Twee Blondjes

Twee Amsterdamse blondjes zitten op een terras aan een gracht. Zegt er een: “ik heb mijn rijexamen gedaan”. “O ja”, zegt de ander “en hoe was het”. “Niet goed” zegt de eerste “weer verkloot”. “Ik kom bij een rotonde en daar staat een bord waar 30 op staat, dus ik rij netjes 30 keer rond”. “Ai” zegt de ander, “en heb je verkeerd geteld of zo?”

Similar Posts

  • In een Parijs Café

    Een man zit aan een tafeltje en drinkt de ene cognac na de andere.
    Een dame die aan een tafeltje naast hem zit, zegt: “Mijnheer, denk er aan dat er elk jaar dertig duizend Fransen sterven als gevolg van alcoholmisbruik.”
    De man antwoord: “Hoezo? Ik ben Belg.”
  • “Ik heb er alles voor over om een goed cijfer voor dit tentamen te halen,” verklaarde een bevallige studente tegen haar professor. Ze boog zich naar hem over en staarde hem aan. “Ik wil er werkelijk alles voor doen.” “Alles?” vroeg de professor met lichte ironie in zijn stem. “Alles,” bevestigde ze met veel aplomb. “Zelfs studeren?” fluisterde hij.

  • Echtpaar

    Een echtpaar was boodschappen aan het doen en de hele stad was vol met winkelende mensen. Lopend door het winkelcentrum en kijkend naar de etalages blikte de vrouw ineens verwonderd opzij om te ontdekken dat ze haar man nergens meer zag. Ze wist dat ze nog veel te doen hadden en werd erg kwaad. Ze rommelde in haar handtas om haar mobieltje te zoeken, toen ze het gevonden had belde ze haar man en vroeg hem waar hij toch gebleven was. Haar man antwoordde kalm: “Liefste, herinner jij je die juwelierszaak nog waar we 5 jaar geleden waren en waar je helemaal verliefd werd op die diamanten halsketting die we toen helaas niet konden betalen, ik vertelde je toen ook dat ik hem eens op een dag voor je zou kopen”. De ogen van de vrouw vulden zich met tranen, ze begon zacht te huilen en terwijl ze een snik probeerde te onderdrukken fluisterde ze: “Ja, die juwelierszaak herinner ik me zeker nog”.

    “Wel”, zei hij, “ik zit in ‘t café er naast !”

  • VISSEN

    Om 7 uur ‘s ochtends zit ik lekker te vissen langs het Amsterdam Rijnkanaal. De damp staat nog op het water. Ik zit net, komt er een man achter mij staan kijken. Het wordt acht uur, negen uur, tien uur, twaalf uur. Ik neem ’n boterhammetje en koffie en nog steeds staat die kerel achter mij naar m’n dobber te staren. Om 2 uur ‘s middags staat hij er nòg. Als ik om 7 uur ‘s avonds mijn spullen inpak, staat die vent nòg achter me. Ik zeg: “Meneer, u heeft nu 12 uur lang achter mij staan kijken. Waarom koopt u geen hengel? Kunt u zelf gaan vissen.” Zegt die man: “Sorry hoor, maar daar heb ik echt geen geduld voor . . . ”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *