Aan de Hemelpoort

Een briefje van 50 euro en een muntstuk van 20 eurocent overlijden en komen aan de hemelpoort aan. Het muntstuk van 20 eurocent wordt als een echte held onthaald. Het wordt behandeld in de hemel als een echte koning. Het mag aan de tafel naast God zitten, mag in de kamer naast God slapen, … terwijl het briefje van 50 euro behandeld wordt als een nietsnut. Het briefje van 50 euro zegt: “Waarom word ik slechter behandeld dan een muntstuk van 20 cent? Ik ben toch meer waard dan 20 cent…”. Waarop God antwoordt: “Je hebt gelijk, maar ik heb je nooit in de kerk gezien”.

Similar Posts

  • JANTJE MET SCHOOL NAAR DE POLITIE

    Jantje mag met de klas naar het politiebureau voor een praktijk klas. Op een bord ziet hij foto’s van de 10 meest gezochte criminelen. Een van de kinderen stopt bij een bepaalde foto en vraagt of dat werkelijk de afbeelding was van de gezochte persoon. “Ja”, zegt een agent, “we zijn erg hard naar hem aan het zoeken”. Jantje vraagt: “Waarom hield je hem dan niet vast toen je de foto maakte?”

  • De Hoed

    Een man zoekt al dagen naar z’n hoed. Uiteindelijk is die niet te vinden. Hij beslist dan maar om zondags naar de kerk te gaan en achteraan plaats te nemen. Tijdens de dienst zou hij dan er vanonder muizen en een van de hoeden nemen die achteraan worden geplaatst. Die zondag gaat hij naar de kerk en zet zich achteraan. De dienst ging over de 10 geboden. De man bleef de gehele dienst zitten i.p.v. vroeger door te gaan en na de dienst gaat hij nog even bij mijnheer pastoor. ‘Vader,’ zegt hij, ‘ik moet wat bekennen. Ik kwam hier vandaag om een hoed te stelen, maar na jouw preek heb ik beslist dit niet meer te doen, waarvoor dank.’ De priester zei hem: ‘God zegene u mijn zoon! Was het tijdens m’n uiteenzetting over: ‘gij zult niet stelen’, dat je het besef kreeg dat je verkeerd zat?’

    ‘Neen,’ zegt de man, ‘het was tijdens je preek over overspel. Toen je daarover begon,  wist ik weer waar ik hem had gelaten.’

  • Proefwerk

    De meester roept Wendy en Desie bij zich, en zegt boos: – Jullie krijgen allebei ‘n 1 voor dat proefwerk van gisteren, want ik weet zeker dat jullie afgekeken hebben. Jullie hebben namelijk precies dezelfde fouten gemaakt!.
    Desie: – Maar het kan toch wel dat we allebei het verkeerde antwoord hebben gegeven? Dan hoef je toch nog niet afgekeken te hebben?
    Meester: – Ja, dat kan. Maar op de eerste vraag wat de hoofdstad van Australië is, antwoord Wendy: ‘Ik weet het niet’ en jij hebt opgeschreven: ‘Ik ook niet!’

  • Hond

    Op de hoek van de straat staat een man met een hond naast hem. Een andere man komt voorbij, bekijkt de hond en vraagt: ‘Bijt uw hond?’ ‘Nee,’ zegt de man. De ander streelt de hond en wordt in zijn hand gebeten. Terwijl hij zijn bloedende hand met een zakdoek verbindt, zegt hij kwaad: ‘Ik dacht dat jij gezegd had dat je hond niet zou bijten!’ ‘Dat klopt,’ zegt de eerste man. ‘Maar dit is mijn hond niet…..’

  • Nieuwe medewerker

    Een jongeman is pas aangenomen in een multinationale onderneming. Op de eerste belt hij met de bedrijfscafetaria en brult: ” een koffie …. en snel een beetje …. “.
    Aan de andere kant van de lijn antwoordt een stem: ” ik denk dat u een verkeerd intern nummer heeft gedraaid. Weet u eigenlijk wel met wie u spreekt onnozelaar ?”.
    ” Heu … neen … ” antwoordt de nieuwe medewerker.
    ” Ik ben de directeur – generaal van deze firma, jij idioot.”.
    De jongeman roept nu tweemaal luider: O ja, en jij dik opgeblazen directeur – generaaltje, weet jij eigenlijk wel met wie U spreekt?”

    De directeur – generaal ietwat verrast moest toegeven dat hij het niet wist.

    Waarop de jongeman antwoordt: ” Perfect … houden zo … ” en legt de telefoon neer

  • In de kroeg

    De kastelein vraag aan de man aan de bar wat hij wenst te drinken. ”Geeft u mij een pilsje”, zegt de man ”en geef die man met die pet op aan het tafeltje er ook een van mij.”

    Zo gezegd, zo gedaan. Als de man aan de bar zijn pilsje leeg drinkt zegt hij tegen de kastelein: “geeft u mij nog een pilsje en die man met de pet op geeft u ook nog een van mij”. Dat tafereel speelt zich zo nog vijf keer af, waarop de vriend van de man met de pet zegt: “geef mij jouw pet eens even, dan krijg ik ook eens iets van die kerel te drinken”. ”Oké” zegt de pettenman en geeft zijn vriend zijn pet.

    Vervolgens zegt de man aan de bar tegen de kastelein: “mag ik nog een pilsje van u en geef de man tegenover die met de pet op ook eens een van mij, want die ander heeft er al genoeg van mij gehad !”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *