Waar komen wij vandaan?

Op een dag vraagt een meisje aan haar mama: “Mama, vanwaar komen de allereerste ouders?” “Wel,” antwoordt haar mama, “God heeft de eerste mensen, Adam en Eva, op de wereld gezet. Adam en Eva hebben dan kinderen gekregen die op hun beurt ouders geworden zijn enzovoort, enzovoort. Het is zo dat de humane familie is ontstaan.” Twee dagen later stelt het meisje dezelfde vraag aan haar vader. Die antwoordt: “Kijk, miljoenen jaren geleden evolueerden de apen langzaam tot wat de mensen vandaag zijn.” Het meisje staat perplex en loopt snel naar haar mama: “Mama, waarom zeg jij me dat de eerste mensen door God op de wereld werden gezet, terwijl papa zegt dat mensen eigenlijk van de apen afstammen?” Haar moeder antwoordt met een glimlach: “Dat is heel simpel, liefje. Ik heb je verteld over mijn familie en papa over de zijne!”

Similar Posts

  • Erge dorst

    Ligt er een man in het ziekenhuis en is aan zijn mond geopereerd, en heeft hele erge dorst. Dus roept hij de zuster en zegt: “Ik heb dorst!” tussen zijn lippen door.
    Zegt de zuster terug: ”Maar je kan niet drinken je mond zit dicht” Zegt de man terug:” Giet het maar via m’n kont binnen! ” Zegt de zuster tegen de patiënt:” Oké, wat u wilt, wat wilt uw ? Koffie of thee ?
    ”Thee” antwoord de Patiënt. De zuster gaat weg om te overleggen met de andere dokters en zusters en komt terug met een trechtertje en een thee gietertje.
    Zegt ze tegen de patiënt:” Draai maar om en trek uw broek omlaag” De patiënt doet dat en ligt klaar en zegt:”Oké ik ben er klaar voor”
    De zuster zet de trechter in de kont van de patiënt en giet de thee naar binnen, en op een geven moment laat de patiënt een enorme scheet.
    Zegt de Zuster tegen de patiënt:” Wat doet u nu ? ” Zegt de patiënt tegen de Zuster: ” Je moet toch blazen als het warm is?”

  • Schoentjes

    De juffrouw in ‘t school helpt kleine Josje met het aantrekken van zijn schoentjes. Met heel veel moeite krijgt ze die schoentjes aan zijn voetjes. Zegt Josje: “die schoentjes zitten aan de verkeerde voet”. Ze kijkt geërgerd naar die schoentjes en inderdaad zitten ze verkeerd om. Ze heeft evenveel moeite om die schoentjes weer uit te doen en aan de goeie voet te trekken terwijl ze in zichzelf denkt :”waarom zegt die snotneus dat niet direct”. Als ze met heel veel innerlijk gevloek die schoentjes weer aan heeft getrokken zegt Josje :”da zijn mijn schoentjes ni”…! De juffrouw ontploft bijna van woede en terwijl ze die schoentjes weer uittrekt vraagt ze :”en waarom zeg je dat nu pas?” zegt Josje :”dat zijn de schoentjes van mijn broer en mama heeft gezegd dat ik deze moet aandoen tegen de kouwe voetjes”. De juffrouw krijgt bijna een hart aanval. Ze begint weer hevig met die schoentjes te vechten om ze opnieuw aan te trekken. Als dat eindelijk is gelukt vraagt ze: “en waar zijn je handschoentjes?”,

    Zegt Josje :”die zitten voor in mijn schoentjes “…

  • Moos

    Moos gaat voor het eerst in zijn leven skiën. Les nemen vindt hij zonde van het geld, dus suist hij bij zijn eerste afdaling, niet geremd door enige kennis of vaardigheid, met een noodgang over de zwarte piste.
    Waardoor hij een bordje ‘Lawine gevaar’ niet ziet. Als Moos, na een adembenemende afdaling, dankzij een bovenmenselijke inspanning nog net voor een vreselijk diep ravijn tot stilstand weet te komen, slaakt hij een diepe zucht van verlichting.
    Dat had hij beter niet kunnen doen.
    Tien tellen later ligt hij onder drie meter sneeuw. Onmiddellijk rukken de reddingswerkers uit. Zodra Moos gelokaliseerd is, steken ze een lange pijp in de sneeuw om Moos wat lucht te verschaffen. Moos ziet de pijp vlak boven zijn hoofd door de sneeuw verschijnen. “Wie is daar?” roept hij.
    “Het Rode Kruis,” roept men van boven.
    Waarop Moos zegt: “Maar, daar heb in Amsterdam al voor  gegeven.”

  • Vrouwen

    Een vader staat met zijn zoontje bij de bakker als er een vreselijk opgetutte dame binnen komt lopen.
    Het jochie kijkt haar een tijdje aan totdat de vrouw vraagt:”Wat is er knul?”
    “U bent zeker 18?” zegt het jochie.
    Vrouw: “Zeg dat nog eens?”
    Jochie: “U bent zeker 18?”
    De vrouw begint te stralen en roept door de zaak: “Horen jullie dat, hij denkt dat ik 18 ben, leuk hè, maar ik ben 36.”
    Het jochie kijkt haar vertwijfeld aan en zegt dan: “Daar snap ik niks van, u komt gelijk na ons binnen en wij hebben nummer 17 dan moet u toch 18 zijn?”
  • ONWEER

    Het is een hete zomerdag geweest en net als mama haar kind in bed wil stoppen breekt een hevig onweer uit. De kleine jongen is doodsbang en met een trillende stem vraagt hij: ‘Mama, wil je bij mij slapen vannacht?’ Moeder geeft haar zoontje een flinke knuffel en zegt: ‘Dat kan niet, ik moet bij papa slapen.’ Het jongetje is even stil en zegt dan: ‘Wat een grote bangerik is hij toch, hè?’

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *