Trouwen in de hemel

Een jong katholiek stel raakt op weg om te trouwen betrokken bij een dodelijk auto-ongeluk. Het stel zat buiten de Hemelse Poort te wachten tot Petrus hen naar de hemel zou brengen. Terwijl ze wachtten, begonnen ze zich af te vragen: zouden ze ooit in de hemel kunnen trouwen? Toen Petrus verscheen, vroegen ze het hem. Petrus zei: “Ik weet het niet. Dit is de eerste keer dat iemand het vraagt. Laat me het gaan uitzoeken'”, en hij vertrok. Het paar zat en wachtte en wachtte. Twee maanden gingen voorbij en het paar wachtte nog steeds. Tijdens het wachten begonnen ze zich af te vragen wat er zou gebeuren als het niet zou lukken; kun je in de hemel scheiden? Na weer een maand kwam Petrus eindelijk terug, een beetje verfomfaaid. ‘Ja’, zei hij tegen het paar, ‘je kunt trouwen in de hemel.’ “Geweldig!” zei het paar, “Maar we vroegen ons gewoon af, wat als het niet lukt? Kunnen we ook in de hemel scheiden?” Petrus, met een rood gezicht van woede, sloeg met zijn klembord op de grond. “Wat is er mis?” vroeg het bange paar. “OH, KOM OP!” riep Petrus, “Het kostte me drie maanden om hier een priester te vinden! Heb je enig idee hoe lang het duurt voordat ik een advocaat vind?”

Similar Posts

  • Hoe noemen we??

    Er komt een professor bij een universiteit kijken of de studenten wel slim genoeg zijn. Hij vraagt of de slimste student even bij hem wil komen voor een paar vraagjes. Nou dus die jongen komt naar de professor toe. En de professor begint met de eerste vraag:
    “Hoe noemen we het ding om naar de sterren te kijken?”
    Waarop de student antwoordt:
    “Een telescoop.”
    “Goed,” zegt professor, “en om naar bacterien te kijken?”
    “Een microscoop.”
    “Goed. En nu een lastige: Hoe noemen we het ding om door muren te kijken?”
    Waarop de student vraagt:
    “Kan dat dan?”
    “Ja,” zegt de professor.
    “Waarmee dan?” vraagt de student.
    “Met een raam, mijn beste jongen, met een raam!”

  • Supermarkt

    Er komt een man een supermarkt binnen, loopt naar de afdeling dierenvoeding, pakt twee blikken hondenvoer en loopt vervolgens naar de kassa. Vraagt de kassière: “Meneer heeft u een hond?” Hierop antwoordt de man: “Ja, natuurlijk heb ik een hond, anders had ik die twee blikken toch ook niet nodig?” Zegt de kassière: “Het spijt me meneer, maar vanaf deze week mag ik niemand meer dierenvoeding meegeven tenzij ik zelf kan zien dat de persoon een huisdier heeft… U zult de hond dus moeten meenemen…”

    De man vloekt een paar keer vanwege deze absurde nieuwe regeling, smijt de twee blikken op de grond en loopt kwaad weg.

    De volgende dag is hij weer terug, loopt naar de afdeling dierenvoeding, pakt twee blikken kattenvoer en gaat naar de kassa.

    Vraagt die kassière: “Meneer, heeft u een kat?” Waarop de man, zichtbaar geïrriteerd, antwoordt: “Ja natuurlijk heb ik een kat, ik kom deze blikken toch niet voor mezelf halen?”

    De kassière: “Meneer, dit vind ik nou niet slim van u.

    U was hier gisteren ook, dus had u kunnen weten dat ik u geen dierenvoed….”

    De kassière is nog niet uitgesproken of de man is de winkel al luid vloekend en tierend uitgelopen… De blikken bij de kassière achterlatend.

    De dag daarop komt de man met een bruine papieren zak in z’n hand de winkel binnen, loopt direct door naar de kassa en zegt tegen de kassière:

    “Mevrouw, steekt u hier uw hand eens in.” De kassière doet dit en roept vervolgens: “He, het is zacht en warm…” “Ja”, zegt de man, “Ik had graag drie rollen WC papier!”

     

  • Deur op slot

    Een Belg tankt in Eindhoven bij een selfservice station. Hij gaat naar binnen om te betalen, gaat naar buiten en komt direct daarna in paniek weer binnen. ‘Weet ge’, zegt hij, ‘nu heb ik mijn wagen afgesloten en de sleutels erin laten zitten’. ‘Geen paniek’ zegt de bediende, ‘dat gebeurt wel vaker. U krijgt van mij een schroevendraaier, een doekje en een ijzerdraadje mee. Met de schroevendraaier duwt u het raamrubber opzij, u doet het doekje ertussen om niets te beschadigen en met het ijzerdraadje hengelt u het pinnetje van de deur open’. De Belg is helemaal opgelucht en loopt weer naar buiten. Vijf minuten later komt een Eindhovenaar binnen. ‘Dat kan toch niet !!’ zegt hij verbaasd tegen de bediende. ‘Ja wat dan?’ vraagt die. ‘Er staat daarbuiten een Belg, met een ijzerdraadje om de deur van zijn auto te openen!’ ‘En….?’ vraagt de bediende, ‘dat maken wij hier regelmatig mee!’  ‘Ja !!’, zegt hij, ‘maar toch niet dat de vrouw in de auto zit die roept: Beetje naar links! Beetje naar rechts!!!

  • Golven

    De heilige Johannes is samen met twee anderen aan het golven. Hij heeft de afgelopen 2000 jaar flink geoefend en is dus een echte professional geworden. Hij slaat de bal, een pracht van een slag, in drie slagen heeft hij de bal in de hole gespeeld. “Heel goed, heel goed” zegt Jezus, een van de twee andere golfers. “Nu ik.” Hij slaat de bal .. pats, met een flinke plons komt hij in de vijver terecht. Maar de bal blijft drijven en Jezus loopt zo over het water naar de bal en slaat hem in de hole. “Zo! Twee slagen maar!” zegt de derde persoon. “Nu ik.” Hij haalt uit en slaat de bal super hard. De bal vliegt de lucht in tegen een vliegtuig aan, ketst via een boom over de weg bij een huis naar binnen, door de regenpijp weer naar buiten, tegen een auto en plop bij een kikker in zijn bek. De kikker wordt opgegeten door een ooievaar die op zijn beurt het balletje weer uit spuugt, in de hole. Dan zegt Johannes tegen Jezus: “Kijk, daar heb ik nu zo een hekel aan, als je vader meespeelt!”

  • Kleine Bennie

    Kleine Bennie zit in de slaapkamerkast van zijn ouders met zijn pluchen beer te spelen. Zijn moeder komt met een vreemde man de slaapkamer binnen, ook om te spelen. Onverwachts komt Bennie’s vader thuis, de vreemde man wordt halsoverkop in de kast verstopt.
    Bennie fluistert: “Ik heb een pluchen beer en als je hem niet voor tien gulden van me koopt, ga ik huilen.” De man betaalt en een paar minuten later zegt Bennie: “Geef mijn beer terug, of ik ga huilen.”
    De beer verwisselt opnieuw van eigenaar. Even later begint Bennie van voren af aan: “Ik heb een pluche beer en als je hem niet voor tien gulden van me koopt, ga ik huilen.”
    Het spel herhaalt zich. Geruime tijd later is de kust vrij, de vreemde man verlaat de kast, 120 gulden armer en zonder beer. De volgende dag vertelt Bennie zijn moeder wat zich in de kast afgespeeld heeft. Zijn moeder stuurt Bennie onmiddellijk ter biecht. In de biechtstoel steekt Bennie van wal: “Ik heb een pluchen beer… “
    Van achter het gordijn: “Grote God! Begin je nu alweer!!!”

  • Bij de dokter

    Man bij dokter: “Dokter ik word zo vergeetachtig en doof.”
    De dokter kijkt eerst eens in het oor en ziet een wit puntje. Na wat gepruts met een pincet komt er een zetpil tevoorschijn!
    Man: “Oh, nu snap ik ook ineens waar mijn gehoorapparaat gebleven is!”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *