Conny Froboess

Cornelia Froboess (Wriezen, 28 oktober 1943), aan het begin van haar carrière bekend als Die kleine Cornelia en later als Conny, is een Duitse actrice, die in de jaren vijftig en zestig als zangeres een tieneridool was.

Froboess groeide op in Berlijn. Pack die Badehose ein was in 1951 haar eerste hit. Het liedje was geschreven door haar vader, de componist en muziekuitgever Gerhard Froboess (1906-1976), voor een zangkoor dat er niets in zag, zodat hij het door zijn achtjarige dochtertje liet zingen. In de jaren tot 1967 had ze vele hits. Veel van haar liedjes werden door haar vader geschreven, deels onder het pseudoniem Erich Langenfeld. Toen de rock-‘n-roll populair werd, stapte ze over naar liedjes in die stijl.

Ze vertegenwoordigde de Bondsrepubliek op het Eurovisiesongfestival 1962. Ze werd zesde met het door Christian Bruhn geschreven Zwei kleine Italiener, onder muzikale begeleiding van het orkest van Horst Wende. Het werd een hit in heel Europa (onder andere een nummer 1-hit in Duitsland) en een eurovisie-evergreen. Ze zong soms ook versies van haar liedjes in andere talen, zoals Frans, Italiaans en Fins. Zo nam ze Twee kleine Italianen, Lady Sunshine en Mister Moon in het Nederlands op.

Conny Froboess werd getypecast als een “Berliner Göre” (West-Berlijns grietje) in succesvolle musicalfilms met Peter Kraus, zoals Wenn die Conny mit dem Peter (1958) en Conny und Peter machen Musik (1960). Ze speelde daarnaast in films met Peter Weck, Rex Gildo, Peter Alexander en Johannes Heesters. In 1967, het jaar waarin zij trouwde met de Oostenrijkse toneelregisseur en theaterdirecteur Hellmuth Matiasek, maakte ze haar laatste plaatopnamen. Ze stopte als liedjeszangeres om zich te concentreren op haar acteercarrière.

Cornelia Froboess werd een gevierde karakteractrice die te zien is in talloze toneelstukken, bioscoop- en televisiefilms, bijvoorbeeld in vier afleveringen van Tatort en zes van Derrick. Van 1972 tot 2001 speelde ze hoofdrollen uit het grote toneelrepertoire bij de Münchner Kammerspiele en daarna tot 2011 bij het Bayerisches Staatsschauspiel (eveneens in München). In 1984 had ze groot succes als ‘Eliza Doolittle’ in de musical My Fair Lady in het Münchener Staatstheater am Gärtnerplatz. In een totaal ander soort rol maakte ze in 2005 indruk als de egocentrische, verbitterde ‘Insa’ bij de wereldpremière van Die eine und die andere van Botho Strauß. Ze werkte met vooraanstaande theatermakers als Thomas Langhoff, Dieter Dorn en George Tabori. Tot haar belangrijke filmrollen behoren ‘Henriette’ in Die Sehnsucht der Veronika Voss van Rainer Werner Fassbinder (1982), ‘Marthe Schwerdlein’ in Dieter Dorns verfilming Faust – Vom Himmel durch die Welt zur Hölle van Goethe’s Faust I (1988) en de moeder van ‘Martin’ in Knockin’ on Heaven’s Door van Thomas Jahn (1997). Ze heeft vele toneel- en filmprijzen gekregen. Sinds 1987 is zij drager van het Bundesverdienstkreuz. Haar acteercarrière, die in 1951 begon met een kinderrol in de misdaadfilm Sündige Grenze, duurt voort.

Cornelia Froboess en Hellmuth Matiasek hebben een dochter en een zoon. Het echtpaar woont in de Beierse Alpen.

Bron: Wikipedia

Similar Posts

  • Roy Orbison

    Roy Kelton Orbison (Vernon, Texas, 23 april 1936 – Nashville, Tennessee, 6 december 1988) was een Amerikaanse country- en rockzanger. Hij staat sinds 1987 in de Rock and Roll Hall of Fame en de Nashville Songwriters Hall of Fame. In 1989 werd hij opgenomen in de Songwriters Hall of Fame. In 2006 kreeg Orbison postuum een ster op de Music City Walk of Fame en in 2010 op de Hollywood Walk of Fame. In 2014 werd Orbison opgenomen in de Musicians Hall of Fame.

    Roy Orbison begon zijn carrière in 1956 bij het platenlabel Sun Records dat geleid werd door Sam Phillips en waar ook Elvis Presley, Johnny Cash, Jerry Lee Lewis en Carl Perkins onder contract stonden of hebben gestaan. Met het nummer Ooby Dooby waarvan er zo’n 500.000 stuks werden verkocht en dat tot nummer 56 op de Billboard Top 100 kwam, scoorde hij zijn enige hit voor Sun. In de periode dat hij voor het platenlabel actief was, wist hij al dat zijn hart bij het zingen van ballads lag. Sam Phillips, de eigenaar van Sun Records, wilde echter dat Orbison uptempo songs opnam, dit zeer tegen de zin van Orbison. Toen Orbison een grote hit schreef voor The Everly Brothers (Claudette), zag hij zijn kans schoon en kocht zijn platencontract bij Sun Records af om zodoende ergens anders zijn geluk te kunnen beproeven.

    Orbison kwam terecht bij het platenlabel RCA waar Elvis Presley vele hits opnam. Orbison bleef echter niet lang. Na een aantal nummers op plaat te hebben gezet verliet hij in 1959 het label en kwam terecht bij Monument Records dat onder leiding stond van Fred Foster.

    Orbisons eerste single, Up Town, was een bescheiden succes en bereikte plaats 72 in de Billboard Top 100. De opvolger werd uitgebracht in 1960 en maakte van Roy Orbison een wereldster. Van Only the Lonely gingen ruim twee miljoen exemplaren over de toonbank en met dit nummer creëerde Orbison iets dat nog nooit eerder in de rock-‘n-roll was gehoord: de dramatische rockballad. Tussen 1960 en 1965 produceerde Orbison klassiekers als Running ScaredCryingBlue AngelFallingBlue BayouIt’s OverIn Dreams en Oh, pretty woman. Vaak rustig beginnend, bouwde Orbison langzaam naar een climax toe die zowel in de arrangementen als in de stem en teksten van Orbison tot uitdrukking werd gebracht. De stem van Orbison en de composities van zijn songs zouden hem de status van legende bezorgen. Er was echter nog een element dat de muziek van Orbison uniek maakte: hij had ook het talent om liedjes op een totaal vernieuwende manier te schrijven. Het was in de beginjaren zestig de gewoonte om een song volgens een vast patroon te schrijven (A,B,C,B,D,B). Orbison schreef echter bijvoorbeeld in schema’s als A,B,C,D…Z. Er kwam in het hele liedje dus geen enkele herhaling van zinnen voor. Het vroegste voorbeeld hiervan is de song Wedding Day uit 1961, maar In Dreams en Falling uit 1963 zijn de bekendste voorbeelden. Running Scared uit 1961 was een song die ook afweek van wat gewoon was op dit gebied doordat het refrein aan het einde van het lied zat in plaats van in het midden. Toen het contract bij Monument Records in 1965 afliep was Orbison een wereldster met platenverkopen die de 30 miljoen hadden overschreden.

    Orbison tekende voor het MGM-label, dat bereid was om hem het tot dan hoogste bedrag ooit (1 miljoen dollar contant) voor een platenartiest te betalen. Verder kreeg hij de kans om in films te acteren. MGM bedong echter dat er per jaar 30 songs en 1 album geproduceerd moesten worden. Daarmee kwam de nadruk te liggen op de kwantiteit in plaats van op de kwaliteit van de songs, dit in tegenstelling tot wat bij Monument Records gebruikelijk was. De eerste single op het MGM-label is de top 20-hit Ride Away. Het zou zijn grootste hit voor MGM zijn. In 1966 haalde hij met Cry Softly Lonely One (top 52) zijn laatste hitnotering in Amerika. In Engeland had hij meer hits, met als hoogste notering Too Soon To Know dat in 1966 de top 3 haalde. Penny Arcade is in 1969 zijn laatste notering in Engeland. Het opkomen van de Beatles en andere Britse bands (The British Invasion) en de daarmee veranderende smaak bij het platenkopend publiek zorgde ervoor dat de aanwezigheid van Orbison in de hitlijsten minder werd. Verder vonden er grote tragedies in zijn privéleven plaats. Zijn vrouw Claudette kwam in 1966 om het leven bij een motorongeluk en twee van zijn drie zoons vonden in 1968 de dood bij een brand in zijn landhuis. De carrière van Orbison kwam in een diep dal terecht. De hits bleven uit en het (grote) publiek leek hem vergeten te zijn. Zijn concerten in Engeland werden nog wel goed bezocht, omdat de fans hem trouw bleven, maar in zijn thuisland Amerika bleek dat volkomen anders. Daar trad hij met regelmaat op voor een klein publiek.

    In 1973 werd zijn contract bij MGM ontbonden. Een jaar later tekende hij bij Mercury Records en nam daar het album I’m Still In Love With You op. Niet alleen is dit album onder de artistieke maat vergeleken bij zijn vroegere werk, muzikaal gezien verraste Orbison de luisteraar niet meer met de vocale hoogstandjes die hem zijn bijnaam “The Big O” hebben opgeleverd. In 1977 tekende Orbison opnieuw bij Monument Records en nam het album Regeneration op. Dit album is beter dan het voorgaande, maar kon ook niet de vergelijking doorstaan met zijn vroegere werk. Een tweede album is afgemaakt (nooit uitgebracht) toen Orbison hartklachten kreeg, nadat hij optrad in een show ter nagedachtenis aan Elvis Presley, die kort daarvoor overleed. Hij onderging een hartoperatie en kreeg 3 bypasses.

    Kort daarna verliet Orbison Monument Records. In 1979 tekende hij bij Aslyum Records en bracht daar het album Laminar Flow uit. Het album bevatte matige discoachtige liedjes met uitzondering van Poor Baby en Hounddog Man. Ondertussen is er achter de schermen iets op gang gekomen, want Orbison was dan wel niet meer een succesvol platenartiest, zijn werk uit de jaren zestig heeft echter wel zijn sporen nagelaten bij jongere collega’s. Linda Ronstadt nam Blue Bayou op (1977), Don McLean Crying (1980) en Van Halen Oh, pretty woman (1981) en allen scoorden zij daarmee grote hits. Zelf scoorde Orbison samen met Emmylou Harris in 1980 eindelijk weer een hit met That Loving You Feeling Again. Het leverde hem zijn eerste Grammy Award op.

    Vanaf die tijd begon Orbison aan een comeback te werken en kwam hij meer en meer in de spotlights te staan. Zo stond hij in het begin van de jaren tachtig in het voorprogramma van de Eagles en liet zich daardoor aan een groter en jonger publiek zien. In 1983 verscheen hij op televisie door een concert te geven getiteld Roy Orbison live in Austin City Limits Texas. In 1985 trad hij op bij Farm Aid en bracht hij een nieuwe single uit, Wild Hearts. Het is een ballad die een ouderwets goede Orbison laat horen. Het grote publiek merkte deze song echter niet op. Ook maakte hij dat jaar een album met zijn oude Sunmaatjes Jerry Lee Lewis, Carl Perkins en Johnny Cash. Het album heette The Class of ’55. In 1986 werd het nummer In Dreams gebruikt in de cultfilm Blue Velvet, geregisseerd door David Lynch. Hierdoor kwam Orbison onder de aandacht van een jong publiek. Velen wilden weten wie de zanger van In Dreams is en ontdekten daardoor de muziek die Orbison tot dan gemaakt had. In 1987 nam Orbison samen met k.d. lang Crying opnieuw op als een duet. Het nummer werd in Amerika een hit en het leverde hem opnieuw een Grammy Award op. In hetzelfde jaar werd hij opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame dat een jaar eerder in het leven was geroepen. Daarmee werd de status van Roy Orbison als belangrijke pionier en vernieuwer van de rock-‘n-roll officieel bevestigd en erkend door de muziekindustrie. In datzelfde jaar nam hij een televisiespecial op waarvan de zwart-wit video Roy Orbison and Friends, A Black and White Night uitkwam. In deze show bracht Orbison al zijn grote hits, inclusief twee nummers van zijn dan nog nieuw uit te komen album, ten gehore. Hij werd omringd door gastmuzikanten als Bruce Springsteen, Elvis Costello, Bonnie Raitt, Tom Waits, Jennifer Warnes, k.d. lang, Jackson Browne, J.D. Souther en James Burton (ex-gitarist van Elvis Presley). De laatste twee genoemden zijn in duet in de clip. Orbison kwam eindelijk terug aan de top en maakte dat nog eens duidelijk door in 1988 deel uit te maken van de supergroep The Traveling Wilburys, waarvan ook Bob Dylan, George Harrison, Jeff Lynne en Tom Petty deel uitmaakten. Het debuutalbum heette Traveling Wilburys Vol. 1, waarvan wereldwijd miljoenen exemplaren verkocht werden. Orbison stierf op 6 december 1988 plotseling als gevolg van een hartstilstand bij zijn moeder thuis in Hendersonville, een voorstadje van Nashville. Orbison was in voorbereiding op een wereldtournee. Zijn stoffelijk overschot werd begraven in een anoniem graf op de Westwood Village Memorial Park Cemetery in Los Angeles.

    Zijn nieuwe album werd in januari 1989 postuum uitgebracht onder het Virginlabel. De single You Got It werd een wereldwijde hit. De enige keer dat Orbison You Got It voor een publiek zong was drie weken voor zijn dood op het Diamond Awards Festival in het Sportpaleis in Antwerpen, waar hij een Diamond Award kreeg, omdat hij 25 jaar tot de “top of the bill” behoorde. De opnames van dat optreden werden gebruikt voor de videoclip van You Got It. De tweede single, She’s a mystery to me werd ook een hit. Dit nummer werd voor Orbison geschreven door Bono en Edge van U2. In 1992, vier jaar na zijn dood, werd het nummer I Drove All Night een hit in Engeland en bereikte daar de 7e plaats. De opvolger Crying (duet met k.d. lang) haalde in datzelfde jaar de 13e positie. Roy Orbison was, in tegenstelling tot veel van zijn tijdgenoten, helemaal terug aan de top toen hij stierf en keek vooruit naar nieuwe dingen en niet terug op oude vergane glorie. Vandaag de dag wordt hij door velen in de muziek business erkend als een van de grootste artiesten die de rock-‘n-roll heeft voortgebracht. Zijn platen blijven goed verkopen en zijn in aantal de 100 miljoen ruim gepasseerd. Hij is voorbeeld en inspiratie voor vele artiesten en dat voor iemand tegen wie producer Jack Clement (Sun Records) ooit zei; “Roy, you’re never gonna make it as a ballad singer“.

    Bron: Wikipedia

     

     

  • Passe-Partout

    Het dans en amusementsorkest “Passe-Partout” uit Emmer -Compascuum heeft langere tijd gespeeld bij de Bonte Wever in Slagharen. Met hun drieën maakten ze een mooi stukje muziek. Mocht u meer informatie over deze band kunnen geven dan horen we dat uiteraard graag.

  • John Spencer

    Zanger/gitarist Henk van Broekhoven formeert in 1958 zijn eerste groep The Dynamic Rockers. Dit Tilburgse kwartet speelt voornamelijk bekende hits van andere artiesten na. De groep brengt begin jaren zestig vier singles uit op het Belgische Helia-label en treedt op in het populaire televisieprogramma Tienerklanken. In 1968 houdt de band het voor gezien. In 1971 wordt Van Broekhoven aangenomen als diskjockey in de Tilburgse Combi Bar. Naast zijn werk als deejay is Van Broekhoven in 1974 ook als vertegenwoordiger in dienst bij de Belgische platenfirma Monopole Records. Voor de grap brengt hij een eigen single uit met de titel Jealous Fool. In 1973 neemt hij onder het pseudoniem Rockin’ Ronny het singletje We Like Rock And Roll op. Kort daarna verandert Van Broekhoven zijn naam in John Spencer, direct ontleend aan het telefoonboek van Memphis. Jealous Fool wordt een bescheiden hitje in België, evenals de opvolger Corina, Corina. De langspeelplaat John Spencer Sings American Hits bevat voor de helft eigen nummers. In 1975 schrijft hij samen met stadsgenoot Henny Vrienten het liedje Call It Love, dat in België de top tien haalt en ook uitkomt in Nederland, Scandinavië, Duitsland, Zwitserland, Hongarije en Italië. Spencer krijgt daarna een contract aangeboden bij de grote platenmaatschappij Phonogram. Na een conflict bij Phonogram vertrekt Spencer in 1980 naar platenlabel Telstar. Hier neemt hij de plaat Songs For A Rainy Day op. Deze flopt, maar Spencer geeft het niet op. Met gespaard geld en zijn opgebouwde knowhow gaat hij zich toeleggen op productie- en componeerwerk. Voor de Nederlandse zanger Nick MacKenzie schrijft en produceert hij het nummer Hello, good morning en de gelijknamige elpee. Het jaar 1983 wordt Spencers doorbraak. Hij heeft drie hits met uit het Engels vertaalde liedjes: Een steelgitaar en een glaasje wijn (Paul Anka), Johnny vergeet me niet (John Leyton) en Lana (Roy Orbison). Het laatstgenoemde wordt zijn grootste hit. In de jaren die volgen staat hij regelmatig in de Nederlandse hitlijsten. Begin jaren negentig beginnen de hitsuccessen langzaam af te nemen. Spencer stopt met zingen en optreden en legt zich volledig toe op het produceren en componeren. Na een afwezigheid van een aantal jaren maakt Spencer in 1997 zijn comeback met de single Buono Sera. De plaat wordt geen hit. Er verschijnt ook een verzamelalbum met zijn grootste successen.

    Sinds enige jaren treedt Van Broekhoven nog af en toe op als John Spencer en is hij steeds actief als songschrijver, onder meer voor het Holland Duo, zanger Theo van Cleeff uit Nijmegen en zanger Bouke (Scholten) uit Emmen. Van Broekhoven woont in het Belgische grensplaatsje Poppel. Hij is een muziekkenner en een fervent platenverzamelaar.

  • Elvis

    Elvis Aaron Presley (Tupelo, Mississippi, 8 januari 1935 – Memphis, Tennessee, 16 augustus 1977) was een Amerikaanse zanger en acteur. Hij wordt vaak The King of Rock and Roll of kortweg The King genoemd en geldt als een van de meest significante culturele iconen van de twintigste eeuw.

  • Die Hegl

    Afgelopen week zijn we een weekje in Tirol geweest en hebben daar weer genoten van de prachtige omgeving en de muziek. Met onderstaande foto van Die Hegl en het nummer “Zillertaler Huttengaudi” willen we alle Oostenrijkse muzikanten complimenteren met de prachtige muziek die iedereen ten gehore brengt.

  • Original Apfelstrudel Oberkrainer

    Bij toeval kwamen we in contact met Ad Kil die enthousiast vertelde over de Original Apfelstrudel Oberkrainer waarin hij speelt als gitarist. Onderstaande tekst hebben wij gehaald van hun website www.http://apfelstrudeloberkrainer.nl Op die site kunt hen ook live beluisteren.

    Die Original Apfelstrudel Oberkrainer is een muziekgroep uit het Land van Maas en Waal en het Rijk van Nijmegen die zijn gelijke in de regio niet kent. Deze groep wordt opnieuw leven in geblazen in het jubileumjaar van muziekvereniging Prins Willem Alexander en Die Kannenmarkter Musikanten uit Appeltern.
    Ruim 15 jaar geleden was hier al een Oberkrainer groep, namelijk Muttis Orginaler Apfelstrudel Oberkrainer. Deze bestond voornamelijk uit jeugdleden van Die Kannenmarkter Musikanten. Nu ruim 15 jaar later hebben twee muzikanten van deze voormalige groep deze bijzondere formatie weer nieuw leven in geblazen.
    De muzikanten komen bijna allemaal uit de regio en vormen nu “Die Original Apfelstrudel Oberkrainer”.

    De samenstelling is een typische Oberkrainer-samenstelling, zoals bekend van onder andere Slavko Avsenik. Het quintet bestaat uit Trompet, Klarinet, Gitaar, Steirische Harmonika en Bas-Tuba. Zij richten zij zich voornamelijk op de traditionele Oberkrainer muziek, zoals van Die Grazer Spatzen en de Alpenoberkrainer.

    Een kleine greep uit het repertoire;
    Musikfest, Trompetenecho, Tiroler Polka, Auf der Autobahn, Auf der Riederalm, Widmoser Polka, Bariton galopp, Gute Alte Zeit, Frau Meier, Wir haben Grossen durst, Stainzer Polka, Auf Geht’s, Die Madel aus Krain, Kleine Verena, Guten Morgen, Schöne Urlaubszeit, Grazer Jubiläumspolka, Bock bier polka, Trachtenfest, Sirenenpolka, Zeltfest,. . . . etc.

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *