René & The Alligators

René & The Alligators was een Haagse rock-‘n-rollgitaarband die eind 1959 werd opgericht door gitarist en zanger René Nodelijk.

Aanvankelijk probeerde Nodelijk een carrière als zanger op te bouwen, maar al snel bleken zijn talenten als gitarist. Van de Alligators verschenen zestien instrumentale rocksingles in de periode 1960-1964. Deze band had een duidelijk Indische achtergrond, mede door de oprichting van een Indische Kunstkring in het café-restaurant Den Hout te Den Haag vanwege de repatriëring uit Indonesië. Hun bekendste singles zijn Guitar Boogie en In the Mood uit 1962. Ze waren een voorbeeld voor de latere Haagse beatgroepen, de generatie die vaak gitaarles bij René Nodelijk had gekregen.

In 1978 maakte Nodelijk een comeback met zijn vrouw Renée (Anja Exterkate).

 

Similar Posts

  • Ted Herold

    Ted Herold (geboren als Harald Walter Bernhard Schubring) (Berlin-Schöneberg, 9 september 1942 – Dortmund, 20 november 2021) was een Duitse schlagerzanger.

    Carrière

    Harald Walter Bernhard Schubring was de zoon van een stukadoor, die in 1951 met zijn familie naar Bad Homburg vor der Höhe verhuisde. Hij had zich al sinds zijn jeugd voor muziek geïnteresseerd, vooral voor rock ‘n’ roll. Bill Haley, Buddy Holly en Elvis Presley waren zijn favorieten. Een medeleerlinge op school bracht hem in 1958 in contact met het platenlabel Polydor, die proefopnamen maakten, met als resultaat zijn eerste single met twee Duitstalige coverversies van Elvis Presley, begeleid door muziekproducent en orkestleider Bert Kaempfert. Zijn naam kreeg het pseudoniem Ted Herold. Hij kreeg een lucratief contract aangeboden met eigenbelang aan de verkoop en ging naar Wenen naar de succesvolle producent Gerhard Mendelson, die de carrière van Peter Kraus in goede banen had geleid. Herold werd als de Duitse Elvis gezien en zong tot 1960 uitsluitend covers van Elvis Presley-titels. Het nummer Ich bin ein Mann trok veel aandacht, maar werd niet door Duitse radiozenders gespeeld.

    Zijn carrière ging in 1959 met talrijke single-publicaties en toerneeën bergop, onder andere met Tommy Kent, Bully Buhlan, Ralf Paulsen en Max Greger. In 1960 werd zijn repertoire met rustige nummers uitgebreid. De ballade Moonlight, geschreven door Werner Scharfenberger en Fini Busch werd een monsterhit met meer dan 500.000 verkochte exemplaren en een 1e plaats in de Duitse charts. De rebelse rock-‘n-roller kreeg tot het midden van de jaren 60 geen verbintenissen meer, dankzij de uitsluitend publieke tv-zenders. Desondanks had hij tussen 1959 en 1963 diverse optredens in muziekfilms. Als begeleidingsorkest speelde tot 1966 meestal het orkest van Johannes Fehring, in zeldzame gevallen ook de orkesten van Werner Scharfenberger, Erwin Halletz, Boris Jojic, Gerry Friedrich en Bill Justis.

    In 1963 werd hij opgeroepen voor de militaire dienst in Wetzlar, waar hij werd opgeleid tot radiotelegrafist. Tijdens zijn dienstplicht bracht hij echter nog drie singles op de markt, die dankzij het beattijdperk niet echt aanspraken bij het publiek. Na zijn ontslag als onderofficier in 1964 probeerde hij nog enkele titels te brengen, maar dit werd geen succes. In 1966 nam hij zijn laatste single op bij Polydor. Tot 1969 nam hij nog twee uitgebrachte singles op, waarna het stil werd rond zijn persoon.

    In 1977 kreeg hij verrassend een aanbieding van Udo Jürgens om mee te werken aan een nummer voor de lp Panische Nächte en hem tevens te begeleiden tijdens een Duitsland-tournee. Hij kreeg een platencontract bij Teldec en bracht nieuwe nummers op de markt, die hij samen met zijn oude klassiekers zong bij de talrijke optredens. Vanaf 1978 had hij een eigen begeleidingsgroep, bestaande uit de gitaristen Helmut Franke en Peter Hesslein.

    Aan het einde van de jaren 90 waren zijn oude nummers compleet op cd overgezet. Hij was bij talrijke tv-uitzendingen en galavoorstellingen te gast. In 2007 speelde hij mee in aflevering 1116 van de tv-serie Lindenstraße. Daarnaast werkte hij live-concerten af en openbaarde meerdere cd’s. In 2002 verscheen ter gelegenheid van zijn 45-jarig podium-jubileum alsook van zijn 60e verjaardag het nummer Ob 16 oder 60 alsook een Best Of-cd met de titel Mein verrücktes verrocktes Leben.

    Sinds 2005 verschenen nieuwe cd’s bij het label A1/A2 Records. Met het nieuwe nummer 1958 – Wir waren dabei veroverde hij weer een plek in de hitparaden. Er verschenen meerdere nummers onder dit label. In januari 2008 bracht hij weer een cd-album uit, genaamd Jukebox, Jeans, Rock ‘n’ Roll met talrijke nieuwe nummers. In december 2020 werd naar aanleiding van het kerstconcert in de Dortmunder Westfalenhalle de dubbel-lp Wahre Liebe wird nicht älter gepubliceerd. Ter gelegenheid van zijn 70e verjaardag verscheen op 15 november 2012 het album met de titel Rock ‘n’ Roll geht immer. Tegelijkertijd verscheen na Hauptsache, du machst dein Ding en Das Herz der Rock ‘n’ Roller het nummer Rock ‘n’ Roll Lady. Verdere nummers uit het tussen 2012 en 2014 verschenen album zijn: Marie MarroDie süße PolitesseMan ist so alt, wie mann sich fühltNicht jede hat ein Herz wie du en Es regnet harte Dollars. Sinds januari 2016 staat Herold onder contract bij het label Tinacolada Klangwelt. Op 1 februari 2016 verscheen de eerste publicatie bij dit label: een duet met Lars Vegas met de titel Das ist Rock ‘n’ Roll.

    Privéleven en overlijden

    In 1965 trouwde hij met de kasteleinsdochter Karin Höhler en verhuisde in 1966 naar Wetzlar-Nauborn, waar hij een opleiding tot radio en tv-technicus had gevolgd. Vanaf 1970 werkte hij als werkplaatsleider in zijn geleerde beroep. In maart 1977 legde hij zijn eindexamen af. Daarna woonde hij twee jaar in Echtz. In september 2002 trouwde hij met zijn langjarige levenspartner Manuela in Dortmund.

    Op 20 november 2021 kwamen Herold en zijn vrouw om het leven tijdens een woningbrand. Hij werd 79 jaar

  • The Little Stars

    “The Little  Stars” op herhaling. Van het echtpaar Gerrit en Ria Schuurman – Pierik hebben we heel veel foto’s gekregen waar we nog steeds dankbaar gebruik van maken. Gerrit en Ria waren samen met Johan Verenjans en Betsie Egberts de oprichters van deze band die begonnen zijn in 1967 -1968. Onderstaande foto is een van de laatst gemaakte voordat de band is ophouden te bestaan.The Little Stars 17a The Little Stars 17b

  • The Tremeloes

    The Tremeloes is een Britse groep die vooral succes had in de jaren zestig. Ze waren oorspronkelijk de begeleidingsband van Brian Poole.

    Als Brian Poole & the Tremeloes hadden zij in Engeland vanaf 1961 een reeks hits, waarvan Do you love me in 1963 aldaar de eerste plaats van de hitparade bereikte. Toen het niet meer boterde tussen de leden van de begeleidingsband en hun voorman, gingen ze in 1965 elk hun eigen weg. Brian Poole verdween al snel in de anonimiteit. De Tremeloes (Alan Blakley, Len ‘Chip’ Hawkes, Rick West en Dave Munden) waren echter regelmatig in de internationale hitparades te vinden.

    The Tremeloes begonnen in 1967 aan een half decennium van hits, te beginnen bij het door Cat Stevens geschreven Here comes my baby. Er volgden meer successen, waarvan Silence is Golden (1967) en My little Lady (1968) de grootste waren. De groep kenmerkte zich voornamelijk door pretentieloze uptempo songs, zoals Even the bad times are good (1967), Helule helule (1968) en Once on a Sunday morning (1969).

    Het nummer Yellow River werd hen aangeboden door componist Jeff Christie, maar ze brachten het aanvankelijk niet zelf uit. De band Christie – rond Jeff Christie en de broer van gitarist Alan Blakley – werd speciaal gevormd om het nummer uit te brengen, waarbij de zangpartij van Jeff Christie werd toegevoegd aan de reeds ingespeelde begeleiding van The Tremeloes. Het resulteerde in 1970 in een grote hit. The Tremeloes zongen ook You en What Can I Do? van Raymond O’Sullivan (die later bekend zou worden als Gilbert O’Sullivan). Begin jaren zeventig probeerden The Tremeloes een iets ‘ruiger’ image aan te meten met rockachtige singles als Blue Suede Tie. De laatste hit is ook uit die tijd, maar toch meer ‘poppie’: I Like it That way (1972).

    Net als veel andere bands uit de jaren zestig en zeventig zijn ook The Tremeloes bij tijd en wijle in ‘revivaloptredens’ terug te vinden. Dave Munden is in al die jaren de enige constante factor geweest, hoewel tegenwoordig ook Rick West (die zich weer Rick Westwood noemt) deel uitmaakt van de groep. Chip Hawkes heeft de groep een paar keer verlaten om vervolgens weer terug te keren, maar hij maakt de laatste jaren deel uit van de groep Class of ’64 met oud-leden van Smokie en The Rubettes.

    Band leden:

    • Brian Poole (Barking, 3 november 1941), zanger (tot 1966).
    • Alan Blakley (Alan David Blakley; Bromley, 1 april 1942 – 10 juni 1996), slaggitarist, pianist, zanger.
    • Ricky West (Richard Charles Westwood; Dagenham, 7 mei 1943), sologitarist, zanger.
    • Alan Howard (Dagenham, 17 oktober 1941), bassist, zanger (tot 1966).
    • Chip Hawkes (Leonard Donald Hawkes; Shepherd’s Bush, Londen, 2 november 1945), bassist, zanger (vanaf 1966).
    • Dave Munden (David Charles Munden; Dagenham, 2 december 1943-15 oktober 2020), drummer, zanger.

    Bron: Wikipedia

  • Die Teddies

    Die Teddies, begonnen in 1957,  is een Duits sextet wat ontstaan is door het samenvoegen van “Das Roland Trio” en “Die Cyprys”. De band heeft bestaan tot ca. 1965. De volgende muzikanten hebben in deze band gespeeld: Hans Joachim Kipka, Kurt Stephan, Richard Gatermann, Werner Cyprys, Martin Berndt, Karl Geithner. Als men de nummers van dit sextet beluisterd dan is daar de stijl van Freddy Quinn in te herkennen. Wie het eerste met deze muziekstijl begonnen is weten we niet.

  • Saturnus

    Deze week een foto van de band Saturnus. Wie de leden van de band zijn weten we helaas niet maar daar kan ons vast een bezoeker van deze site wel vertellen. We hebben ook een plaatje van het Saturnus Kwartet met de titel “Ga met me mee” bijgevoegd. Of dit nummer door de hier afgebeelde muzikanten is gespeeld horen we ook graag.

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *