Belasting

Nadat hun vliegtuig is neergestort op een vlucht naar het zuiden, kan een koppel zich redden op een onbewoond eiland. Niets wijst erop dat ze nog zullen gevonden worden. De man vraagt zijn vrouw (blijkbaar is zij degene die de financiën beheert): ‘Lieverd, heb je onze inkomstenbelastingen betaald voordat je vertrok?’ Zij antwoordt: “Nee”. Hij vraagt haar ook: “Heb je onze onroerend goed betaald voor vertrek?” Zij antwoordt: “Nee”. Hij vraagt haar ook nog: “En heb je onze wegenbelasting betaald voordat je wegging?” Zij antwoordt andermaal: “Nee”. Dan springt de man recht, omhelst haar en kust haar uitzinnig. Ze vraagt hem waarom hij zo blij is.

Hij antwoordt: “Dan zullen ze ons zeker vinden!”

Similar Posts

  • Intelligentie

    Een getrouwd stel zitten samen op de bank. Vraagt de vrouw aan de man “Van wie zou onze dochter toch haar intelligentie hebben? Antwoordt de man “Ik denk toch echt van jouw, ik heb de mijne namelijk nog!”

  • Te LAAT VOOR EEN SCHRIFTELIJK EXAMEN

    Vier studenten aan de hogeschool arriveerden maar liefst twintig minuten te laat op een belangrijk schriftelijk examen. De betrokken hoogleraar, die zelf surveilleerde, deelde de studenten mee dat ze te laat waren en om die reden niet meer aan het examen konden deelnemen. De studenten probeerden de hoogleraar te vermurwen en voerden als excuus aan, dat ze gevieren met de auto waren gekomen en dat deze een lekke band had gehad. In dat geval, zo vond de hooggeleerde, verdienden de vier heren een extra kans; een schriftelijk examen bij hem thuis, de week daarop, op hetzelfde tijdstip. Vanzelfsprekend was het viertal die dag stipt op tijd. Elke student kreeg een aparte kamer toegewezen met een stoel en tafel, waarop een gesloten omslag lag met de examenvragen. Het gevreesde examen bestond uit slechts één vraag: ”Welke band was lek?”

  • Zaag nodig

    De directeur van Heineken komt bij de Paus op bezoek en zegt: “Ik geef u 1 miljoen euro als u in uw gebed in plaats van: “geef ons heden ons dagelijks brood” eens zegt: “geef ons heden ons dagelijks bier”. “Onmogelijk” wimpelt de Paus zijn voorstel af. Een jaar later komt de directeur opnieuw naar de Paus en biedt hem nu 5 miljoen euro. Weer weigert de Paus. Als de bierdirecteur voor de derde keer de Paus komt smeken of hij nu “geef ons heden ons dagelijks bier” wil zeggen, nu voor 20 miljoen euro, aarzelt de Paus en belt zijn secretaresse:”Wanneer loopt dat contract met die bakker af?”

  • Jesus en Mozes

    Er komt een toerist bij het meer van Galilea. De toerist wil een boot tochtje maken naar de overkant en vraagt wat dat kost. De man van de boot zegt 500 euro, de toerist schrikt zich rot en vraagt waarom het zo duur is. De man vertelt dat op DIT meer, Jezus helemaal naar de overkant is gelopen. Waarop de toerist zegt: “Tja vind je het gek met deze prijzen.

  • Kleine Bennie

    Kleine Bennie zit in de slaapkamerkast van zijn ouders met zijn pluchen beer te spelen. Zijn moeder komt met een vreemde man de slaapkamer binnen, ook om te spelen. Onverwachts komt Bennie’s vader thuis, de vreemde man wordt halsoverkop in de kast verstopt.
    Bennie fluistert: “Ik heb een pluchen beer en als je hem niet voor tien gulden van me koopt, ga ik huilen.” De man betaalt en een paar minuten later zegt Bennie: “Geef mijn beer terug, of ik ga huilen.”
    De beer verwisselt opnieuw van eigenaar. Even later begint Bennie van voren af aan: “Ik heb een pluche beer en als je hem niet voor tien gulden van me koopt, ga ik huilen.”
    Het spel herhaalt zich. Geruime tijd later is de kust vrij, de vreemde man verlaat de kast, 120 gulden armer en zonder beer. De volgende dag vertelt Bennie zijn moeder wat zich in de kast afgespeeld heeft. Zijn moeder stuurt Bennie onmiddellijk ter biecht. In de biechtstoel steekt Bennie van wal: “Ik heb een pluchen beer… “
    Van achter het gordijn: “Grote God! Begin je nu alweer!!!”

  • Inspecteur

    Ne belastinginspecteur kwam an de duure bie ne boer. Hij wol ’t spulke taxeern, “Ie doat mar wat nit loatn kunt”, zeg den boer. Toen den keal kloar was met ziene inspectie wolle nog efkes ’t gröslaand taxeren. “Ik zöl doar neet an begin’n a’k oe was” zeg den boer. Doar mös den taxateur toch efkes um lachen. “Kiek”, zeg den inspecteur en hij haaln ’n pasje oet zien tuk. “Met disse vergunnige mag ik bie iedereene alns controleern, dus met dit pasje mut elk eene mien gezag opvolgen”! “Ie doat mar waj neet loatn kunt” zeg den boer aandermoal en ’n taxateur gung gestrits oaver ‘n weiredroad hen woer jammer genog toevallig gén stroom opstun. Met ziene krek gepoetste skoone stunne al gauw miln in drek. Hij dee ’n paar trad veerder de weire in en toen kwam Herman d’r anloopn. Dat was ’n boer ziene bolle. Ziene fokstier za’k mar zegn. Herman begun rondjes te loopn um ’n taxateur hen. ‘n Taxateur prebeern vöt te komn op ziene duure skoone. “Wat mu’k toch doon” skreewn ’t inspecteurtje, “Ik kan naans hén, ik zitte vaste in ’n drek”! “Och”, zeg ’n boer, dewiel hij ’n sjekkie an ’t dreajn was, “dan loat ie ‘m toch  gewoon efkes oen pasje zeen…..”?

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *