Moeilijke onderwerpen.

Op de vlucht van Amsterdam naar Sydney zit een man naast een veel jongere en beeldschone meid.

Ze is een boek aan het lezen en wanneer hij haar plots aanspreekt.  “Juffrouw, naar het schijnt gaat de tijd vlugger voorbij als je met iemand van gedachten wisselt over een bepaald onderwerp”. “Ja, dat zou kunnen” antwoordt de mooie meid  “Wat had je in gedachte?”  “Wel zegt de man “Wat zijn volgens jou de voor- en nadelen aangaande de uitstap van kernenergie wetende dat binnen 3 jaar de e-auto zal ingeburgerd zijn en we met een acuut stroomtekort gaan te kampen krijgen?”  Het meisje fronst even de wenkbrauwen en vraagt dan aan de man: “Weet jij hoe het komt dat een koe, een paard en een geit, die in dezelfde wei staan en hetzelfde eten, een platte vlaai, knollen en bolletjes schijten?  “Neen ” antwoordt de man. “Wel, meneer hoe wil je nu over ingewikkelde dingen praten als je nog geen verstand hebt van stront?”

Similar Posts

  • Opdracht

    De onderwijzer gaf als onderwerp voor een opstel: “Als ik algemeen directeur van een groot bedrijf was …….”. Alle kinderen bogen zich over hun schrift en begonnen te schrijven, allemaal op één na. “Pieter, wanneer begin jij?” vroeg de onderwijzer.

    “Mijn secretaresse is er nog niet”, antwoordde Pieter.

  • In het ziekenhuis

    Dokter: “We hebben tijdens uw operatie dertig theelepeltjes in uw maag gevonden!”

    Patiënt: “Natuurlijk, dat was het recept. Tien dagen lang drie keer per dag één theelepel.”

  • Ook uit Japan

    Een japanner en een Belg zitten in een café te praten over cultuurverschillen Op een gegeven moment geeft die japanner die Belg een onwijze klap in zijn nek.

    Na een minuutje of vijf staat die weer en vraagt wat dit  in godsnaam moet voorstellen. “Dat is karate” zegt de japanner, “dat komt uit Japan”. Boos gaat de Belg weer zitten aan de bar. Een tijdje later geeft die japanner hem een enorme heupzwaai. Kreunend en nu nog bozer staat de man weer op en vraagt wat dit dan wel niet moet voorstellen “Dat is Judo, komt uit Japan”. De Belg heeft het nu behoorlijk gehad en loopt naar buiten. Een tijdje later komt hij terug met een ijzeren voorwerp in zijn hand. Hij ziet de japanner nog aan de bar zitten en geeft hem een enorme klap met het voorwerp.  Na een half uurtje komt de Japanner weer een beetje bij en vraagt wat was dat?

    “Dat was de krik uit mijn Toyota” zegt de Belg

    “komt ook uit Japan”

  • Moos

    Moos gaat voor het eerst in zijn leven skiën. Les nemen vindt hij zonde van het geld, dus suist hij bij zijn eerste afdaling, niet geremd door enige kennis of vaardigheid, met een noodgang over de zwarte piste.
    Waardoor hij een bordje ‘Lawine gevaar’ niet ziet. Als Moos, na een adembenemende afdaling, dankzij een bovenmenselijke inspanning nog net voor een vreselijk diep ravijn tot stilstand weet te komen, slaakt hij een diepe zucht van verlichting.
    Dat had hij beter niet kunnen doen.
    Tien tellen later ligt hij onder drie meter sneeuw. Onmiddellijk rukken de reddingswerkers uit. Zodra Moos gelokaliseerd is, steken ze een lange pijp in de sneeuw om Moos wat lucht te verschaffen. Moos ziet de pijp vlak boven zijn hoofd door de sneeuw verschijnen. “Wie is daar?” roept hij.
    “Het Rode Kruis,” roept men van boven.
    Waarop Moos zegt: “Maar, daar heb in Amsterdam al voor  gegeven.”

  • Terugkeer van Jezus

    Jezus zei tegen zijn Vader (God), ik zou graag eens terug naar de aarde willen terugkeren. Maar zoon sprak God dat is daar niet meer zoals 2000 jaar geleden. En toch zou ik het willen. “Ok”, zei z’n pa “pak een wereldkaart en een dartpijl en gooi en waar de Pijl zit daar ga je naartoe”. Jezus gooit kijkt en het is Ootmarsum, en weg was hij. Hij loopt op de Denekamperstraat en denkt “ik ga toch eens een wonder doen”. Er komen daar twee mensen in een Tuk Tuk aangereden, Jezus doet ze stoppen en zegt: ”sta op en wandel en herhaalt sta op en wandel!”.

    De twee kijken naar mekaar en een antwoord “Ben je gek man, we hebben deze gehuurd  en betaald voor 2 uur hé!”.

  • 2 belgen op een brug

    2 belgen staan op een brug boven een rivier in de verte te kijken. In de verte zien ze iets verschijnen op de rivier. Zegt die ene Belg: “Hé kijk, een boot”. Zegt die andere Belg: “Dat is geen boot, dat is een hovercraft.” Zegt die ene Belg weer: “Nee dat is een boot!!” Zegt die andere Belg weer: “Nee dat is een hovercraft!! Zegt die ene belg weer: Nee dat is een boot! (spellen) B-O-O-T !! Zegt die andere Belg weer: “Nee dat is een Hovercraft! (spellen) H-O-….? Ow nee je hebt gelijk, het is toch een boot!”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *