Supermarkt

Er komt een man een supermarkt binnen, loopt naar de afdeling dierenvoeding, pakt twee blikken hondenvoer en loopt vervolgens naar de kassa. Vraagt de kassière: “Meneer heeft u een hond?” Hierop antwoordt de man: “Ja, natuurlijk heb ik een hond, anders had ik die twee blikken toch ook niet nodig?” Zegt de kassière: “Het spijt me meneer, maar vanaf deze week mag ik niemand meer dierenvoeding meegeven tenzij ik zelf kan zien dat de persoon een huisdier heeft… U zult de hond dus moeten meenemen…”

De man vloekt een paar keer vanwege deze absurde nieuwe regeling, smijt de twee blikken op de grond en loopt kwaad weg.

De volgende dag is hij weer terug, loopt naar de afdeling dierenvoeding, pakt twee blikken kattenvoer en gaat naar de kassa.

Vraagt die kassière: “Meneer, heeft u een kat?” Waarop de man, zichtbaar geïrriteerd, antwoordt: “Ja natuurlijk heb ik een kat, ik kom deze blikken toch niet voor mezelf halen?”

De kassière: “Meneer, dit vind ik nou niet slim van u.

U was hier gisteren ook, dus had u kunnen weten dat ik u geen dierenvoed….”

De kassière is nog niet uitgesproken of de man is de winkel al luid vloekend en tierend uitgelopen… De blikken bij de kassière achterlatend.

De dag daarop komt de man met een bruine papieren zak in z’n hand de winkel binnen, loopt direct door naar de kassa en zegt tegen de kassière:

“Mevrouw, steekt u hier uw hand eens in.” De kassière doet dit en roept vervolgens: “He, het is zacht en warm…” “Ja”, zegt de man, “Ik had graag drie rollen WC papier!”

 

Similar Posts

  • Creme

    Klein Teuntje kijkt gefascineerd toe als zijn moeder huid crème op haar gezicht smeert. “Waarom doe je dat, mammie?”, vraagt hij. “Om mezelf mooi te maken”, zegt moeder, even later begint ze de crème met een doekje af te vegen.

    Klein Teuntje kijkt bezorgd en zegt: ” ‘t helpt niet hè?”

  • Een aap in een café

    In een geheel leeg café stapt een aap naar binnen en gaat aan de bar zitten en besteld een biertje. De barkeeper denkt, “ik kan wel wat verdienen aan die aap”, het café liep toch al slecht. Hij brengt het biertje en zegt: “Da’s dan 25 gulden.” De aap trekt ergens uit z’n vacht een briefje van 25. Vervolgens besteld de aap nog een pilsje en de barkeeper zegt: “Da’s weer 25 gulden.” Zo gaat dat een tijdje door tot de aap 5 biertjes heeft gedronken. De barkeeper wil nu toch wel eens een praatje met de aap maken. Hij stapt op hem toe en zegt: “Dat gebeurt niet vaak, dat een aap in dit café komt”. “Nee” zegt de aap, “vind je het gek als je 25 gulden voor een biertje moet betalen.”

  • Ook uit Japan

    Een japanner en een Belg zitten in een café te praten over cultuurverschillen Op een gegeven moment geeft die japanner die Belg een onwijze klap in zijn nek.

    Na een minuutje of vijf staat die weer en vraagt wat dit  in godsnaam moet voorstellen. “Dat is karate” zegt de japanner, “dat komt uit Japan”. Boos gaat de Belg weer zitten aan de bar. Een tijdje later geeft die japanner hem een enorme heupzwaai. Kreunend en nu nog bozer staat de man weer op en vraagt wat dit dan wel niet moet voorstellen “Dat is Judo, komt uit Japan”. De Belg heeft het nu behoorlijk gehad en loopt naar buiten. Een tijdje later komt hij terug met een ijzeren voorwerp in zijn hand. Hij ziet de japanner nog aan de bar zitten en geeft hem een enorme klap met het voorwerp.  Na een half uurtje komt de Japanner weer een beetje bij en vraagt wat was dat?

    “Dat was de krik uit mijn Toyota” zegt de Belg

    “komt ook uit Japan”

  • Jefke

    Jefke zit op de stoep met een stok in een hondepoep te roeren.
    De postbode komt voorbij en vraagt aan Jefke wat hij aan’t doen is. ‘Een postbode aan het tekenen , zegt Jefke.
    Kwaad loopt de postbode door en doet zijn verhaal aan de ‘ Broeders van Liefde’, die een straat verder in hun combi zitten te mediteren.
    ‘Wacht’, zegt één van de politieagenten, ‘eens zien of hij dat bij ons ook durft !
    ‘Zij wandelen naar Jefke en vragen : ‘Awel brave jongen, gij zijt toch geen politieagent aan het tekenen hoop ik?
    ‘Jefke: ‘Nee nee, maak U maar geen zorgen, daar heb ik niet genoeg stront voor….’ .

  • Gesnurk

    Een handelsvertegenwoordiger, doodmoe, komt aan in een kleine gemeente waar er maar één hotelletje is. Tot overmaat van ramp, alle kamers zijn bezet. Hij smeekt de baas: “Leg me te slapen, eender waar, maar ik moet absoluut kunnen uitrusten.” “Wel”, zegt de hotelier, “ik heb hier een twee persoonskamer waar er maar één bed beslapen is. Als je met die man op een akkoord komt om de kamer en de prijs ervan te delen is dat voor mij goed. Maar, ik verwittig je, hij snurkt geweldig. Het is zelfs zo erg dat alle gasten ‘s morgens hun beklag erover maken.” “Maakt niks uit”, antwoordt de vertegenwoordiger, “ik ben veel te moe.” …De twee mannen komen tot een akkoord en nemen het avondmaal aan dezelfde tafel. ‘s Morgens komt de handelsvertegenwoordiger als eerste de trap af om naar het ontbijtzaal te gaan. Vrolijk fluitend en welgemutst de hotelbaas groetend. “Nou”, zegt deze, “zo welgezind? Heb je goed geslapen? Heeft hij niet gesnurkt?” “Zeker niet”, zegt de vertegenwoordiger, “geen enkel moment.” “Hoe is dat in Godsnaam mogelijk”, zegt de hotelbaas.

    “Heel eenvoudig”, zegt de vertegenwoordiger.

    “Ik kwam een beetje later dan hem de kamer binnen. Hij lag al op zijn bed. Ik heb hem een kus gegeven op zijn achterwerk en gezegd: Goedenacht, schoonheid. En die kerel heeft de hele nacht recht gezeten in zijn bed om me in de gaten te houden.”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *