Doof worden

  • Twee zestigers praten met elkaar over ouder worden. Zegt Jan: “Het probleem bij vrouwen is dat ze weigeren te aanvaarden dat ze ouder worden. Ze gebruiken allerlei trucjes om het te verbergen.” “Gij hebt het bij het rechte eind” zegt Piet. “Ik ken een middel om hen te ontmaskeren. Als gij wilt weten of uw vrouw hardhorig wordt ga dan op tien meter van haar vandaan zitten en stel een vraag. Als ze niet antwoordt ga je op vijf meter afstand zitten en stel de vraag opnieuw, dan op twee meter en tenslotte op ? meter.” Jan vindt het een schitterend idee en thuis gekomen neemt hij meteen de proef op de som. Terwijl vrouw lief in de tuin de was ophangt gaat hij op een tiental meter van haar vandaan zitten en vraagt: “Schat, wat eten we deze middag?” Er komt geen antwoord. Hij verkleint de afstand met ongeveer de helft en stelt de vraag opnieuw: “Schat, wat eten we deze middag?” Er komt geen antwoord. Hij komt nog dichterbij zitten en vraagt: “Schat, wat eten we deze middag?” Opnieuw geen antwoord. Hij begrijpt er helemaal niets van, gaat naast haar staan en vraagt luid en klaar: Schat, wat eten we deze middag?” De vrouw draait zich om, kijkt hem geërgerd aan en antwoordt: “Voor de vierde keer, kip met frieten!”

Similar Posts

  • Een rondje voor het hele café

    Een vent bestelt in het café het ene rondje na het andere. Voor de bar, de lui op het terras, de biljarters, zichzelf en de baas aan de tap. Een paar uur later is iedereen behoorlijk aangeslagen en de cafébaas maakt zich zorgen om zijn centjes.
    De gulle gever heeft geen cent op zak en wordt door de gastheer alles behalve zachtzinnig de straat op geschopt.
    Een paar dagen later is hij terug en zegt: “Geef mij een pilsje, de hele zaak een rondje, die lui op het terras ook, maar jij krijgt niks… jij wordt agressief als je gedronken hebt.”

  • Worteltjes taart

    Er komt een konijn bij de bakker en vraagt: ‘Heeft u worteltjestaart?’ ‘Nee’, antwoordt de bakker. De volgende dag komt het konijn weer bij de bakker en vraagt: ‘Heeft u worteltjestaart?’ ‘Nee’, antwoordt de bakker. De volgende dag komt het konijn weer en vraagt: ‘Heeft u  worteltjestaart?’ ‘Nee’, antwoordt de bakker weer. Die avond heeft de bakker medelijden met het konijn en bakt een taart. De volgende dag komt het konijn weer bij de bakker en vraagt: ‘Heeft u worteltjestaart?’ ‘Ja’, antwoordt  de bakker trots. Zegt het konijn: ‘Vies, hè?’

  • De Sleutel

    Een alleenwonende man verloor zijn huissleutel. Hij belde zijn ouders die in een klein dorpje in het hoge noorden woonden; zij zouden de reservesleutel opsturen.
    De man trok zo lang bij een vriend in. De volgende dag liep hij de postbode tegemoet, maar deze had niets bij zich.
    De man mopperde: Ach ja, de post in dat boerengat werkt natuurlijk niet zo vlug, en ging weer voor een nacht naar zijn vriend. De volgende morgen reed hij weer naar zijn huis om de post op te vangen, maar was net iets te laat.
    De postbode kwam net de tuin uit en zei: Ik heb de brief in de bus gegooid hoor!’

  • Hulp van boven

    Een blondje, Peggy genaamd, zit diep in de miserie. Haar zaak is failliet gegaan en ze is in serieuze financiële moeilijkheden. Ze is zo wanhopig dat ze besluit om God om hulp te vragen. Ze begint te bidden: “God help mij alstublieft ! Ik ben mijn zaak kwijt en als ik niet snel geld binnen krijg, ben ik mijn huis ook kwijt ! Laat mij alstublieft de Lotto winnen !”

    Het is Lotto- avond en iemand anders wint de grote pot. Peggy begint weer te bidden. “God, laat me alstublieft de Lotto winnen ! Ik ben mijn zaak kwijt en mijn huis en ik ga weldra mijn auto ook moeten verkopen !”

    Lotto-avond komt en gaat en Peggy heeft weer geen geluk. En weer zit ze op haar knieën om te bidden. “Mijn God, waarom heb je mij verlaten? Ik heb mijn zaak verloren, mijn huis, mijn wagen en mijn kinderen zijn aan het verhongeren. Ik vraag je niet vaak om hulp en ik heb je steeds goed gediend ALSTUBLIEFT laat mij deze ene keer de Lotto winnen zodat ik mijn leven weer kan organiseren.

    Plotseling is er een verblindende lichtflits als de hemel opentrekt en Peggy hoort de stem van God zelf weergalmen: “Peggy, help me een heel klein beetje ……… koop nu eindelijk eens een biljet.”

  • Pas op voor de hond

    Een man moet van zijn vrouw boodschappen doen. Met enige tegenzin gaat van huis en loopt naar de dorpswinkel. Op de deur hangt een bordje met de waarschuwing: “Pas op voor de hond!”. Binnen ziet hij naast de toonbank een stokoude hond liggen die in diepe slaap is.

    “Is dit de hond waar de mensen voor moeten oppassen?”, vraagt hij aan de winkelier. “Het beest ziet er niet erg gevaarlijk uit, waarom die waarschuwing?”. “Omdat de klanten telkens over hem struikelden!”

  • Hoe noemen we…..

    Er komt een professor bij een universiteit kijken of de studenten wel slim genoeg zijn. Hij vraagt of de slimste student even bij hem wil komen voor een paar vraagjes. Nou dus die jongen komt naar de professor toe. En de professor begint met de eerste vraag:
    “Hoe noemen we het ding om naar de sterren te kijken?”
    Waarop de student antwoordt:
    “Een telescoop.”
    “Goed,” zegt professor, “en om naar bacterien te kijken?”
    “Een microscoop.”
    “Goed. En nu een lastige: Hoe noemen we het ding om door muren te kijken?”
    Waarop de student vraagt:
    “Kan dat dan?”
    “Ja,” zegt de professor.
    “Waarmee dan?” vraagt de student.
    “Met een raam, mijn beste jongen, met een raam!”

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *