U kent ze niet

Toen de dokter tegen een nieuwe patiënt opmerkte dat hij een heel rood hoofd had, zei die:`

“Hoge bloeddruk, dokter, het zit in de familie”.

“Van welke kant van uw vader of uw moeder”? vroeg de dokter.

“Eh neen, van de kant van mijn vrouw”, zei de man.

“Ach”, reageerde de dokter, “hoe kun je nu hoge bloeddruk krijgen van de familie van uw vrouw”?

De man zuchtte diep: “U kent ze duidelijk niet, dokter, U kent ze niet”!!

Similar Posts

  • Gesprek tussen chirurgen

    De eerste zegt:

    Ik heb het liefste een boekhoudstertje op mijn tafel.
    Als je haar opensnijdt, vind je alle organen genummerd.
    Verdomd makkelijk opereren.

    De tweede zegt:
    Ja, dat zal.
    Ik had een elektricien. Alles in het lichaam was geordend en op kleurcode.

    De derde zegt:
    Nee, nee.
    Mensen die in bibliotheken werken, die zijn het beste om te opereren.
    Alles in hun lichaam ligt op alfabetische volgorde.

    De vierde zegt hierop:
    Ik heb het liefste constructiebouwers.
    Die mannen hebben er begrip voor als je reserveonderdelen over hebt.

    De vijfde zegt uiteindelijk:
    Jullie hebben het allemaal goed mis.
    Politieke leiders zijn het makkelijkst.
    Geen ruggengraat, geen hart, geen ballen, geen hersenen
    en je kunt ongemerkt hun reet met hun kop verwisselen.
    Dat valt niemand op !!

  • EERLIJKHEID DUURT HET LANGST

    Kan iemand mij een voorbeeld geven van de uitdrukking: eerlijk duurt het langst?”, vraagt de meester. “Ik meester!”, antwoordt Jantje. “Als ik bij een toets afkijk, ben ik zo klaar, maar als ik alles zelf invul ben ik urenlang bezig!”

  • Ambtenaar

    Een ontslagen ambtenaar meldt zich voor zijn eerste werkdag bij de supermarkt. De manager begroet hem joviaal, geeft hem een bezem en zegt: “Jouw eerste taak is om de vloeren aan te vegen.” De ex-ambtenaar kijkt de manager verbaasd aan en stamelt: “Maar, ik was hiervoor een hoge ambtenaar.” Oh sorry, dat wist ik echt niet, zegt de manager, Geef mij die bezem maar, dan doe ik het even voor!

  • Problemen

    Sam en Moos zijn op zoek naar een baan.
    Ze leggen al hun spaargeld bij elkaar en van dat geld kopen ze 6 motorbootjes.
    Die motorbootjes gaan ze verhuren op een meer.
    Maar de mensen die de bootjes huren kunnen niet goed varen, dus kopen Sam en Moos ook 2 megafoons.
    Dus daar staan ze dan: “Bootje 3 niet te dicht langs de kant,
    bootje 1 wat langzamer,
    bootje 9 doe niet zo gevaarlijk”, zegt Moos.
    “Bootje 9?, We hebben maar 6 bootjes”, zegt Sam.
    “Oh, bootje 6 heeft u problemen”

  • Het is ook nooit goed

    Kom je te laat op je werk, dan geef je een slecht voorbeeld. Kom je te vroeg, dan ben je een rondneuzer, of blij thuis weg te zijn.
    Blijf je overwerken, dan ben je een uitslover. Ga je op tijd weg, dan heb je geen hart voor de zaak.
    Pleeg je overleg, dan durf je zelf niet te beslissen. Doe je het niet, dan ben je eigenwijs.
    Neem je iemand apart, dan schep je onderonsjes. Doe je het niet, dan ben je onpersoonlijk.
    Ben je aardig, dan wil je de getapte man uithangen. Houd je afstand, dan heb je verbeelding.
    Kom je met nieuwe ideeën, dan ben je een nieuwlichter. Maar als je ze niet hebt, dan gaat er niets van je uit.
    Laat je anderen iets voor je doen, ben je een afschuiver. Pak je het zelf aan, dan ben je eigengereid.
    Hou je je stipt aan de voorschriften, dan ben je lastig. Als je het niet doet, ben je een slappeling.
    Heb je succes, dan heb je geluk gehad. Loopt het mis, dan weet iedereen het je te vertellen.
    Als je er niet meer bent, Dan was je een geweldige kerel!

  • Een zatlap

    Een zatlap loopt ‘s nachts over straat en belt om 4 uur ‘s morgens aan bij mensen. De man des huizes staat woedend op en vraagt: “Wat is dat hier, wat scheelt er?” De zatlap: “Kom me duwen! Je moet me komen duwen!” Razend zegt de bewoner: “Ik ken je niet eens, het is 4 uur in de morgen, en jij vraagt me om je te komen duwen. Bol het af jong…” Terug in de slaapkamer, legt hij zich terug in bed, maar zijn vrouw speelt hem de les: “Nu heb je toch overdreven. Het is jou toch ook al overkomen dat je in panne staat met de wagen. Je had die sukkelaar toch wel even kunnen helpen duwen.” Man: “Ja, maar die kerel was strontzat.” Vrouw: “Reden te meer om hem te helpen, het gaat hem nooit alleen lukken. Nee, zo ken ik je helemaal niet, ik ben zeer teleurgesteld in je.” Haar man, helemaal ontdaan, kleedt zich toch maar weer aan en gaat naar beneden. ! Hij opent de deur en roept: “He kerel, ik kom je duwen, waar zit je?”

    Zatlap: “Hier in de tuin, op de schommel”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *