’n allen wat te gaan drinken. “Néé jongens!” Na wat zeuren … nou goed ééntje dan. Het werden er enkele meer en de tijd vloog om. “Jongens ik moet naar huis,” zei hij met een dikke tong. Zo schommelde hij even later naar huis. Thuis aangekomen kreeg hij de huissleutel niet meteen in het sleutelgat. Terwijl hij gebukt stond te richten, vielen de nog levende slakken vanuit zijn trui op de grond. Net toen hij de slakken weer terug wilde doen in zijn trui, vloog plots de deur open en daar stond zijn woedende vrouw. Eer dat zij de kans kreeg om hem de les te lezen, zei hij al lallend: “…allee jongens, nóg tien centimeter …. dan zijn we thuis!”
Een broodje ei met ui….
Er woont een Belg in Den Haag, maar hij raakt zijn Belgische accent maar niet kwijt.
Hij besluit bij een echte Hagenees Haags te leren….
Na 4 weken kan hij eindelijk de zin: geef mij een broodje ei met ui, in het plat Haags uitspreken.
Hij loopt, trots als een pauw, een winkel in en zegt: “Hé geef mij een broodje ei met ui”.
Waarop de verkoper tegen hem zegt: “Je bent zeker een Belg?”
“Hoezo”, vraagt de Belg, “dat was toch Haags?”
“Jazeker, maar je staat in een fietsenwinkel.”



