Minder drinken

Er komt een man een café binnen en bestelt vier borreltjes tegelijk. Als hij dit een paar dagen achter elkaar heeft gedaan, wordt de barman nieuwsgierig. Op een gegeven moment vraagt hij: ‘Waarom bestelt u toch steeds vier borreltjes?’ De man zegt: ‘Drie broers van mij wonen in Australië. En we hadden afgesproken om elke dag om vijf uur een borreltje te gaan drinken. Gezellig toch?’ De barman moet dit beamen. Op een dag bestelt de man drie borreltjes. De barkeeper vraagt: ‘Is er wat gebeurd met uw broer?’ ‘Nee,’ zegt de man, ‘maar ik mag niet meer drinken van de dokter.’

Similar Posts

  • Bessen

    Kleine Teun, een slim manneke, gaat met zijn vader buitenaf wandelen. Als ze net een grote boerderij zijn gepasseerd komen ze voorbij een enorme braamstruik waar honderden rode bessen de komst van een vruchtbare oogst aankondigen.,. Vraagt de kleine aan zijn pa:

    – Pa, die rode bessen wat zijn dat. ?

    – Dat zijn zwarte braambessen, antwoordt zijn pa.

    – Ja maar pa ze zijn rood !

    – Ha ja, antwoordt pa, die zwarte braambessen zijn nu nog rood omdat ze nog groen zijn.

  • Vrachtwagenchauffeurs

    Twee mannen in verschillende vrachtwagens rijden achter elkaar naar de grens.
    Ze zijn vlak bij de grens. Opeens komen ze erachter dat hun rijbewijs nog thuis ligt, maar ze rijden toch maar door.
    De eerste komt bij de grens en zegt dat hij zijn rijbewijs is vergeten.
    De grenswachter vraagt: “Wat vervoert u?” De man zegt: “Aardbeien”.
    De grenswachter zegt: “Als u er tien tegelijk in u mond kan stoppen mag u door, maar alleen dan.”.
    Opeens begint de man keihard te lachen. De grenswachter vraagt wat er is.
    Zegt de man: “Nou, ik bedenk me net dat de man achter mij bloemkolen vervoert”.

  • Veertien Kinderen

    Een vrouw komt met haar veertien kinderen bij de pastoor op bezoek. De kleinste van twee jaar oud loopt naar de pastoor.
    De pastoor: En jongen hoe heet jij?” Jongetje: “Jantje.”
    De volgende komt binnen.
    Pastoor: “En jongen hoe heet jij?” Jongetje: “Jantje.”
    Pastoor: “Ah, heet jij ook jantje?”
    De oudste komt binnen (14 jaar). 
    Pastoor: “En hoe heet jij jongen?” Jongen: “Jantje.”
    Pastoor tegen moeder: “Heten al jouw zoontjes misschien Jantje?”
    Moeder: “Ja, dat is heel gemakkelijk, als ik roep: ‘Jantje opstaan’ staan ze allemaal op, 
    als ik roep: ‘Jantje eten,’ komen ze allemaal eten, 
    als ik roep: ‘Jantje slapen,’ dan gaan ze allemaal slapen.”
    Pastoor: “En als je maar één iemand nodig hebt, hoe doe je dat dan?”
    Moeder: “Dan roep ik gewoon hun familienaam.”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *